ECLI:NL:RBALM:2011:BU7400

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
1 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
: 389.062 EJ VERZ 11-6030
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.R.K. Valk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie na detentie

In deze zaak gaat het om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Apollo Vredestein B.V. en een werknemer, hierna te noemen [verweerder]. De werknemer werd in april 2011 in Duitsland gedetineerd op verdenking van drugssmokkel en heeft Vredestein daar niet van op de hoogte gesteld. Na zijn terugkeer in september 2011, heeft hij contact opgenomen met Vredestein en zijn onvrede geuit over zijn direct leidinggevende, de heer [Y]. Vredestein heeft in eerste instantie een begripvolle houding aangenomen, maar de eigen opstelling van [verweerder] leidde tot een breuk in de arbeidsrelatie. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verstoorde relatie tussen partijen een gewichtige reden vormt voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van enige vergoeding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] vanaf eind april 2011 niet meer op zijn werk is verschenen en dat hij in Osnabrück gedetineerd zat. Tijdens een gesprek met Vredestein op 21 september 2011, heeft [verweerder] zijn slechte relatie met zijn leidinggevende herhaaldelijk ter sprake gebracht, wat door Vredestein als bedreigend werd ervaren. Vredestein heeft besloten dat er geen toekomst meer was voor [verweerder] binnen de organisatie. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat Vredestein geen verwijt gemaakt kan worden en dat de eigen opstelling van [verweerder] de reden was voor de ontbinding.

De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst per 15 december 2011 ontbonden en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van een goede arbeidsrelatie en de gevolgen van een verstoorde relatie voor de voortzetting van een arbeidsovereenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Enschede
Zaaknummer : 389.062 EJ VERZ 11-6030
Beschikking van de kantonrechter d.d. 1 december 2011 in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Apollo Vredestein B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede
verzoekster,
hierna te noemen Vredestein
gemachtigde: mr H.G.M. van Zutphen
advocaat te Almelo
tegen
[verweerder]
wonende te [plaats]
verweerder,
hierna te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr P. Weenink
advocaat te Enschede
Gezien het op 17 oktober 2011 ter griffie van dit gerecht binnengekomen verzoekschrift strekkende tot ontbinding ex artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
Gezien het ingekomen verweerschrift en de overige op het geding betrekking hebbende stukken.
Gelet op hetgeen door en/of namens partijen is verklaard bij de mondelinge behandeling van het verzoek op 23 november 2011.
Overweegt:
1. Gebleken is dat het verzoek geen verband houdt met de in de wet bedoelde opzegverboden.
2. Vredestein verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op grond van een gewichtige reden, bestaande uit een wijziging van omstandigheden, welke met zich meebrengt dat er op korte termijn een einde aan die arbeidsrelatie tussen partijen dient te komen.
3. Die wijziging van omstandigheden zou bestaan uit het feit dat [verweerder] vanaf eind april 2011 niet meer op zijn werk is verschenen, zonder Vredestein van de reden daarvoor op de hoogte te (laten) stellen. Gebleken is dat [verweerder] in Osnabrück gedetineerd heeft gezeten in verband met een verdenking van drugssmokkel evenals het exploiteren van een wietkwekerij. Pas in de maand september 2011 neemt de heer [X] namens [verweerder] contact op met Vredestein. Op 21 september 2011 meldt [verweerder] zich weer bij Vredestein.
In het daarop gevolgde gesprek komt [verweerder] telkens weer terug op zijn slechte relatie met zijn direct leidinggevende de heer [Y]. De uitlatingen worden door Vredestein als bedreigend ervaren.
Na afloop van dit gesprek heeft Vredestein besloten dat er binnen haar organisatie geen plaats meer is voor [verweerder].
4. [verweerder] is thans 41 jaar en werkt sedert 10 september 1990 bij Vredestein, laatstelijk tegen een salaris van € 2.014,18 per maand.
Zijn visie op het verzoekschrift is een heel andere. Hij heeft altijd goed gefunctioneerd en heeft af en toe problemen met de heer [Y], zijn leidinggevende. Hij meent dat die leidinggevende met zeer autoritair benadert en zou graag zien dat hij in een andere ploeg komt te werken, zodat de heer [Y] niet meer zijn leidinggevende is. Vredestein is daartoe niet bereid.
5. De kantonrechter ziet zich thans gesteld voor de vraag of er aan het dienstverband van [verweerder] een einde moet komen en zo ja of daaraan een vergoeding moet worden gekoppeld.
Om met de deur in huis te vallen, aan dat dienstverband moet een einde komen. Vredestein heeft te kennen gegeven dat zij niet meer met [verweerder] verder wenst te gaan.
6. Een arbeidsovereenkomst lijkt tot op zekere hoogte op een huwelijk. In ieder geval is de overeenkomst tussen beiden dat als één van beide partijen niet meer verder wil, het geen zin heeft het huwelijk en ook een arbeidsovereenkomst in stand te houden. De verhoudingen zijn dan verstoord. De kantonrechter zal dan ook per 15 december 2011 de arbeidsovereenkomst ontbinden.
7. [verweerder] heeft verzocht om aan die ontbinding van de arbeidsovereenkomst een vergoeding van
€ 61.557,60 bruto te verbinden, waarbij de correctiefactor op 1.5 is gesteld.
8. Uit de subtiele bewoordingen van Vredestein heeft de kantonrechter opgemaakt dat zij op zichzelf nog wel bereid zouden zijn geweest om [verweerder] na zijn detentie weer toe te laten tot zijn werk, maar dat het breekpunt is geweest de eigen opstelling van [verweerder] in het gesprek. Daarin heeft [verweerder] zijn eigen glazen wellicht ingegooid door zo hoog van de toren te blazen. Het is namelijk in het geheel niet normaal dat een werknemer na een afwezigheid van zes maanden in verband met detentie de werknemer zomaar weer toelaat tot zijn werkplek. Veelal zal de werkplek al door een andere werknemer zijn ingenomen en dat is wederom vaak onomkeerbaar. [verweerder] heeft bijna geëist dat hij hiërarchisch niet mee onder de heer [Y] zou vallen en die eis en zeker de bewoordingen waarin dat is gedaan heeft Vredestein doen besluiten om een einde aan het dienstverband te laten maken.
9. Naar het oordeel van de kantonrechter komt aan [verweerder] geen vergoeding toe. Vredestein kan van een en ander geen verwijt gemaakt worden, nu zij zich ook in dit geval lankmoedig naar [verweerder] toe heeft opgesteld en niet direct de deur voor hem heeft dichtgegooid. In plaats daarvan heeft men hem een kans willen geven, maar die kans heeft hij zelf verprutst door zich nogal eisend en bedreigend op te stellen.
10. De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten tussen partijen te compenseren als na te melden.
BESCHIKKENDE:
Ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 15 december 2011.
Compenseert de proceskosten in zoverre dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Enschede door mr H.R.K. Valk, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 december 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.