ECLI:NL:RBALM:2012:BW0448

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
30 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-700333-11
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en kinderporno met betrekking tot minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 30 maart 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van mensenhandel, het vervaardigen en verspreiden van kinderporno, en bedreiging van opsporingsambtenaren. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot een minderjarige, en dat hij pornografische afbeeldingen had vervaardigd en verspreid waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank vond voldoende bewijs voor de beschuldigingen van mensenhandel en het in bezit hebben van kinderporno, maar sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten wegens gebrek aan bewijs. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte. De rechtbank benadrukte de ernst van de gepleegde feiten, vooral gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers, en de impact die dergelijke delicten op hen kunnen hebben. De verdachte had eerder al een veroordeling voor een zedenmisdrijf, wat meegewogen werd in de strafoplegging. De rechtbank wees ook de vordering van de officier van justitie tot onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen goederen af, omdat er geen duidelijke lijst van deze goederen was overgelegd.

Uitspraak

Rechtbank Almelo
Sector strafrecht
Parketnummer: 08/700333-11
Datum vonnis: 30 maart 2012
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:
[verdachte],
geboren op [1963] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres],
nu verblijvende in de PI Overijssel, HvB Karelskamp te Almelo.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 januari 2012 en 16 maart 2012. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C. van Zwol en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. J.O.A.N. de Vries, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
zich al dan niet samen met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt;
feit 2
zich al dan niet samen met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel
met betrekking tot vier personen;
feit 3
ontucht heeft gepleegd met iemand die niet geheel in staat was zijn wil daarover te bepalen of kenbaar te maken, waarbij verdachte onder meer bij die persoon seksueel is binnengedrongen;
feit 4
al dan niet samen met een ander of anderen foto’s en een film met daarop kinderporno heeft gemaakt, danwel in bezit heeft gehad en heeft verspreid;
feit 5
ambtenaren van politie heeft bedreigd danwel beledigd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011
tot en met 13 oktober 2011, althans in de maand juli 2011 in de gemeente
Almelo en/althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een persoon, genaamd [slachtoffer 1], geboren [1995], ertoe heeft
gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer
seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten
aanzien van die [slachtoffer 1] enige handeling heeft ondernomen, waarvan hij
verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor
beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die
[slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen:
- (een) fotografische opname(n) van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt en/of
(vervolgens) die opname(n) via internet/mail aan/naar klant(en)/derde(n)
heeft verspreid/verstuurd, en/of
- die [slachtoffer 1] via zijn verdachtes escort service met (een) klant(en)/derde(n)
in contact heeft gebracht, en/of
- die [slachtoffer 1] naar en/of van klant(en)/derde(n) heeft vervoerd, en/of
- zijn, verdachte(s) woning voor het verrichten van seksuele handelingen door
die [slachtoffer 1] met (een) klant(en)/derde(n) ter beschikking heeft gesteld, en/of
- zijn, verdachte(s) computer(s) voor het leggen van contacten/afspraken
met die klant(en)/derde(n) aan die [slachtoffer 1] ter beschikking heeft gesteld;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 13 oktober 2011
in de gemeente Almelo en/althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
een of meer perso(o)n(en) van verschillende nationaliteiten (waaronder:
- [slachtoffer 2], ook genoemd [verkorte naam], geboren op [1988] te
[geboorteplaats/land] , en/of
- [slachtoffer 3], ook genoemd [overige namen], geboren [1992]
te [geboorteplaats/land], en/of
- [slachtoffer 4], geboren [1985] te [geboorteplaats/land], en/of
- [slachtoffer 5], ook genoemd [roepnaam], geboren op [1988] te [geboorteland])
* (sub 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of een of meer andere feitelijkheden
en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft
geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen,
met het oogmerk van uitbuiting van die perso(o)n(en), en/of
* (sub 4)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of een of meer andere feitelijkheden
en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft
gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
arbeid of diensten dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan
verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die perso(o)n(en) zich
daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten, en/of
* (sub 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die
perso(o)n(en), en/of
* (sub 9)
(telkens) door een of meer andere feitelijkheden en/of door misleiding en/of
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel
bewogen verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst
van de seksuele handeling(en) van die perso(o)n(en) met of voor een derde,
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s) en/althans alleen
(telkens):
* ten aanzien van voornoemde perso(o)n(en) die niet over een (permanente)
verblijfsverguning voor Nederland beschikte(n) en/of zich in een
asielprocedure bevond(en) en/of illegaal in Nederland verbleef/verbleven
en/of de Nederlandse taal niet (goed) machtig was/waren en/of onbekend in
Nederland was/waren en/of onbekend was/waren met de Nederlandse regels en/of
wetten en/of gewoonten en/of (bijna) niemand in Nederland kende(n)
en/of/aldus zich in een kwetsbare/afhandelijke positie bevond(en):
- voornoemde(e) person(o)n(en) heeft benaderd voor prostitutiewerkzaamheden,
en/of
- voornoemde perso(o)n(en) via zijn, verdachtes escort service ("Keelips")
met (een) klant(en)/derde(n) in contact heeft gebracht en/of laten
brengen, en/of
- zijn, verdachtes, woning voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden
door die perso(o)n(en) ter beschikking heeft gesteld, en/of
- controle heeft uitgeoefend of laten uitoefenenen op de prostitutie
werkzaamheden van voornoemde perso(o)n(en), en/of
- de verdiensten van die perso(o)(en) voor die prostitutiewerkzaamheden
(gedeeltelijk) heeft afgenomen en/of laten afgeven en/of bewaard en/of
een schuldrelatie met die perso(o)n(en) heeft laten onstaan, en/of
- de/het paspoort(en)/identiteitsbewijs/zen van voornoemde perso(o)n(en) in
bewaring heeft genomen, en/of
* zich tegen een of meer van die perso(o)n(en) heeft voorgedaan als politie
informant en/of tegen die perso(o)n(en) heeft gezegd dat hij, verdachte, de
prostitutiewerkzaamheden van die perso(o)n(en) zou melden bij de politie;
3.
hij in of omstreeks de maand augustus 2011, althans de periode van 1 januari
2011 tot en met 20 september 2011 in de gemeente Almelo,
A)
met [slachtoffer 6], van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer 6] in staat van
bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan
wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn
geestvermogens leed dat die [slachtoffer 6] niet of onvolkomen in staat was zijn wil
daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 6],
hebbende verdachte zijn geslachtsdeel in de anus en/of mond van die [slachtoffer 6]
geduwd/gebracht;
en/of
B)
met [slachtoffer 6], van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer 6] in staat van
bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan
wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn
geestvermogens leed dat die [slachtoffer 6] niet of onvolkomen in staat was zijn wil
daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit:
- het betasten en/of in de mond nemen en/of pijpen en/of aftrekken van het
geslachtsdeel van die [slachtoffer 6], en/of
- zich laten betasten en/of laten likken en/of laten wrijven/aanraken van de
tepels en/of anus en/althans het lichaam van verdachte door die [slachtoffer 6], en/of
- het in de mond laten nemen en/of pijpen en/of aftrekken van zijn,
verdachtes, geslachtsdeel door die [slachtoffer 6];
4.
hij in of omstreeks 1 januari 2011 tot en met 13 oktober 2011 in de gemeente
Almelo, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen en/althans alleen,
één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 60,
althans een of meer, foto('s) en/of een film en/althans (een)
gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (te weten een computer en/of
een harddisk) heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld
en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of
verworven en/of/althans in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde
seksuele gedraging(en) bestond(en) uit:
- het oraal en/of anaal penetreren met de penis van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, en/of
- het oraal en/of anaal penetreren met de penis van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt, en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen met de vinger(s)/hand van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt,
en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen (met de vinger(s)/hand)
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet heeft bereikt, en/of
- het geheel naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt en/of (waarna) door het
camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht
worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
5.
