ECLI:NL:RBALM:2011:BU9493

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
21 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
121476 / FA RK 11-795
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging erkenning en ontvankelijkheid openbaar ministerie in familierechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 21 september 2011, betreft het een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een dochter door haar vermeende vader, [belanghebbende sub 2]. De dochter, hierna aangeduid als 'de dochter', heeft het verzoek ingediend via haar advocaat, mr. M. Kieft. De zaak is behandeld tijdens een zitting op 15 augustus 2011, waar de officier van justitie en de dochter, vergezeld door haar partner, aanwezig waren. De rechtbank heeft aantekeningen laten maken van de behandeling.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de dochter is geboren op 12 januari 1981 uit mevrouw [X], hierna 'de moeder' genoemd. Op 2 december 1991 is de erkenning door [belanghebbende sub 2] op de geboorteakte geplaatst. De moeder en [belanghebbende sub 2] zijn in 1996 gescheiden. In 1999 is [belanghebbende sub 2] veroordeeld voor ontucht met de dochter, wat leidde tot een schadevergoeding aan de dochter in 2000. De dochter heeft aangegeven dat de vermelding van [belanghebbende sub 2] in haar geboorteakte haar belast en dat zij haar voorgenomen huwelijk uitstelt in afwachting van de uitkomst van deze procedure.

De rechtbank heeft geoordeeld dat [belanghebbende sub 2] als belanghebbende in de procedure moet worden gehoord voordat er inhoudelijk op het verzoek kan worden beslist. De behandeling van de zaak is aangehouden tot een nieuwe zitting op 25 oktober 2011, waar [belanghebbende sub 2], de dochter en het openbaar ministerie zullen worden opgeroepen om hun standpunten kenbaar te maken. De rechtbank heeft verder iedere beslissing aangehouden tot die zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 121476 / FA RK 11-795 (n)
beschikking van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 21 september 2011
inzake
de officier van justitie in het arrondissement Almelo,
en
1. [belanghebbende sub 1],
wonende te [adres en woonplaats],
hierna te noemen “de dochter”,
advocaat: mr. M. Kieft te Enschede;
2. [belanghebbende sub 2],
wonende te [adres en woonplaats],
hierna te noemen “[belanghebbende sub 2]”,
belanghebbenden.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Bij op 21 juni 2011 ter griffie ingekomen verzoekschrift met bijlagen is verzocht de erkenningsakte van de dochter door [belanghebbende sub 2] te vernietigen.
1.2 De zaak is behandeld ter zitting van 15 augustus 2011. Ter zitting zijn verschenen: de officier van justitie en de dochter, vergezeld door haar partner, de heer [K]. De standpunten zijn toegelicht.
Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3 De beschikking is bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
2.1 Op 12 januari 1981 is in de gemeente [A], uit mevrouw [X] (hierna te noemen: de moeder) een dochter geboren genaamd: [belanghebbende sub 1].
Op 2 december 1991 werd de volgende aantekening op de geboorteakte geplaatst: Erkend door [belanghebbende sub 2]; gewettigd door huwelijk te [A] op [1991]; de geslachtsnaam is [naam belanghebbende sub 2].
2.2 In 1996 zijn de moeder en [belanghebbende sub 2] gescheiden. Bij Koninklijk Besluit van 24 december 1997 is de geslachtsnaam van de dochter gewijzigd in “[X]”.
2.3 Op 22 november 1999 is [belanghebbende sub 2] veroordeeld door het Hof Amsterdam voor het plegen van ontucht met de dochter, meermalen gepleegd. Dit arrest werd onherroepelijk op 3 november 2000. [Belanghebbende sub 2] heeft terzake deze strafbare feiten in 2000 aan de dochter een schadevergoeding voldaan.
3. De standpunten
3.1 De officier van justitie heeft in het inleidend verzoekschrift verzocht om de erkenning door [belanghebbende sub 2] van de dochter te vernietigen en de doorhaling te gelasten van de in het register van de burgerlijke stand van de gemeente [A] voorkomende akte van erkenning van de dochter, alsmede de verbetering te gelasten van de geboorteakte van de dochter.
3.2 De dochter heeft ter zitting kenbaar gemaakt dat zij er grote moeite mee heeft wanneer zij geconfronteerd wordt met de gegevens van [belanghebbende sub 2] in haar geboorteakte. Het feit dat [belanghebbende sub 2] in deze akte vermeld staat is voor haar zodanig belastend, dat zij haar voorgenomen huwelijk uitstelt in afwachting van de uitkomst van onderhavige procedure, in de hoop dat de naam van [belanghebbende sub 2] alsdan niet in haar huwelijksakte vermeld zal hoeven worden.
3.3 De dochter heeft desgevraagd tevens meegedeeld reeds vanaf het moment waarop [belanghebbende sub 2] haar heeft erkend op de hoogte te zijn geweest van het feit dat [belanghebbende sub 2] niet haar biologische vader is. Zij is niet binnen de termijn van 3 jaar na het bereiken van de meerderjarigheid tot vernietiging van de erkenning overgegaan, omdat zij destijds onder behandeling van een psycholoog was en een dergelijke procedure voor haar te belastend was.
3.4 Sinds 2009 heeft de dochter contact met haar biologische vader. Dit contact ontwikkelt zich tot een vader/dochter-band. De biologische vader heeft aan de dochter laten weten graag alsnog als haar vader in haar geboorteakte te willen worden vermeld, hetgeen de dochter ook graag zou willen.
4. De beoordeling van het verzochte
4.1 De rechtbank is van oordeel dat, alvorens inhoudelijk op het verzoek kan worden beslist, [belanghebbende sub 2] in de gelegenheid dient te worden gesteld, als belanghebbende in deze procedure, zijn standpunt ter zake aan de rechtbank kenbaar te maken. De rechtbank zal hiertoe de zaak aanhouden en een nieuwe zittingsdatum bepalen, tegen welke datum [belanghebbende sub 2], alsmede de dochter en het openbaar ministerie dienen te worden opgeroepen.
De beslissing
De rechtbank:
1. Houdt de behandeling van de zaak aan tot de zitting van 25 oktober 2011 te 10.00 uur teneinde [belanghebbende sub 2] in de gelegenheid te stellen als belanghebbende zijn standpunt kenbaar te maken.
2. Houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. M.H. van der Lecq en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2011 in tegenwoordigheid van mr. A.C.M. Heerdink, griffier.