ECLI:NL:RBALM:2012:BV9702

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
7 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
126315 KG ZA 19/12
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contactverbod opgelegd aan gedaagde na stalking en bedreiging van eiseres

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 7 maart 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagde, waarbij eiseres een contactverbod heeft gevorderd. Eiseres, die drie minderjarige kinderen heeft, heeft gedaagde beschuldigd van stalking en bedreiging, zowel via sms als e-mail, na het beëindigen van hun relatie. Eiseres heeft aangifte gedaan van deze bedreigingen op 7 september en 14 november 2011. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde, ondanks een eerder opgelegd contactverbod door de strafrechter, doorging met het versturen van bedreigende berichten en het plaatsen van ongepaste contactadvertenties op naam van eiseres. Dit gedrag heeft geleid tot een gevoel van onveiligheid bij eiseres en haar kinderen.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat een contactverbod een inbreuk maakt op het recht van gedaagde om zich vrijelijk te bewegen, maar dat de ernst van de bedreigingen en het onrechtmatig handelen van gedaagde zwaarder wegen. De rechter heeft geoordeeld dat er een reële dreiging bestaat voor toekomstig onrechtmatig handelen door gedaagde, waardoor eiseres recht heeft op bescherming. Het contactverbod is opgelegd voor een periode van twee jaar, met een dwangsom van € 250,-- voor elke overtreding, tot een maximum van € 20.000,--. Eiseres is gemachtigd om de naleving van dit verbod te handhaven met behulp van de politie.