hij op of omstreeks 22 december 2011 in de gemeente Borne
(in het Politie Arrestantencomplex Twente)
een of meer opsporingsambtena(a)r(en) van de Regiopolitie Twente, genaamd [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] (meermalen) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het
leven gericht en/althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk:
- voornoemde [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik weet je wel te vinden. Ik durf je zelfs wel met de dood te bedreigen", en/althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- tegenover een of meer medewerker(s) van dat Politie Arrestanten Centrum
verklaard/gezegd/geroepen: "De eerste de beste rechercheur die bij mij komt,
sla ik op de bek" en/of "Als het de rechercheur is met die baard, dan zoek ik
hem op in Hengelo en maak ik hem af" en/althans woorden van gelijke
bedreigende aard of strekking en welke bedreiging(en) door (een van) die
medewerker(s) ter kennis van die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] is/zijn gebracht;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 5 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 22 december 2011 in de gemeente Borne
(in het Politie Arrestantencomplex Twente) opzettelijk beledigend (een)
ambtena(a)r(en), te weten de brigadier(s) van de Regiopolitie Twente genaamd
[slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige
uitoefening van zijn/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling
heeft toegevoegd de woorden "Vuile flikker", althans woorden van gelijke
beledigende aard en/of strekking;
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake van de feiten onder 1, 2, 3 onder A en B, 4 en 5 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden met aftrek van het voorarrest. Tevens vordert zij onttrekking aan het verkeer van een laptop, een harddisk en een flashcard. Met betrekking tot deze goederen verwijst zij naar een door de politie opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming die zij bij de vordering over heeft gelegd.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs .
5.1. De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Feit 1:
Evenals de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de rechtbank met de verdediging van oordeel is dat de strafbare gedragingen door verdachte alleen zijn gepleegd en dat de periode waarin deze gedragingen zijn gepleegd beperkt is tot de periode van 1 juli 2011 tot 26 juli 2011. , , De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over de periode waarin het feit gepleegd is en of er sprake is van medeplegen, zodat de rechtbank het er voor houdt dat de officier van justitie zich dienaangaande refereert aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 2:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat alle vier in de tenlastegelegde genoemde modaliteiten, te weten uitbuiting (sub 1), dwingen of bewegen tot arbeid (sub 4), voordeeltrekken (sub 6) en dwingen of bewegen tot afgifte van diensten (sub 9) bewezen kunnen worden verklaard en dat daarmee vaststaat dat de intentie van verdachte erop was gericht de in de tenlastelegging genoemde personen in een positie te brengen waarvan hij, verdachte, heeft geprofiteerd, zodat bewezenverklaring van het sub 2 tenlastegelegde kan volgen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van oordeel dat verdachte van het sub 2 tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken, nu van één of meer van de in artikel 273f Sr genoemde dwangmiddelen en van het oogmerk van uitbuiting geen sprake is en verdachte geen financieel voordeel heeft gehad uit de arbeid van de vier jongens.
De overweging van de rechtbank
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde personen heeft benaderd voor prostitutiewerkzaamheden, genoemde personen via zijn escortservice in contact heeft gebracht met klanten, zijn woning ter beschikking heeft gesteld voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden en verdiensten van (een aantal van) de genoemde personen heeft bewaard. Er is echter geen wettig bewijs voor de in feit 2 genoemde dwangmiddelen, te weten dwang, geweld, misleiding, misbruik uit feitelijke verhoudingen voorvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie, uitbuiting en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voorvloeiend overwicht. Deze dwangmiddelen zijn vereist om tot een bewezenverklaring voor uitbuiting (sub 1), het dwingen of bewegen tot arbeid (sub 4) en het dwingen of bewegen tot afgifte van diensten (sub 9), te komen, zodat bij gebrek aan wettig bewijs voor die onderdelen een vrijspraak dient te volgen. Daarnaast is niet gebleken dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting, zodat verdachte ook hiervan dient te worden vrijgesproken.
Feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat er voor de in dit feit genoemde gedragingen weliswaar geen directe getuigen zijn maar dat er van verschillende omstandigheden sprake is die de verklaring van aangever ondersteunen zodat bewezenverklaring van feit 3 onder A en B kan volgen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van oordeel dat niet is voldaan aan het door de wet vereiste bewijsminimum en dat de verklaringen van aangever bovendien onbetrouwbaar zijn, zodat vrijspraak dient te volgen.
