ECLI:NL:RBALM:2012:BW5806

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
2 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
125275 / KG ZA 11-264
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.H. van der Veer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in kort geding wegens ontbreken spoedeisend belang

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 2 mei 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Curious Group B.V. en een gedaagde partij. Eiseres, Curious Group B.V., had een vordering ingesteld om toegang te verkrijgen tot belangrijke gegevens en instellingen van het Canal House Hotel, dat zij exploiteert. De vordering was gebaseerd op een aannemingsovereenkomst die op 28 juni 2010 was gesloten, waarin was afgesproken dat geschillen door arbitrage zouden worden beslecht. Tijdens de zittingen op 9 december 2011 en 25 april 2012 werd de kwestie behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. Curious stelde dat de installaties in het hotel niet goed functioneerden en dat er storingen waren die de veiligheid van gasten in gevaar brachten. De gedaagde partij betwistte echter dat er nog sprake was van een spoedeisend belang, aangezien zij na de eerste zitting herstelwerkzaamheden had verricht.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van Curious niet langer aannemelijk was, omdat de gedaagde partij voldoende had gedaan om de storingen op te lossen. De rechter concludeerde dat er geen reëel gevaar meer was voor de bedrijfsvoering van Curious en dat zij niet had aangetoond dat de gevorderde gegevens dringend nodig waren. Bovendien had Curious geen spoedplaatsopneming bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw aangevraagd, wat ook een indicatie was dat er geen noodsituatie was. Daarom werden de vorderingen van Curious afgewezen en werden de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 125275 / KG ZA 11-264
datum vonnis: 2 mei 2012 (sjs)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Curious Group B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verder te noemen Curious,
advocaat: mr. J.A. Bal te Amsterdam,
tegen
[gedaagde]
gevestigd te [plaats],
gedaagde,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. A. Hurenkamp te Enschede.
1. De procedure
1.1. Curious heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. Bij faxbericht van 9 december 2011 heeft zij haar eis gewijzigd.
1.2. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 9 december 2011. Ter zitting zijn verschenen: de heren [K] en [H] namens Curious, vergezeld door mr. Bal, en de heer [L] namens [gedaagde], vergezeld door mr. Hurenkamp.
De standpunten zijn toegelicht, door beide advocaten aan de hand van een pleitnota. De behandeling van de zaak is vervolgens aangehouden in verband met onderhandelingen tussen partijen.
1.3. [gedaagde] heeft op 14 februari 2012 verzocht om voortzetting van de behandeling ter zitting, Curious heeft verzocht om vonnis te wijzen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat voortzetting van de behandeling zal plaatsvinden.
1.4. De behandeling van de zaak ter terechtzitting is voortgezet op 25 april 2012. Ter zitting zijn verschenen: de heer [H] namens Curious, vergezeld door mr. Bal, en de heer [L] namens [gedaagde], vergezeld door mr. Hurenkamp.
De standpunten zijn toegelicht, door beide advocaten aan de hand van een pleitnota.
1.5. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De vaststaande feiten
2.1. In deze zaak staat het navolgende vast.
2.2. Curious is 100 % aandeelhouder van Het Canal House Hotel B.V.. Deze B.V. exploiteert een hotel genaamd Canal House in Amsterdam.
2.3. Curious en [gedaagde] hebben op 28 juni 2010 een aannemingsovereenkomst gesloten met betrekking tot de renovatie van voornoemd hotel. Curious heeft [gedaagde] opgedragen om diverse installatietechnische werkzaamheden te verrichten.
2.4. In artikel 8.2 van de aannemingsovereenkomst van 28 juni 2010 hebben partijen opgenomen dat geschillen die naar aanleiding van de overeenkomst tussen partijen ontstaan, worden beslecht door arbitrage.
3. De vordering en het verweer
3.1. Curious vordert - na wijziging van eis - bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om binnen 8 uur na betekening van het te wijzen vonnis alle toegangscodes en alle originele instellingen dan wel herprogrammeringsinstellingen en de benodigde software ten behoeve van alle besturingssystemen in, althans bestemd voor, het Canal House Hotel, [adres] [plaats], de bijbehorende tekeningen en alle gegevens die voor een derde nodig zijn toegang te kunnen verkrijgen tot de systemen en om deze te kunnen onderhouden, volledig ter beschikking te stellen aan Curious, en bij gebreke hiervan, een dwangsom te betalen van € 50.000,00 per dag dat niet (geheel) aan deze vordering is voldaan;
II. [gedaagde] te verbieden om storingen te veroorzaken dan wel te stimuleren in de besturingssystemen van de telefoon- en internetverbinding, de beveiligingscamera’s en de verlichting, althans dergelijke handelingen door een derde te laten verrichten, op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 per gebeurtenis in overtreding met dit verbod;
III. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2. Curious stelt daartoe – kort samengevat – dat de door [gedaagde] aangelegde installaties in het hotel niet (goed) functioneren. Na de oplevering in april 2011 heeft Curious [gedaagde] diverse malen gesommeerd om de installaties te herstellen. Er heeft geen herstel plaatsgevonden, waarna [gedaagde] in december 2011 volgens Curious storingen heeft veroorzaakt in diverse besturingssystemen van de installaties. Door deze storingen in december 2011 kwam de veiligheid van de hotelgasten en -medewerkers in het geding en konden onder meer geen boekingen worden ontvangen. De toegangscodes en de overige gevorderde gegevens zijn voor Curious van groot belang om de storingen te kunnen laten oplossen en het hotel deugdelijk te kunnen laten functioneren. Tijdens de voortzetting van de behandeling ter zitting heeft Curious aangevoerd dat er wel wat storingen door [gedaagde] zijn hersteld, maar dat nog lang niet alles naar behoren functioneert. Met name de keukeninstallatie functioneert niet goed. Bovendien kan Curious nog steeds geen derden opdracht geven zaken te herstellen, nu zij geen beschikking heeft over onder meer de toegangscodes. [gedaagde] beroept zich volgens Curious ten onrechte op het opschortingsrecht.
