ECLI:NL:RBALM:2012:BW0081

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
13 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
126706 / KG ZA 12-35 (sjs)
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het aanbrengen van beschoeiing en herstel van afkalving op recreatieperceel

In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschappen Cannenburgh B.V. en Recreatiepark De Tolplas Beheer B.V. De eisers vorderden onder andere dat de gedaagden hoofdelijk zouden worden veroordeeld om binnen 30 dagen beschoeiing aan te brengen op hun perceel grond, dat zij zouden worden gemachtigd om deze werkzaamheden zelf uit te voeren indien de gedaagden in gebreke bleven, en dat zij een bedrag van € 904,00 aan buitengerechtelijke kosten zouden betalen. De zaak is behandeld op 28 februari 2012, waarbij de voorzieningenrechter ter plaatse een eigen waarneming heeft gedaan bij Recreatiepark De Tolplas te Hoge Hexel.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eisers onvoldoende spoedeisend belang hebben aangetoond voor hun vorderingen. De rechter heeft vastgesteld dat er geen reëel en voldoende ernstig gevaar voor de kavel en chalets van eisers is aangetoond, en dat de problemen met de afvoer van regenwater niet kunnen worden uitgesloten als oorzaak van de afkalving. Bovendien hebben de gedaagden aangeboden om het strand te herstellen, en hebben eisers zelf een noodvoorziening getroffen. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter de eisers niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen en hen veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden zijn begroot op € 1.391,00.

Het vonnis is uitgesproken op 13 maart 2012 door mr. W.K.F. Hangelbroek in de Rechtbank Almelo, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 126706 / KG ZA 12-35 (sjs)
Vonnis in kort geding van 13 maart 2012
in de zaak van
1. [eiser 1]
wonende te [plaats],
2. [eiseres 2],
wonende te [plaats],
verder gezamenlijk te noemen [eisers] (enkelvoud),
eisers,
advocaat mr. R.J.J. Hilberts te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Cannenburgh B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
verder te noemen Cannenburgh,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Recreatiepark De Tolplas Beheer B.V.,
gevestigd te Wierden,
verder te noemen De Tolplas Beheer,
gedaagden,
advocaten mr. S.J.M. Masselink en mr. M.A. Schuring te Almelo.
1. Het procesverloop
1.1. [eisers] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
1.2. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 28 februari 2012. Ter zitting zijn verschenen: [eiser 1], mede namens [eiseres 2], vergezeld door mr. Hilberts, [M] namens Cannenburg B.V. en [K] namens Recreatiepark De Tolplas Beheer B.V., vergezeld door mrs. Masselink en Schuring en voorts [N] van Haverslag B.V. De standpunten zijn toegelicht, door mrs. Hilberts en Masselink aan de hand van een pleitnota. Aansluitend is de voorzieningenrechter overgegaan tot eigen waarneming ter plaatse bij Recreatiepark De Tolplas te Hoge Hexel, vergezeld door de griffier, partijen met hun advocaten en [N]
1.3. Het vonnis is bepaald op vandaag.
2. De vaststaande feiten
2.1. In deze zaak staat het navolgende vast.
2.2. Op 22 juli 2008 heeft [eisers] van Collage B.V. een perceel grond gekocht bestemd voor de plaatsing van een chalet, staande en gelegen op het Recreatiepark De Tolplas te Hoge Hexel (hierna: het recreatiepark), aangeduid met kavelnummer [..]. Dit perceel grond is op 9 december 2008 aan [eisers] geleverd. [K] Chalets B.V. heeft vervolgens aan [eisers] een tweetal chalets, te weten een hoofdverblijf en een afzonderlijk gastenverblijf, verkocht en op 1 juli 2009 geleverd.
2.3. Cannenburgh is eigenaar van de zich op het recreatiepark bevindende recreatie- en surfplas (hierna: de recreatieplas). De Tolplas Beheer is eigenaar van de zich op het recreatiepark bevindende 10 meter brede strook gelegen voor de kavel van [eisers] en overige kavelbezitters.
