ECLI:NL:RBALM:2012:BV1978
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- W.K.F. Hangelbroek
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil tussen ex-echtgenoten over beslaglegging en financiële noodsituatie
In deze zaak, die voor de Rechtbank Almelo is behandeld, gaat het om een executiegeschil tussen twee ex-echtgenoten. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Kaya, heeft gevorderd dat de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.C. van der Sijs, de executiemaatregelen stopzet of opschort in afwachting van een bodemprocedure. De eiser stelt dat hij in een financiële noodsituatie verkeert door de beslaglegging op zijn WIA-uitkering, wat hem in ernstige problemen zou brengen. De gedaagde betwist echter dat er sprake is van een noodsituatie en stelt dat bij de beslaglegging rekening is gehouden met de beslagvrije voet.
De rechtbank heeft op 25 januari 2012 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat rechtelijke uitspraken nagekomen moeten worden en dat inhoudelijke bezwaren tegen een uitspraak in het stadium van de tenuitvoerlegging niet meer in de vorm van een executiegeschil kunnen worden aangevoerd, tenzij er sprake is van misbruik van bevoegdheid. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een noodtoestand die de executie zou rechtvaardigen. De stelling van de eiser dat de woning nog steeds gezamenlijk eigendom is en dat de gedaagde pas recht heeft op betaling van het door het gerechtshof vastgestelde bedrag na eigendomsoverdracht, werd als onvoldoende onderbouwd beschouwd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van de eiser afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.K.F. Hangelbroek.