ECLI:NL:RBALM:2012:BV6776
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H. van Rhijn
- Rechtspraak.nl
Bewijsopdracht aan franchiseorganisatie voor dringend eigen gebruik van bedrijfsruimte
In deze zaak, gewezen door de Rechtbank Almelo op 21 februari 2012, staat de vordering van Bun Vastgoed B.V. centraal, die de beëindiging van een huurovereenkomst met C1000 Vastgoed B.V. en de ontruiming van de gehuurde bedrijfsruimte vordert. Bun stelt dat zij de gehuurde ruimte dringend nodig heeft voor eigen gebruik, in het kader van haar activiteiten als franchisenemer van Albert Heijn. De zaak is ontstaan na een opzegging van de huurovereenkomst door Bun, die in 2009 heeft plaatsgevonden, en de daaropvolgende juridische stappen die zijn ondernomen om de beëindiging van de overeenkomst af te dwingen.
C1000 en Emté Supermarkten, de gedaagden in deze procedure, betwisten de vorderingen van Bun. C1000 stelt dat Bun niet daadwerkelijk de intentie heeft om de ruimte zelf te gebruiken, terwijl Emté aanvoert dat zij aanzienlijke investeringen heeft gedaan in de huidige vestiging en dat de beëindiging van de huurovereenkomst voor haar ongunstig zou zijn. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van hun stellingen, waarbij Bun moet aantonen dat zij de ruimte daadwerkelijk voor eigen gebruik nodig heeft.
De rechtbank oordeelt dat Bun onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de ruimte daadwerkelijk zal gebruiken, en dat de belangen van Emté bij voortzetting van de huurrelatie zwaarder wegen dan die van Bun. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering door Bun, waarbij de rechter heeft aangegeven dat de belangenafweging in een later stadium zal plaatsvinden. De beslissing om de zaak aan te houden geeft partijen de kans om hun standpunten verder te onderbouwen en de rechtbank in staat om een weloverwogen oordeel te vellen over de vorderingen van Bun.