2.4. Bij brief van 15 september 2011 heeft [eisers] aan Cannenburgh en De Tolplas Beheer medegedeeld dat zijn kavel en het bij hem in gebruik zijnde aangrenzende strand vermoedelijk als gevolg van opslaand water is gaan afkalven en dat hij zich hier ernstige zorgen over maakt. [eisers] heeft in die brief verzocht de oorzaak van de afkalvingproblematiek te onderzoeken, dit probleem op te (doen) lossen en voorts de reeds geleden schade te herstellen.
2.5. Bij brief van 7 oktober 2011 heeft Cannenburg hierop gereageerd. Zij deelt mede dat zij een extern specialist onderzoek heeft laten doen naar de afkalvingproblematiek en dat uit dit onderzoek is gebleken dat de oorzaak is gelegen in de hemelwaterafvoer van de bij [eisers] in eigendom zijnde kavel. Volgens Cannenburgh hebben de onder de chalets gelegen grindkoffers geen nut, omdat deze binnen de dakoverkapping van de chalets vallen, en voorts is volgens haar van belang dat een drainage ontbreekt. De oplossing van de afkalvingproblematiek is volgens Cannenburgh gelegen in een combinatie van het breder maken van de grindkoffers en het aanleggen van drainage.
2.6. Een door [eisers] ingeschakelde deskundige, ing. [B] van [B] Ingenieursbureau (hierna: [B]), concludeert in zijn e-mailbericht van 25 januari 2012 dat het afkalven van het strand wordt veroorzaakt doordat het water van de plas bij wind in beweging is (golfslag) en hierdoor de zandkorrels onderwater gaan rollen, in verband met het relatief steile talud onderwater. Het plaatsen van drainage heeft volgens [B] geen zin. [B] stelt drie maatregelen voor: het plaatsen van beschoeiing, stabilisatie van het zand achter de beschoeiing en opvang van hemelwater in een put, waarna dit moet worden afgevoerd naar de recreatieplas.
2.7. Op 27 januari 2012 heeft [eisers] een noodvoorziening aangebracht op een deel van het aangrenzende strand bij zijn chalet (hoofdverblijf) door op het talud, zowel onder als boven de waterlijn, folie te laten plaatsen.
2.8. Op 30 januari 2012 heeft Haverslag B.V. een offerte uitgebracht voor het aanbrengen van oeverbescherming ten bedrage van € 20.650,88 exclusief BTW.
3. De standpunten van partijen
3.1. [eisers] vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Cannenburgh en De Tolplas Beheer hoofdelijk te veroordelen om binnen 30 dagen na het in deze te wijzen vonnis, over de lengte van het bij [eisers] in eigendom zijnde perceel grond voornoemd, ter hoogte van de bij [eisers] in eigendom zijnde chalets, beschoeiing met een diepte van 4 meter te (laten) plaatsen en/of zand achter deze beschoeiing te (laten) stabiliseren en/of het regenwater van het achterliggende terrein op te (laten) vangen in een put en middels een afvoerbuis naar de recreatieplas te (laten) leiden, een en ander conform de offerte van Haverslag B.V. en het rapport van [B], op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom;
II. [eisers] te machtigen om, indien Cannenburgh en De Tolplas Beheer in gebreke blijven aan de veroordeling onder I. te voldoen, de onder I. omschreven werkzaamheden op kosten van Cannenburgh en De Tolplas Beheer zelf uit te (laten) voeren en daartoe de recreatieplas en het strand te betreden;
III. Cannenburgh en De Tolplas Beheer hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 904,00 wegens buitengerechtelijke kosten;
IV. Cannenburgh en De Tolplas Beheer te veroordelen in de proceskosten.
3.2. Hiertoe voert [eisers] – kort samengevat – aan dat sprake is van dreigende schade aan de eigendommen van [eisers] door het afkalven van het strand. Volgens [eisers] handelt Cannenburgh en De Tolplas Beheer onrechtmatig door de door [eisers] gevorderde noodzakelijke maatregelen, tot met name het aanbrengen van beschoeiing, tegen te houden. Uit de bevindingen van [B] en Haverslag B.V. blijkt dat de maatregelen noodzakelijk zijn en dat deze spoedig dienen te worden aangebracht. Voorts doet de problematiek zich ook voor bij andere kavels, waarbij twee eigenaren reeds tot het aanbrengen van beschoeiing zijn overgegaan.
