ECLI:NL:RBALM:2012:BW6446
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Samenloop van opzeggingsprocedure bij het UWV en ontbindingsprocedure ex art. 7:685 BW
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 22 mei 2012, verzoekt de werknemer, aangeduid als [verzoeker], om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst met de besloten vennootschap [verweerster] per 1 september 2012, onder toekenning van een vergoeding van € 124.039,84 bruto. De werknemer stelt dat de financiële situatie van [verweerster] en de voorgenomen reorganisatie, waarbij zijn functie komt te vervallen, gewijzigde omstandigheden opleveren die een ontbinding rechtvaardigen. De werknemer is sinds 21 april 1980 in dienst en heeft de functie van Inkoper Showroom. De werkgever heeft toestemming gevraagd aan het UWV om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, maar er is nog geen beslissing genomen door het UWV.
De kantonrechter overweegt dat er sprake is van een samenloop tussen de procedure voor toestemming tot opzegging en de ontbindingsprocedure. De rechter stelt vast dat er geen gewijzigde omstandigheden zijn die een onmiddellijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen. De financiële situatie van [verweerster] is niet zo nijpend dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn moet eindigen. De kantonrechter wijst het verzoek van [verzoeker] af, waarbij hij oordeelt dat de werkgever de reguliere BBA-procedure moet volgen en dat de werknemer onvoldoende heeft aangetoond dat er gewichtige redenen zijn voor ontbinding.
De uitspraak concludeert dat [verzoeker] als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moet dragen, die zijn begroot op € 400,00 voor het gemachtigdesalaris. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.