ECLI:NL:RBALM:2012:BV8663

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
12 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
127085 / HA RK 12-22
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • M. van der Winkel
  • A. van Eerden
  • J. Stoové
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen gerechtsambtenaren in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 12 maart 2012 een beschikking gegeven over een wrakingsverzoek van een verzoeker, die betrokken was bij een civiele procedure tegen ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V. Het wrakingsverzoek was gericht tegen alle regiobank Almelo-ambtenaren die de zaak met het kenmerk 383778 CV EXPL 11-9016 behandelden. De verzoeker had op 27 februari 2012 een wrakingsverzoek ingediend, dat per fax was ontvangen door de rechtbank. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling, omdat het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk was.

De rechtbank overwoog dat wraking van een (kanton-)rechter alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De verzoeker diende concrete feiten en omstandigheden aan te voeren die objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van de rechter konden onderbouwen. In dit geval ontbraken dergelijke feiten en omstandigheden in het wrakingsverzoek.

Daarnaast werd opgemerkt dat wraking van gerechtsambtenaren niet mogelijk is, waardoor het verzoek in dat opzicht ook niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank concludeerde dat het wrakingsverzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten en dat herstel van de gebreken niet mogelijk was. De beslissing om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren werd openbaar uitgesproken op 12 maart 2012.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK Almelo
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: 127085 / HA RK 12-22
Beschikking van 12 maart 2012
in de zaak van
[verzoeker]
wonende te [plaats],
verzoeker tot wraking,
tegen
alle regiobank Almelo- ambtenaren die de zaak met het kenmerk 383778 CV EXPL
11-9016 behandelen.
1. De procedure
1.1 Bij de kantonrechter te Enschede is onder zaaksnummer 382778 CV EXPL 11-9016 een procedure aanhangig tussen de naamloze vennootschap ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V. als eiseres en [verzoeker] als gedaagde. In deze zaak is [verzoeker] door ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V. gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de kantonrechter te Enschede. Ter zitting van deze kantonrechter heeft [verzoeker] op 1 november 2011 schriftelijk geantwoord. Hierop heeft ASR Basis Ziektekostenverzekeringen N.V. ter zitting van 3 januari 2012 gerepliceerd. Thans staat de zaak voor dupliek aan de zijde van [verzoeker].
1.2 Op 27 februari 2012 is door de rechtbank per fax het onderhavige wrakingsverzoek d.d. 26 februari 2012 ontvangen. Het wrakingsverzoek is gericht aan:
“de rechtspraak”
Europees meldpunt voor Wrakingsverzoeken van onderdanen (EMWO) vacant
p/a Regiobank Almelo
“Huize Overheidsvergeldingslust”
Egbert Gortigstraat 5
7607 GB Almelo
1.3 De wrakingskamer heeft, gelet op het navolgende, afgezien van een mondelinge behandeling.
2. Het wrakingsverzoek
2.1 Het verzoek tot wraking is gericht tegen alle regiobank Almelo- ambtenaren die de zaak met het kenmerk 383778 CV EXPL 11-9016 behandelen, gerekend vanaf het moment van ontvangst van het eerste behandelsignaal (kan een (proef-)document-per-post zijn, maar ook een e-mail, een verbaal intern of extern telefoontje, een non-verbaal faxbericht, een etentje, (een) publiekprivaat wandelgangengesprek(ken) etc.)
2.2 Het wrakingsverzoek bevat geen wrakingsgronden.
3. De beoordeling
3.1 Wraking van een gerechtsambtenaar of gerechtsambtenaren is niet mogelijk. Het wrakingsverzoek is daarom kennelijk niet ontvankelijk voorzover het is gericht jegens gerechtsambtenaren.
3.2 Wraking van een (kanton-)rechter is slechts mogelijk op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan kan sprake zijn indien de rechter jegens een partij vooringenomen is of indien de vrees van een partij daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Bij de beoordeling daarvan moet voorop staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat bij die partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is (HR 16 juni 1992 NJ 1992,819, HR 30 juni 1992 NJ 1993,194 en HR 24 oktober 1995 NJ 1996,484). Uit de artt. 36 en 37 Rv en het vermoeden van onpartijdigheid volgt dat de verzoeker concrete feiten en omstandigheden dient aan te voeren waaruit objectief afgeleid moet worden dat de rechter jegens een partij vooringenomen is of de vrees van een partij dat dat zo is objectief gerechtvaardigd is. Alle feiten en omstandigheden moeten tegelijk - in het wrakingsverzoek - worden voorgedragen.
Het onderhavige wrakingsverzoek bevat geen feiten of omstandigheden waaruit vooringenomenheid van een (kanton-)rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden. Bij gebreke daarvan is het wrakingsverzoek voorzover dat is gericht jegens een (kanton-)rechter of (kanton-)rechters eveneens kennelijk niet-ontvankelijk.
3.3 Het wrakingsverzoek voldoet niet aan de wet. Herstel van de gebreken is niet mogelijk. De mondelinge behandeling van het kennelijk niet-ontvankelijke wrakingsverzoek kan daarom achterwege blijven.
4. De beslissing
Verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek.
Deze beschikking is gegeven door de mrs. Van der Winkel, Van Eerden en Stoové en in openbaar uitgesproken op 12 maart 2012.