3.3. Cannenburgh en De Tolplas Beheer brengen hiertegen in dat – kort samengevat – primair geen sprake is van een spoedeisend belang. Door het aanbrengen van een noodvoorziening is de spoedeisendheid vervallen. Voorts hebben Cannenburgh en De Tolplas Beheer en (de niet gedagvaarde) Recreatiepark De Tolplas B.V aangeboden het strand bij het chalet van [eisers] te herstellen. Daartoe dient [eisers] wel de aanwezige bosschages en paaltjes op het strand te verwijderen, zodat de werkzaamheden daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Subsidiair zijn Cannenburgh en De Tolplas Beheer van mening dat de vordering van [eisers] dient te worden afgewezen. Allereerst heeft [eisers] de verkeerde partij gedagvaard. Het beheer van het recreatiepark wordt namelijk uitgevoerd door Recreatiepark De Tolplas B.V., die niet gedagvaard is. Voorts is er volgens Cannenburgh en De Tolplas Beheer geen juridische grondslag voor de vordering van [eisers]. Bovendien ligt de oorzaak voor het wegspoelen van het strand bij [eisers] zelf. De tuin van [eisers] is onjuist en niet conform het tuinplan aangelegd, waardoor het regenwater niet in de grond kan trekken. De door [eisers] genoemde andere kavels op het recreatiepark betreffen andere gevallen, waarbij de betreffende kaveleigenaren zelf beschoeiing hebben geplaatst. Daarvoor hebben Cannenburgh en De Tolplas Beheer geen toestemming gegeven.
4. De beoordeling
4.1. De vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, dient te worden beantwoord aan de hand van een afweging van de belangen van partijen en de uitkomst van de beoordeling van de voorlopige merites van de zaak. Spoedeisend belang heeft de eisende partij in ieder geval, indien van hem niet kan worden gevergd dat hij een bodemprocedure afwacht.
4.2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eisers] zijn spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Vooralsnog is onvoldoende aannemelijk geworden dat sprake is van afslag van het strand voor de kavel van [eisers] door golfslag van de recreatieplas en dat daardoor reëel en voldoende ernstig gevaar voor de kavel en de chalets van [eisers] wordt veroorzaakt. Problemen met de afvoer van regenwater kan als oorzaak niet worden uitgesloten, nu aan de zijde van de recreatieplas een grindbak naast de chalet ontbreekt en de juiste plaatsing van de andere grindbakken wordt betwist. Daarbij komt dat Cannenburgh en De Tolplas Beheer mede namens Recreatiepark De Tolplas B.V. hebben aangeboden om het strand te herstellen en te egaliseren en dat [eisers] reeds een noodvoorziening met folie heeft aangebracht op het betreffende stuk strand. Van een (nood)situatie, waarbij niet van [eisers] kan worden gevergd dat hij een bodemprocedure afwacht, is derhalve naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake.
4.3. Nu het spoedeisend belang onvoldoende aannemelijk is geworden, zal [eisers] in zijn vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Aan een inhoudelijke beoordeling van de vorderingen komt de voorzieningenrechter dan ook niet toe.
4.4. [eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Cannenburgh en De Tolplas Beheer worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.391,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
I. verklaart [eiser 1] en [eiseres 2] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
II. veroordeelt [eiser 1] en [eiseres 2] in de proceskosten, aan de zijde van Cannenburgh B.V. en Recreatiepark De Tolplas Beheer B.V. tot op heden begroot op € 1.391,00.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.