De voorzieningenrechter heeft gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 171,97, inclusief griffiekosten en advocaatkosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 126315 KG ZA 19/12
datum vonnis: 7 maart 2012 (ck)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats]
eiseres,
verder te noemen: [eiseres],
advocaat: mr. P.J.J. van de Kerkhof te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde,
verder te noemen: [gedaagde],
advocaat: mr. G.J. Ligtenberg te Wierden.
Het procesverloop
[eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 2 maart 2012. Ter zitting zijn verschenen:
[eiseres] vergezeld door mr. P.J.J. Kerkhof en [gedaagde] vergezeld door mr. Ligtenberg.
De standpunten zijn toegelicht.
De uitspraak van het vonnis is nader en bij vervroeging bepaald op heden.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast. [eiseres] en [gedaagde] hebben een affectieve relatie gehad. Tijdens, maar met name na het eindigen van de relatie, heeft [gedaagde] [eiseres], onder andere via het internet, gestalkt en bedreigd. Hiervan heeft [eiseres] op
7 september 2011 en op 14 november 2011 aangifte gedaan. [eiseres] heeft drie minderjarige kinderen.
2. [eiseres] vordert, zakelijk weergegeven, in het onderhavige kort geding:
I. [gedaagde] te verbieden gedurende twee jaren na betekening van dit vonnis op enigerlei wijze contact op te nemen en/of te hebben met [eiseres], onder verbeurte van een dwangsom van € 250,-- voor iedere overtreding, met een maximum van € 20.000,-- met machtiging van [eiseres] om de verboden te handhaven met behulp van de sterke arm der politie;
II. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding.
3. Tijdens de aangifte van 7 september 2012 heeft [eiseres] verklaard dat zij en [gedaagde] elkaar in januari 2011 hebben leren kennen via een internetsite, waarna [eiseres] en [gedaagde] een relatie hebben gekregen. Na zeven maanden heeft [eiseres] de relatie beëindigd. Sindsdien valt [gedaagde] [eiseres] lastig met bedreigingen via sms en e-mail. Volgens [eiseres] bestaan de smsen en e-mails uit bedreigende en obscene teksten en foto’s. De smsen en e-mails bevatten onder andere teksten als: ‘ik maak je kapot’ en ‘ik schiet je dood’. In juli 2011 heeft [gedaagde] [eiseres] mishandeld, waarvan [eiseres] aangifte heeft gedaan. [gedaagde] is gearresteerd. In september 2011 heeft [eiseres] haar telefoonnummer gewijzigd.
Op 14 november 2011 heeft [eiseres] opnieuw aangifte gedaan. Volgens deze aangifte is [gedaagde] op 20 oktober 2011 door de politierechter van de rechtbank te Almelo veroordeeld tot een taakstraf met een proeftijd van twee jaren en is [gedaagde], als bijzondere voorwaarde, een contactverbod opgelegd. Na de aangifte van september 2012 heeft [eiseres] haar Hotmail-account geblokkeerd. [eiseres] heeft daarna echter vele aan haar gerichte brieven van haar onbekende mannen uit het hele land ontvangen, welke brieven allemaal door post.nl zijn gestempeld in Zwolle. De brieven bevatten verwijzingen naar contactadvertenties die door [eiseres] op onder andere Facebook, Speurders en Marktplaats zouden zijn geplaatst, waarin [eiseres] zich aanbiedt voor het (gratis) verrichten van seksuele handelingen. In het merendeel van de brieven wordt hetzelfde mobiele telefoonnummer vermeld waarop de mannen te bereiken zijn. In een deel van de contactadvertenties is het adres van [eiseres] vermeld. Vanaf begin november 2011 melden zich dan ook mannen op het woonadres van [eiseres]. [eiseres] heeft in de aangifte gesteld dat [gedaagde] stelselmatig inbreuk maakt op haar persoonlijke levenssfeer en dat [gedaagde] bij [eiseres] en haar kinderen een chronisch gevoel van onveiligheid heeft gecreëerd.
Ter zitting van 2 maart 2012 heeft [eiseres] verklaard dat ze in december 2011 nog twee kerstkaarten van [gedaagde] heeft ontvangen, welke kaarten [eiseres] ter zitting heeft getoond. Op de ene kaart is een foto van een penis in erectie afgebeeld en op de andere kerstkaart is een foto van een vagina weergegeven. Voorts heeft [eiseres] na haar naam te hebben ‘gegoogled’ geconstateerd dat er nog contactadvertenties met haar gegevens zijn te vinden op het internet. [eiseres] heeft verklaard dat ze inmiddels met haar kinderen is ondergedoken, omdat ze zich in hun woning zeer onveilig voelen. Recent is een ruit ingegooid met een stoeptegel. De kinderen zijn, volgens [eiseres], getraumatiseerd.
4. [gedaagde] heeft verweer gevoerd, maar het merendeel van de verwijten en de strafrechtelijke veroordeling erkend. [gedaagde] heeft onder andere erkend dat hij advertenties heeft geplaatst, dat hij brieven heeft gestuurd en dat hij de kerstkaarten heeft toegezonden. Volgens [gedaagde] heeft hij, nadat hij twee weken geleden opnieuw is gearresteerd, niets meer aan [eiseres] gezonden en heeft hij geen advertenties meer geplaatst. [gedaagde] heeft verklaard spijt te hebben van zijn gedrag en voor zijn gedrag hulp te hebben gezocht bij De Tender. Volgens [gedaagde] is een contactverbod niet meer nodig.
5. De voorzieningenrechter overweegt dat een contactverbod inbreuk maakt op het fundamentele recht om zich vrijelijk te bewegen en te gedragen. Voor toewijzing van een dergelijke maatregel moet in hoge mate aannemelijk zijn dat er sprake is van feiten en omstandigheden die een zodanige inbreuk op de rechten rechtvaardigen.
De voorzieningenrechter concludeert dat [gedaagde] [eiseres] tot voor kort smsen en
e-mails met bedreigende en obscene teksten heeft gestuurd. Voorts heeft [gedaagde] tot twee weken geleden op naam van [eiseres] contactadvertenties met obscene teksten en met vermelding van het adres van [eiseres] geplaatst. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde] hierdoor onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld. Nu [gedaagde], na het door de strafrechter opgelegde contactverbod, tot recent is doorgegaan met onrechtmatig handelen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat er sprake is van een reële dreiging voor toekomstig onrechtmatig handelen door [gedaagde] jegens [eiseres], zodat zij, zo al een afschrikwekkende werking uit zou gaan van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde werkstraf, nog steeds belang heeft bij het opleggen van een contactverbod door de civiele rechter op straffe van verbeurte van een dwangsom. De voorzieningenrechter is, gelet op de aard en ernst van het (recente) onrechtmatig handelen, van oordeel dat het belang van [gedaagde] om zich vrijelijk te kunnen bewegen niet opweegt tegen het belang van [eiseres] om zich veilig te voelen en zich ongestoord te kunnen bewegen, zodat de voorzieningenrechter [gedaagde] een contactverbod zal opleggen.
6. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. verbiedt [gedaagde] om gedurende twee jaren na betekening van het onderhavige vonnis op enigerlei wijze contact op te nemen of te hebben met [eiseres] op straffe van een dwangsom van € 250,-- voor iedere overtreding, met een maximum van € 20.000,--.
II. machtigt [eiseres] om de naleving van het onder I. vermelde verbod met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen;
III. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 171,97 aan verschotten, waarvan te betalen aan de griffier van deze rechtbank € 98,97 aan exploitkosten, en € 527,-- aan salaris van de advocaat.
IV. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 maart 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.