ECLI:NL:RBALM:2011:BV1324
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.R.K. Valk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen geconstateerde verkeersovertreding en de geldigheid van de gebruikte meetapparatuur
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Almelo op 21 februari 2011 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersovertreding. Betrokkene had een sanctie van € 33,00 opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 6 km per uur, gepleegd op 12 september 2009 te Enschede. Het beroep was ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Utrecht, die op 7 december 2009 had geoordeeld over de opgelegde sanctie ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV).
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep tijdig was ingesteld en dat betrokkene binnen de wettelijke termijn zekerheid had gesteld, waardoor het beroep ontvankelijk was. Tijdens de zitting op 4 juni 2010 heeft betrokkene, vertegenwoordigd door zijn zoon, aangevoerd dat de gebruikte meetapparatuur, een digitale camera, niet geijkt was. Dit verweer werd ondersteund door de argumentatie dat de nummering van de apparatuur op de flitsfoto niet overeenkwam met de afgesproken plaats.
De kantonrechter heeft in een tussenbeschikking op 18 juni 2011 gevraagd om verduidelijking van de nummering, maar het Openbaar Ministerie kon hierop geen antwoord geven, omdat de opsporingsinstantie niet had gereageerd. Gezien het feit dat de vraag van betrokkene niet was beantwoord, concludeerde de kantonrechter dat niet was komen vast te staan dat de gebruikte apparatuur geijkt was. Daarom werd het beroep van betrokkene gegrond verklaard.
De kantonrechter heeft beslist dat het beroep gegrond is en dat de door betrokkene gestelde zekerheid aan hem wordt gerestitueerd. De bestreden beslissing werd vernietigd, en de uitspraak werd gedaan door mr. H.R.K. Valk, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier tijdens de openbare zitting.