ECLI:NL:RBALM:2011:BU9493
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H. van der Lecq
- A.C.M. Heerdink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning en ontvankelijkheid openbaar ministerie in familierechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 21 september 2011, betreft het een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een dochter door haar vermeende vader, [belanghebbende sub 2]. De dochter, hierna aangeduid als 'de dochter', heeft het verzoek ingediend via haar advocaat, mr. M. Kieft. De zaak is behandeld tijdens een zitting op 15 augustus 2011, waar de officier van justitie en de dochter, vergezeld door haar partner, aanwezig waren. De rechtbank heeft aantekeningen laten maken van de behandeling.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de dochter is geboren op 12 januari 1981 uit mevrouw [X], hierna 'de moeder' genoemd. Op 2 december 1991 is de erkenning door [belanghebbende sub 2] op de geboorteakte geplaatst. De moeder en [belanghebbende sub 2] zijn in 1996 gescheiden. In 1999 is [belanghebbende sub 2] veroordeeld voor ontucht met de dochter, wat leidde tot een schadevergoeding aan de dochter in 2000. De dochter heeft aangegeven dat de vermelding van [belanghebbende sub 2] in haar geboorteakte haar belast en dat zij haar voorgenomen huwelijk uitstelt in afwachting van de uitkomst van deze procedure.
De rechtbank heeft geoordeeld dat [belanghebbende sub 2] als belanghebbende in de procedure moet worden gehoord voordat er inhoudelijk op het verzoek kan worden beslist. De behandeling van de zaak is aangehouden tot een nieuwe zitting op 25 oktober 2011, waar [belanghebbende sub 2], de dochter en het openbaar ministerie zullen worden opgeroepen om hun standpunten kenbaar te maken. De rechtbank heeft verder iedere beslissing aangehouden tot die zitting.