De overweging van de rechtbank
Volgens artikel 342, tweede lid, Sv kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De officier van justitie heeft weliswaar ook verklaringen van anderen dan van aangever genoemd die de verklaring van aangever ondersteunen, maar die verklaringen zijn te herleiden tot één bron te weten [getuige 1]. De getuigen verklaren namelijk wat zij van aangever hebben gehoord. Daarnaast is er geen ander bewijsmateriaal dat steun biedt aan die van [getuige 1] afkomstige informatie. De rechtbank oordeelt dat daarmee niet aan het wettelijke bewijsminimum is voldaan zodat vrijspraak van dit feit dient te volgen. De vraag of de verklaringen van [getuige 1] betrouwbaar zijn hoeft bij deze stand van zaken niet beantwoord te worden.
Feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte
in totaal 33 foto’s met kinderporno (29 op de Dell laptop en 4 op het fototoestel) heeft vervaardigd en/of heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad. Van het bezit van de in dit feit genoemd film vordert de officier van justitie vrijspraak.
Het strandpunt van de verdediging
De verdediging is van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat sprake is van kinderporno, maar dat de tenlastegelegde periode beperkt en het aantal afbeeldingen in de bewezenverklaring open gelaten dienen te worden, nu van de 56 foto’s er slechts 16 uniek en toegankelijk waren en van tenminste 8 foto’s de vraag is of het gaat om personen van onder de 18 jaar. Met betrekking tot de tenlastegelegde film concludeert de verdediging tot vrijspraak.
De overweging van de rechtbank
Verdachte heeft verklaard dat hij van [slachtoffer 1], van wie hij wist dat hij nog geen 18 jaar oud was, naaktfoto’s heeft gemaakt en enkele van deze foto’s heeft verspreid en aangeboden aan een ander. Op de bij verdachte inbeslaggenomen laptop merk Dell werden 56 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen waarvan 4 in de bak “recycle bin”, 29 in de bak “accessible” en 23 in de bak “temporary files”. De kinderpornografische bestanden bestaan onder meer uit afbeeldingen waarop [slachtoffer 1] poseert en waarop zijn naakte onderlichaam te zien is waarbij [slachtoffer 1] een erectie heeft en zijn stijve penis omhoog houdt (datum: 7 en 8 juli 2011).
[getuige 2] heeft verklaard dat hij van [verdachte] via de mail naaktfoto’s van [slachtoffer 1] heeft ontvangen. Uit onderzoek is gebleken dat deze foto’s op 18 juli 2011 zijn verstuurd.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte in de tenlastegelegde periode een aantal pornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad, heeft vervaardigd, heeft aangeboden en heeft verspreid.
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van de tenlastegelegde film, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte deze film heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoon heeft gesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven of in zijn bezit heeft gehad. Ook zal de rechtbank verdachte vrijspreken voor andere afbeeldingen dan die waarop [slachtoffer 1] te zien is, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat het hier gaat om (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt.
Feit 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat, gelet op de verklaringen van de desbetreffende verbalisanten, de primair tenlastegelegde bedreiging bewezen kan worden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van oordeel dat terzake het primair tenlastegelegde feit vrijspraak dient te volgen nu de woorden die door verdachte gebezigd zouden zijn, geen bedreiging in welke vorm dan ook opleveren aangezien door deze woorden geen redelijke vrees is ontstaan bij de verhoorders. Daarnaast is de bedreiging volgens de verdediging te weinig concreet en moeten de eventueel door verdachte geuite woorden worden gezien als een emotionele ontlading die niet geëigend is om vrees op te wekken als bedoel in artikel 285 Sr.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde is de verdediging van oordeel dat vrijspraak dient te volgen nu verdachte de verbalisanten niet heeft uitgemaakt voor “flikkers” maar voor “flikken”. Deze, niet tenlaste gelegde uitlating, levert volgens de verdediging geen belediging op.
De overweging van de rechtbank
Verdachte heeft verklaard dat hij tijdens zijn verblijf op 22 december 2011 in het arrestantencomplex te Borne behoorlijk opvliegerig en boos was en dat hij in die situatie wat heeft geroepen naar de verbalisanten die hem wilden verhoren.
[slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] van de regiopolitie Twente, relateren dat zij zich op 22 december 2011 in een verhoorkamer van het Politie Arrestanten Centrum van de politie Twente te Borne bevonden. Zij waren belast met het voorbereiden van een verdachtenverhoor. Omstreeks 10.00 uur deelde arrestantenverzorger [betrokkene 1] aan [slachtoffer 8] mee dat verdachte [verdachte] in het arrestantencomplex was gearriveerd en erg opgewonden was en bij aankomst in het complex aan het schelden en tieren was geweest en bedreigingen had geuit tegen degenen die met hem in verhoor zouden gaan. [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] zagen omstreeks 10.03 uur de verdachte met versnelde pas op hen aflopen en zij hoorden dat hij daarbij schreeuwde dat hij niet gehoord wenste te worden. Hij kwam schreeuwend vlak voor de verbalisanten staan en wees met de vinger naar hen waarbij zei hoorden dat [verdachte] luid riep: “Ik weet je wel te vinden. Ik durf je zelfs wel met de dood te bedreigen”. Zij voelden zich daardoor bedreigd.
Verbalisant [betrokkene 2], heeft gerelateerd dat verdachte [verdachte], op het moment dat hij, [betrokkene 2], en collega [betrokkene 3], verdachte overbrachten naar de fouilleringskamer, aan had gegeven dat hij niet met de betreffende rechercheurs in verhoor wilde. Nadat [betrokkene 1] er bij was komen te staan hoorde [betrokkene 2] verdachte zeggen: “De eerste de beste rechercheur die bij mij komt, sla ik op de bek”. Toen [betrokkene 1] en [betrokkene 3] met verdachte naar de luchtplaats liepen uitte hij de woorden: “Als het die rechercheur is met die baard, dan zoek ik hem op in Hengelo en maak ik hem af”. In het verhoorhuis volgden weer allerlei bedreigingen aan het adres van de rechercheurs die zijn zaak behandelden.
Gelet op de door de verbalisanten beschreven agressieve houding en gemoedstoestand van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat de door verdachte geuite bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht van zodanige aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied, dat bij de bedreigden redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee gedreigd werd ook gepleegd zou worden.
5.2 De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte sub 2 en sub 3 onder A en B is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1, 4 en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 juli 2011 tot 26 juli 2011 in de gemeente Almelo en elders in Nederland een persoon, genaamd [slachtoffer 1], geboren [1995], ertoe heeft
gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen, met een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] enige handeling heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hierin bestaande dat verdachte:
- fotografische opnamen van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt en die opnamen via internet/mail
aan een klant/derde(n) heeft verspreid/verstuurd, en
- die [slachtoffer 1] via zijn verdachtes escort service met klanten in contact heeft gebracht, en
- die [slachtoffer 1] naar en van klanten heeft vervoerd, en
- zijn woning voor het verrichten van seksuele handelingen door die [slachtoffer 1] met klanten ter beschikking heeft gesteld.
4.
hij in de periode van 1 januari 2011 tot en met 13 oktober 2011 in de gemeente
Almelo, een aantal afbeeldingen, te weten foto's heeft verspreid en aangeboden en vervaardigd en in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen een seksuele gedraging zichtbaar is, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging bestond uit:
het geheel naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt waarbij door het camerastandpunt nadrukkelijk een ontbloot geslachtsdeel in beeld gebracht wordt waardoor de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en strekt tot seksuele prikkeling;
5.
hij op 22 december 2011 in de gemeente Borne (in het Politie Arrestantencomplex Twente)
opsporingsambtenaren van de Regiopolitie Twente, genaamd [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk:
- voornoemde [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik weet je
wel te vinden. Ik durf je zelfs wel met de dood te bedreigen", en
- tegenover medewerkers van dat Politie Arrestanten Centrum
gezegd: "De eerste de beste rechercheur die bij mij komt sla ik op de bek" en "Als het de rechercheur is met die baard, dan zoek ik hem op in Hengelo en maak ik hem af".
