4. De Woonplaats heeft ter onderbouwing van de vordering bij de dagvaarding kopieën van waarschuwingsbrieven gevoegd die in de loop van 2011 aan [gedaagde] zijn gestuurd, alsmede foto’s van de binnen- en buitenzijde van de woning.
Uit de brieven van De Woonplaats blijkt onder meer het volgende:
- In een brief van 15 april 2011 zijn afspraken opgenomen die met [gedaagde] zijn gemaakt over het schoonhouden van de woning, waaronder dagelijks ventileren, ramen wassen, opruimen en het uitlaten van de hond.
- In een brief van 25 juli 2011 wordt een verslechtering van de situatie geconstateerd; de woonkamer staat vol spullen, de ramen zitten dicht, er is vocht te zien aan de muren, in de keuken staat afwas en er zijn overal etensresten. In de bijkeuken ligt een stinkende berg wasgoed, waarop spinrag zit. De hond doet zijn behoefte in de woonkamer. In de achtertuin zitten de vuilcontainers vol, zakken met vuil liggen onder het keukenraam, het onkruid staat hoog. In huis zijn veel dode en levende vliegen.
- In een brief d.d. 29 september 2011 wordt geconstateerd dat de berg met wasgoed en de vaat in de keuken zijn toegenomen en dat het in huis muf ruikt. Er zit spinrag aan het plafond en in de hoeken van de trap, in de slaapkamers liggen overal spullen, tassen, gebruikt servies en verpakkingen met etensresten. De schuur staat vol en de hond wordt nog steeds niet uitgelaten. De Woonplaats concludeert dat [gedaagde] niet zelf een huishouden kan runnen.
- Bij een onverwacht huisbezoek op 3 november 2011 is alles nog minder en viezer. Het is donker in huis, alles zit dicht. Er liggen spinrag en vliegjes op de vensterbank. Vuilniszakken en afval staan in de keuken, het fornuis en de afzuigkap zijn bruin van het vet. [gedaagde] slaapt zelf in de woonkamer. Het halletje met wc en badkamer is vies. Het behang en de stopcontacten zijn bruin. Ondanks de beloften en toezeggingen van [gedaagde] is er geen vooruitgang.
- Bij een huisbezoek op 24 november 2011 heeft [gedaagde] de vieze vaat en de berg wasgoed weggewerkt. Verder is de woning onveranderd; er hangt een penetrante onaangename lucht en er zijn vliegjes. In een brief d.d. 25 november 2011 stelt De Woonplaats dat [gedaagde] beter af is als zij (intern) begeleid woont. Alle hulpverlening die aan [gedaagde] is aangeboden de laatste jaren, is gestopt omdat [gedaagde] geen medewerking verleent. Begeleiding op vrijwillige basis werkt dus niet. De wijze waarop [gedaagde] het huis bewoont leidt tot schade aan de woning en mogelijk zelfs tot schade bij buren. Aan [gedaagde] wordt een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst aangekondigd. Zij krijgt nog één kans om te laten zien dat zij goed en schoon kan wonen; op 8 december 2011 moet het huis, uitgezonderd de zolder en de kelder, schoon en opgeruimd zijn.
- Op 8 december 2011 heeft [gedaagde] niet de gehele woning schoongemaakt, zo blijkt uit de brief van 15 december 2011. Op één van de slaapkamers liggen nog spullen en afval, op de trap en in de hal ligt viezigheid van langere tijd, de badkamer en het toilet zijn op verzoek van [gedaagde] niet bekeken. In huis hangt nog steeds een bedompte lucht en in de woonkamer lijkt schimmel bij het plafond te zitten. De gemaakte afspraak is dus niet nagekomen.