ECLI:NL:RBALM:2011:BU7294

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
22 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
124632 / KG ZA 11-241
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot schorsing van executie van ontruimingsvonnis

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo op 22 november 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser sub 1 c.s.] en [gedaagde]. [Eiser sub 1 c.s.] had gevorderd om de executie van een ontruimingsvonnis, gewezen door de kantonrechter op 25 oktober 2011, te schorsen. Dit vonnis had [eiser sub 1 c.s.] veroordeeld tot ontruiming van de door hen gehuurde woonruimte, welke veroordeling uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. De eisers stelden dat [gedaagde] misbruik maakte van zijn recht op ontruiming, omdat hij de achterstallige huur kon verhalen op de gemeente Hengelo, die hen een aanzienlijk bedrag verschuldigd was.

De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van misbruik van recht. [Gedaagde] had op basis van het eerdere vonnis recht op ontruiming, en de eisers hadden al bijna twee jaar geen huur betaald. De kantonrechter had de huurovereenkomst ontbonden vanwege een aanzienlijke huurachterstand, en [gedaagde] had een gerechtvaardigd belang om de woonruimte zo snel mogelijk opnieuw te verhuren. De voorzieningenrechter verwierp ook andere mogelijke gronden voor schorsing van de executie, zoals het ontbreken van nieuwe relevante feiten of de stelling dat er een noodtoestand zou ontstaan door de ontruiming.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van [eiser sub 1 c.s.] afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten. De kosten werden begroot op € 260,00 aan verschotten en € 816,00 aan salaris van de advocaat. De uitspraak is gedaan door mr. W.K.F. Hangelbroek en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 124632 / KG ZA 11-241
datum vonnis: 22 november 2011 (gjb)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
1. [Eiser sub 1]
2. [Eiseres sub 2]
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
verder gezamenlijk aan te duiden als [eiser sub 1 c.s.],
advocaat: mr. P. Garretsen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
verder [gedaagde] te noemen,
advocaat: mr. R.W.A. Kroon.
Het procesverloop
[Eiser sub 1 c.s.] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
Op 21 november 2011 zijn ter griffie producties van gedaagde binnengekomen.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 22 november 2011. Ter zitting zijn verschenen: [eiser sub 1 c.s.] vergezeld door mr. P. Garretsen, en [gedaagde] vergezeld door mr. R.W.A. Kroon. De standpunten zijn toegelicht. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Dit vonnis is ter terechtzitting van heden mondeling uitgesproken.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. De voorzieningenrechter neemt hier over het tussen partijen door de kantonrechter te Almelo op 25 oktober 2011 gewezen vonnis, waarbij de kantonrechter [eiser sub 1 c.s.] heeft veroordeeld tot (onder meer) ontruiming van de door hen van [gedaagde] gehuurde woonruimte. De veroordeling tot ontruiming is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [Eiser sub 1 c.s.] hebben tegen het vonnis appel ingesteld.
2. In dit kort geding vordert [eiser sub 1 c.s.] om [gedaagde] te bevelen zich te onthouden van iedere vorm van ontruiming of de voorbereiding daarvan, totdat is beslist op het door [eiser sub 1 c.s.] tegen het vonnis van de kantonrechter ingestelde hoger beroep. Deze vordering strekt dus tot schorsing van de executie van dat vonnis.
3. Als grondslag van de eis voeren [eiser sub 1 c.s.] aan dat (zakelijk samengevat) [gedaagde] onder de gegeven omstandigheden misbruik maakt van zijn recht op ontruiming, omdat [gedaagde] de achterstallige huur kan verhalen op de gemeente Hengelo, aangezien die gemeente aan [eiser sub 1 c.s.] een aanzienlijk hoger bedrag verschuldigd is dan de achterstallige huur, en [gedaagde] dat ook weet, hetgeen onder meer hieruit blijkt dat [gedaagde] ter zake van zijn vordering op [eiser sub 1 c.s.] derdenbeslag onder de gemeente Hengelo heeft gelegd.
4. Dit betoog faalt. Van misbruik van recht door [gedaagde] is geen sprake. Uit kracht van het vonnis van de kantonrechter heeft [gedaagde] recht op ontruiming, en hij hoeft niet te dulden dat [eiser sub 1 c.s.] die, zoals zijdens [gedaagde] onweersproken is gesteld, al bijna twee jaar geen huur hebben betaald, de woonruimte toch blijven bewonen. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden op grond van een zeer aanzienlijke huurachterstand, en [gedaagde] heeft daarom een volstrekt gerechtvaardigd belang om te proberen de woonruimte zo snel mogelijk te verhuren aan een andere huurder, die wel betaalt. [Gedaagde] staat geheel buiten het door [eiser sub 1 c.s.] gestelde financiële probleem met de gemeente Hengelo, en [eiser sub 1 c.s.] kunnen zich daarom niet met succes aan hun eigen betalingsverplichting jegens [gedaagde] onttrekken door hem door te verwijzen naar de gemeente Hengelo.
5. Andere mogelijke gronden voor schorsing van de executie zijn niet gesteld, noch gebleken. Met name is niet gesteld dat het vonnis van de kantonrechter berust op een misslag, noch dat na het uitspreken van dat vonnis is gebleken van nieuwe, relevante feiten, en ook niet dat als gevolg van de aangekondigde ontruiming voor [eiser sub 1 c.s.] een noodtoestand ontstaat. Indien zij toch een dergelijke noodtoestand hebben bedoelen te stellen dient dit standpunt te worden verworpen, omdat het niet alleen elke onderbouwing mist, maar ook omdat een door de ontruiming te veroorzaken noodtoestand volledig valt toe te rekenen aan de langdurige wanbetaling door [eiser sub 1 c.s.] zelf.
6. Op grond van het voorgaande moet de voorzieningsrechter de eis afwijzen. [eiser sub 1 c.s.] dienen als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Wijst de vordering af.
II. Veroordeelt eisers in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op € 260,00 aan verschotten en € 816,00 aan salaris van de advocaat.
III. Verklaart het onderdeel II uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 november 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.