ECLI:NL:RBALM:2012:BX7914

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
17 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
131216 / KG ZA 12-180
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Mr. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van machines in kort geding tussen Prima Equipment en gedaagden

In deze zaak vordert Prima Equipment B.V. onmiddellijke en onvoorwaardelijke afgifte van twee machines, die zij aan de VOF heeft verhuurd. De machines, een Caterpillar D6H LGP en een Caterpillar 325 L, bevinden zich in Vriezenveen. Prima Equipment stelt dat zij eigenaar is van de machines en dat de gedaagden in gebreke zijn gebleven met de betaling van huur(koop)termijnen. De gedaagden betwisten echter de eigendom van Prima Equipment en stellen dat de machines nog steeds eigendom zijn van een derde partij, [L], en dat er geen rechtsgeldige overdracht heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang, maar dat de vraag of Prima Equipment daadwerkelijk eigenaar is van de machines niet in het kort geding kan worden beantwoord. De rechter verwijst naar een eerder vonnis waarin een vergelijkbare vordering werd afgewezen, en concludeert dat partijen in een bodemprocedure verder moeten onderzoeken wie de werkelijke eigenaar is. De vordering van Prima Equipment wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die op € 794,00 zijn begroot.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 131216 / KG ZA 12-180
Vonnis in kort geding van 17 september 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRIMA EQUIPMENT B.V.,
gevestigd te Hardenberg,
eiseres,
advocaat mr. N.A. Witmer te Hardenberg,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. H.T. Meijer te Assen.
Partijen zullen hierna Prima Equipment en [gedaagden] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Prima Equipment
- de pleitnota van [gedaagden]
1.2. Ten slotte is vonnis verzocht. Het vonnis is bepaald op vandaag.
2. De feiten
2.1. [Gedaagden] zijn voormalig vennoten van de V.O.F. [K] (hierna de VOF), welke vennootschap per 24 juli 2012 is uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel.
2.2. Prima Equipment en de VOF hebben op 23 januari 2012 een tweetal huur(koop)overeenkomsten gesloten, waarbij Prima Equipment aan de VOF een tweetal machines, Caterpillar D6H LGP (typenummer 5HF5822) en Caterpillar 325 L (typenummer2SL01117) (hierna: de machines) heeft verhuurd.
2.3. [Gedaagden] hebben vanaf april 2012 geen huur(koop)termijnen meer betaald.
Prima heeft jegens [gedaagden] aanspraak gemaakt op afgifte van de machines.
2.4. De machines staan in Vriezenveen bij [L].
2.5. Op 28 augustus 2012 heeft een kort geding in deze rechtbank plaatsgevonden
tussen Prima Equipment en [L] over afgifte van (deels) dezelfde machines. Bij vonnis van 4 september 2012 heeft de voorzieningenrechter die vordering van Prima Equipment afgewezen, omdat het geschil in kwestie zich niet leent voor een beoordeling in kort geding.
3. Het geschil
3.1. Prima Equipment vordert onmiddellijke en onvoorwaardelijke afgifte van een tweetal machines, met veroordeling van [gedaagden] in de kosten van dit geding.
3.2. Zij stelt daartoe dat zij een tweetal machines van [gedaagden] heeft gekocht en rechtsgeldig in eigendom heeft verkregen, die zij vervolgens aan [gedaagden] heeft verhuurd. [gedaagden] zijn in gebreke gebleven met de betaling van verschuldigde huur(koop)termijnen. Prima Equipment heeft daarop de huur(koop)overeenkomsten beëindigd en als eigenaar (tevergeefs) afgifte verzocht van de machines.
3.3. [Gedaagden] voeren gemotiveerd verweer. Zij betwisten dat Prima Equipment eigenaar is geworden van de machines. Er heeft geen rechtsgeldige overdracht van de machines aan Prima Equipment plaatsgevonden c.q. kunnen plaatsvinden. Prima Equipment was bij de verkoop en levering van de machines niet te goeder trouw. [L] is eigenaar van de machines (gebleven). De machines zijn bovendien belast met een pandrecht ten behoeve van de Rabobank. Voorts betwist zij de beëindiging van de huur(koop)overeenkomsten.
3.4. Op de (overige) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat in deze zaak om het antwoord op de vraag of Prima Equipment in hoedanigheid van eigenaar recht en belang heeft bij haar vordering tot afgifte van de machines.
4.2. Er is sprake van een spoedeisend belang bij de onderhavige vordering. Prima Equipment stelt immers eigenaar te zijn van de machines en vreest verduistering daarvan.
4.3. Afgezien van de omstandigheid dat - bij toewijzing van de vordering - de redactie van de gevraagde voorziening mogelijk leidt tot executieproblemen (een termijn van nakoming en een dwangsom zijn niet gevorderd) overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
4.4. Tussen partijen is in geschil of Prima Equipment eigenaar is geworden van de machines op grond waarvan zij afgifte daarvan ex artikel 5:2 BW kan vorderen. Prima Equipment stelt dat zij eigenaar is. [Gedaagden] betwisten dat gemotiveerd en stellen dat een derde, [L], eigenaar is gebleven van de machines.
Vast staat tussen partijen dat de machines in Vriezenveen bij [L] staan. Partijen hebben zulks allebei ter zitting uitdrukkelijk verklaard. Dat betekent dat [K] de machines niet kan afgeven. Hij oefent niet de feitelijke macht uit over de machines en niet valt te verwachten dat dat eerdaags anders wordt. Een belang bij toewijzing van de gevraagde voorziening tot afgifte van de machines door [gedaagden] ontbreekt dan ook. De gevraagde voorziening kan reeds daarom niet worden toegewezen.
4.5. Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter - geheel in de lijn van het vonnis van 4 september 2012 van de voorzieningenrechter in deze rechtbank - dat de vraag of Prima Equipment eigenaar is van de in het geding zijnde machines, in het bestek van dit kort geding niet kan worden beantwoord. Partijen verschillen wezenlijk van mening wie eigenaar is van deze machines. Als partijen adequaat willen uitzoeken en vaststellen wie de eigenaar van de machines is, zijn zij aangewezen op een bodemprocedure daarover. In die bodemprocedure bestaat gelegenheid voor een verdergaand onderzoek naar de juistheid van de beweringen van partijen. Een kort gedingprocedure leent zich daar niet voor.
4.6. Prima Equipment zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op:
- griffierecht € 267,00
- salaris advocaat 527,00
Totaal € 794,00.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vordering af,
5.2. veroordeelt Prima Equipment in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] tot op heden begroot op € 794,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. Koopmans en in het openbaar uitgesproken op
17 september 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.?