ECLI:NL:RBALM:2012:BW3226
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Bordenga, politierechter
- Klooster, officier van justitie
- Bolk, griffier
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte
Op 15 maart 2012 vond de zitting plaats in de Rechtbank Almelo, waar de politierechter de zaak tegen de verdachte behandelde. De verdachte was aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Oude Breuil. De zaak was eerder behandeld op 16 januari 2012, maar het onderzoek was toen geschorst. Tijdens de zitting op 15 maart werd het onderzoek hervat. De officier van justitie vorderde vrijspraak, terwijl de raadsman niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie bepleitte. De zaak draaide om de vraag of de verbalisant, die de verdachte had aangehouden, zich had gehouden aan de beginselen van een behoorlijke procesorde.
De politierechter oordeelde dat het proces-verbaal van de verbalisant op verschillende punten afweek van de verklaringen van getuigen die bij de rechter-commissaris waren gehoord. De getuigen verklaarden unaniem dat de verbalisant agressief was en dat de verdachte zich rustig gedroeg. De politierechter vond het ongeloofwaardig dat de verbalisant de verdachte als verbaal agressief had beschreven, gezien de consistentie van de getuigenverklaringen. De politierechter concludeerde dat de verbalisant ernstige inbreuk had gemaakt op de procesorde door niet waarheidsgetrouwe verklaringen af te leggen.
Uiteindelijk verklaarde de politierechter het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in haar vervolging, omdat de rechten van de verdachte waren geschonden door de grove veronachtzaming van zijn belangen. De verdachte werd in zijn recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekortgedaan, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in deze zaak. De politierechter maakte de verdachte attent op zijn recht om binnen 14 dagen hoger beroep in te stellen tegen dit vonnis.