ECLI:NL:RBALM:2012:BV9715
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- G. van Eerden
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot nakoming van beëindigingsovereenkomst en loonbetalingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Almelo op 15 maart 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werkneemster, aangeduid als [eiseres], en haar voormalige werkgevers, aangeduid als [gedaagden]. De werkneemster vorderde betaling van achterstallig loon en andere vergoedingen op basis van een beëindigingsovereenkomst die op 18 november 2011 was getekend. De arbeidsovereenkomst was met wederzijds goedvinden beëindigd per 1 februari 2012, maar de werkneemster stelde dat de gedaagden hun verplichtingen uit de overeenkomst niet waren nagekomen. De gedaagden voerden als verweer aan dat de werkneemster een sleutel van het pand niet had ingeleverd, en dat zij daarom de betaling mochten opschorten.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagden niet gerechtigd waren om de nakoming van hun verplichtingen op te schorten, aangezien er in de beëindigingsovereenkomst geen afspraken waren gemaakt over het teruggeven van sleutels. De rechter stelde vast dat de werkneemster de sleutel in 2004 was kwijtgeraakt en dat de gedaagden geen schade hadden geleden door het niet terugkrijgen van de sleutel. De rechter wees de vorderingen van de werkneemster grotendeels toe, inclusief de betaling van achterstallig loon, eindejaarsuitkering, vakantiebijslag en een beëindigingvergoeding.
De kantonrechter veroordeelde de gedaagden hoofdelijk tot betaling van de gevorderde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde een dwangsom in voor het niet verstrekken van loonstroken. Ook werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van het nakomen van afspraken in beëindigingsovereenkomsten en de voorwaarden waaronder een werkgever betalingsverplichtingen kan opschorten.