Uitspraak
RECHTBANK ALMELO
verder te noemen ProBC,
verder te noemen [gedaagde] ,
Rechtbank Almelo
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Almelo op 12 september 2012 uitspraak gedaan in de procedure tussen ProBC B.V. en een gedaagde vennootschap. ProBC B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J.G.M. Stassen, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde vennootschap, die werd bijgestaan door advocaat mr. A.J.C. van Gurp. De rechtbank heeft in haar vonnis vastgesteld dat ProBC geen vordering heeft op de gedaagde partij. De rechtbank verwijst naar een eerder tussenvonnis van 30 november 2011, waarin het procesverloop is uiteengezet. Tijdens de comparitie van partijen op 11 juni 2012 is gebleken dat ProBC had gecontracteerd met twee andere besloten vennootschappen, maar dat de gedaagde partij niet de rechtsopvolger was van deze vennootschappen. De rechtbank concludeert dat de gedaagde vennootschap niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de vorderingen van ProBC, omdat deze vennootschappen nog steeds zelfstandig bestaan. De rechtbank wijst de vorderingen van ProBC af en veroordeelt haar tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde partij, die zijn begroot op € 1.744,- aan griffiekosten en € 1.788,- aan advocaatkosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.