De rechtbank heeft de eventueel in de bewezenverklaring voorkomende schrijffouten verbeterd. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1, 4 en 5 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 240b, 273f en 285 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt geleegd, de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt;
feit 4
het misdrijf: een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, aanbieden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
feit 5 primair
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1 De gronden voor een straf of maatregel
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat het openbaar ministerie bij seksuele uitbuiting voor een pleegperiode van een dag tot zes maanden, 12 tot 24 maanden gevangenisstraf eist, voor een pleegperiode van zes tot twaalf maanden, 36 maanden gevangenisstraf en bij een pleegperiode langer dan een jaar, 48 maanden gevangenisstraf per slachtoffer. De officier van justitie is van oordeel dat, gelet op het aantal slachtoffers in de onderhavige zaak, het feit dat één van die slachtoffers minderjarig is en verdachte al eerder terzake misbruik van één van de slachtoffers, die toentertijd minderjarig was, is veroordeeld, een gevangenisstraf van 40 maanden passend is.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte met de door hem gepleegde feiten weliswaar een grens heeft overschreden maar dat van enige vorm van dwang en financieel voordeel geen sprake is geweest en het, voor wat betreft [slachtoffer 1], slechts om vier dates in een korte periode gaat. De verdediging verzoekt een straf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen, eventueel aangevuld met maximale werkstraf.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Het dient verdachte ernstig te worden aangerekend dat hij een vijftienjarige jongen ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen voor prostitutiewerkzaamheden en zich bovendien heeft schuldig gemaakt aan het vervaardigen en verspreiden van pornografische afbeeldingen waarop deze jongen te zien is. Verdachte heeft daarmee de lichamelijke en geestelijke integriteit van het jeugdige slachtoffer op ernstige wijze geschonden en volledig miskend dat kinderen van die leeftijd juist bescherming behoeven tegen seksuele benadering door volwassenen. Door het plegen van feiten als de onderhavige is het verdachte zowel direct als indirect toe te rekenen dat verwerpelijke feiten die plaatsvinden met kinderen van veelal jonge leeftijd, in stand worden gehouden en worden bevorderd. Het is bovendien algemeen bekend dat jeugdige slachtoffers van dergelijke delicten daarvan later ernstige nadelige psychische gevolgen ondervinden. Verdachte heeft zich van het vorenstaande kennelijk geen rekenschap gegeven, sterker nog verdachte leeft in de veronderstelling dat hij het slachtoffer geholpen heeft om te bereiken wat het slachtoffer zelf graag wilde, namelijk het werken in de prostitutie.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging van enkele opsporingsambtenaren.
De rechtbank slaat bij de strafoplegging acht op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Voor het vervaardigen van kinderporno geldt een oriëntatiepunt van twee jaren onvoorwaardelijke gevangenisstraf en voor mensenhandel zijn geen oriëntatiepunten straftoemeting vastgesteld. De rechtbank zal met betrekking tot dat feit rekening houden met de strafoplegging in soortgelijke zaken. Voor een verbale bedreiging geldt een oriëntatiepunt van € 250,- te verhogen met 33% tot 100% indien het opsporingsambtenaren betreft.
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte blijkens het uittreksel uit het documentatieregister op 27 oktober 2009 door het gerechtshof te Arnhem voor een zedenmisdrijf waarbij een minderjarige was betrokken, is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf en ten tijde van het plegen van de onderhavige feiten van dat vonnis nog in een proeftijd liep.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijftien maanden dient te worden opgelegd.
8.2 De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank constateert dat door de officier van justitie geen beslaglijst is overgelegd en dat dus niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 309 van het Wetboek van Strafvordering.
Het is daardoor voor de rechtbank niet duidelijk op welke goederen de vordering van de officier van justitie betrekking heeft, zodat de rechtbank de vordering ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen afwijst.
9. De schade van benadeelden
9.1 De vordering van de benadeelde partij
[getuige 1], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 5.100,-- (vijfduizend en éénhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, althans vanaf 21 september 2011. Deze schade betreft smartengeld. Ook heeft de benadeelde partij gevraagd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank dient de benadeelde partij in zijn vordering niet ontvankelijk te worden verklaard nu verdachte terzake van het feit of de feiten waarop de vordering betrekking heeft, wordt vrijgesproken.
10. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27 en 57 Sr.
11. De beslissing
De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het sub 2, en sub 3 onder A en B tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het sub 1, sub 4 en sub 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1, sub 4 en sub 5 primair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt geleegd, de
leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt;
feit 4: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, aanbieden, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
feit 5 primair: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 4 en 5 primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van vijftien maanden
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de
gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat voornoemde benadeelde partij niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat de
benadeelde partij die vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
beslag
- wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. G.J. Stoové en
mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2012.