3.3. [gedaagde] brengt hiertegen in – kort samengevat – dat er ten tijde van de voortgezette behandeling geen sprake (meer) is van een spoedeisend belang. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat zij de storingen, waardoor het hotel voor een deel niet zou hebben kunnen functioneren in december 2011, heeft opgelost. Er is volgens [gedaagde] geen sprake (meer) van een situatie waarin sprake zou zijn van gevaar voor de bedrijfsvoering. Bovendien zijn derden volgens [gedaagde] in staat geweest om herstelwerkzaamheden te verrichten, zodat de noodzaak tot het verkrijgen van de gevorderde gegevens niet gebleken is. Daarnaast dient in een (bodem)procedure bij de Raad van Arbitrage van de Bouw aan de hand van nader te leveren bewijs, bijvoorbeeld door een deskundigenonderzoek, te worden uitgemaakt of er sprake is van verzuim aan de zijde van [gedaagde], hetgeen door [gedaagde] wordt betwist. Die beoordeling dient volgens [gedaagde] niet in kort geding plaats te vinden. Voorts beroept [gedaagde] zich op haar opschortingsrecht, nu Curious in gebreke blijft de facturen van [gedaagde] te voldoen en Curious de tussen partijen overeengekomen bankgarantie – ten onrechte – heeft ingewonnen.
4. De beoordeling
4.1. De vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, dient te worden beantwoord aan de hand van een afweging van de belangen van partijen en de uitkomst van de beoordeling van de voorlopige merites van de zaak. Spoedeisend belang heeft de eisende partij in ieder geval, indien van hem niet kan worden gevergd dat hij een bodemprocedure afwacht.
4.2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Curious haar spoedeisend belang op dit moment bij de gevraagde voorzieningen onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Ten tijde van de behandeling van de zaak ter zitting op 9 december 2011 heeft Curious aangevoerd dat er sprake was van diverse storingen in de installaties, waardoor onder meer de veiligheid van klanten en medewerkers en de bedrijfsvoering in gevaar kwam. Vervolgens heeft [gedaagde] – zo is onbetwist gebleven – na voornoemde zitting een aantal werkzaamheden verricht bij Curious. Voldoende aannemelijk is geworden dat daardoor de belangrijkste storingen in het hotel zijn opgelost. Thans is er volgens Curious nog sprake van het ondeugdelijk functioneren van de keukeninstallatie en enkele andere storingen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Curious, voor zover al zou komen vast te staan dat er sprake is van dergelijke storingen en dat voor het verhelpen ervan de gevorderde gegevens noodzakelijk zouden zijn, onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij thans een spoedeisend belang heeft voor haar vorderingen in deze procedure. Uit de door Curious overgelegde producties van [T] is bovendien gebleken dat [T] in staat was om diverse (herstel)werkzaamheden uit te voeren. Voor zover Curious dan wel de door haar ingeschakelde derden niet in staat zouden zijn om zonder de gevorderde gegevens werkzaamheden te verrichten, heeft Curious onvoldoende aannemelijk gemaakt dat dit werkzaamheden zijn die zo spoedeisend zijn, dat een (bodem)arbitrageprocedure hiervoor niet kan worden afgewacht. Voorts heeft Curious onvoldoende aannemelijk gemaakt dat op dit moment sprake is van een reëel gevaar dat [gedaagde] storingen zal veroorzaken in de systemen althans dat daar zeer recent nog sprake van is geweest. Dit alles klemt temeer nu Curious, ondanks de uitdrukkelijk tussen partijen overeengekomen arbitrageprocedure, geen spoedplaatsopneming bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw heeft aangevraagd of een andere (spoed)voorziening is gestart bij de Raad. Van een (nood)situatie, waarbij niet van Curious kan worden gevergd dat zij een bodemprocedure afwacht, is derhalve naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake.
4.3. Gelet op het vorenstaande is het spoedeisend belang van Curious bij de gevraagde voorzieningen thans – in tegenstelling tot het moment van dagvaarden en de eerste behandeling ter zitting – onvoldoende aannemelijk geworden, zodat de vorderingen van Curious zullen worden afgewezen.
4.4. Aangezien gedurende de behandeling van de zaak het spoedeisend belang van Curious bij de gevraagde voorzieningen is komen te ontbreken, doordat [gedaagde] alsnog (herstel)werkzaamheden bij Curious heeft verricht, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
I. wijst de vorderingen van Curious Group B.V. af;
II. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. J.H. van der Veer en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.