RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Enschede
Zaaknummer : 409312 EJ VERZ 4290/12
Beschikking van de kantonrechter d.d. 5 juli 2012 in de zaak van:
de besloten vennootschap Recycling Development B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede
verzoekster
hierna ook te noemen: BOA
gemachtigde: mr. J.Th. Waterman
advocaat te Zwolle
[verweerder]
wonende te [plaats en adres]
verweerder
hierna te noemen: [verweerder]
verschenen in persoon
1.1 In haar verzoekschrift, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 7 juni 2012, vraagt BOA de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek.
1.2 [Verweerder] heeft een verweerschrift ingediend, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 19 juni 2012.
1.3 Het verzoek is mondeling behandeld ter terechtzitting van donderdag 28 juni 2012, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.4 Beschikking is bepaald op heden.
2.1 De navolgende feiten, die enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn weersproken, worden als vaststaand aangenomen.
2.2 [Verweerder] is op 1 september 2011 voor onbepaalde tijd in dienst getreden van BOA in de functie van Servicemanager, tegen een brutoloon van € 4.800,00 per maand, exclusief 8% vakantiegeld.
2.3 Op 22 maart 2012 is [verweerder] door BOA op non-actief gesteld.
3. het verzoek en het verweer
3.1 BOA verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin der wet, bestaande uit een verandering in de omstandigheden die een spoedig einde aan de arbeidsrelatie rechtvaardigt. BOA voert daartoe aan dat al spoedig na indiensttreding van [verweerder] is gebleken dat hij als hoofd van de afdeling niet in staat was de werknemers van adequate informatie te voorzien. [Verweerder] komt negatief over en benadert te veel de problemen in plaats van de oplossingsgerichte kant te kiezen. [Verweerder] heeft ondanks aanwijzingen van BOA zijn werkwijze en gedrag niet aangepast. [Verweerder] vaart zijn eigen koers en staat niet open voor bijsturing. BOA heeft [verweerder] een coachingtraject aangeboden, welk aanbod door hem resoluut van de hand is gewezen. Uiteindelijk heeft BOA moeten constateren dat sprake is van een mismatch. BOA heeft er geen vertrouwen in dat in de toekomst het wel tot een vruchtbare samenwerking met [verweerder] zou kunnen komen. BOA is van mening dat de arbeidsovereenkomst tegen een zo’n vroegst mogelijke datum ontbonden dient te worden. Nu de veranderingen in de omstandigheden volledig aan de handelwijze van [verweerder] is te wijten, dient de ontbinding plaats te vinden zonder toekenning van enige vergoeding.
3.2 [Verweerder] verweert zich niet tegen de gevraagde ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. [Verweerder] kan erkennen dat sprake is van een mismatch. Meer concreet stelt [verweerder] dat de arbeidsverhoudingen vanaf het begin niet goed zijn geweest. De koers die hij gevaren heeft was niet de zijne doch de wens van het MT van BOA. [Verweerder] verzet zich tegen de datum van de ontbinding welke BOA nastreeft en verzoekt deze ontbinding tegen 1 november 2012 te doen plaatsvinden, zodat hem enige tijd wordt gegund een nieuwe werkgever te vinden.
4.1 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van enig opzegverbod als bedoeld in de wet.
4.2 Beide partijen zijn het erover eens dat [verweerder] niet de juiste persoon is op de positie van Servicemanager dan wel Installed Base Manager binnen de onderneming van BOA. Een en ander levert een gewichtige reden op, zijnde een verandering in de omstandigheden welke van dien aard is, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of op korte termijn behoort te eindigen. De verzochte ontbinding zal door de kantonrechter worden toegewezen.
4.3 De vraag die thans beantwoord dient te worden is tegen welke datum de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden en of aan die ontbinding een ontbindingsvergoeding dient te worden gekoppeld. [Verweerder] prefereert in dat kader een ontbinding op langere termijn boven de toekenning van een ontbindingsvergoeding. Allereerst wil de kantonrechter opmerken dat de, achteraf foutieve, keuze van BOA voor [verweerder] volledig in de risicosfeer van BOA ligt. De stelling van BOA dat [verweerder] sinds eind maart 2012 geen werkzaamheden meer verricht kan haar evenmin baten, het is immers haar eigen keuze geweest om [verweerder] op non-actief te stellen. Het vorenstaande betekent dat van enig verwijtbaar handelen aan de zijde van [verweerder] geen sprake is. Ontbinding op zeer korte termijn onder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan [verweerder] op basis van de kantonrechterformule biedt voor [verweerder] geen soelaas, nu deze vergoeding grotendeels zou worden opgesoupeerd aan de fictieve opzegtermijn. Overigens zou in dat kader aan BOA nog een termijn als bedoeld in artikel 7:685 lid 9 BW worden gegund, met alle gevolgen van dien, omdat BOA een ontbinding zonder vergoeding nastreeft. Alle omstandigheden tegen elkaar afwegende acht de kantonrechter het billijk dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden tegen 1 september 2012, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding.
4.4 De proceskosten zullen tussen partijen worden gecompenseerd, op de wijze zoals hierna te vermelden.
5.1 Ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 september 2012.
5.2 Compenseert de proceskosten tussen partijen, des dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
5.3 Wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven te Enschede en op 5 juli 2012 in het openbaar uitgesproken door mr. H.R.K. Valk, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.