ECLI:NL:RBALM:2012:BX8335
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H. van Rhijn
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de stilzwijgend getroffen regeling over het genot van de gemeenschappelijke woning wegens onvoorziene omstandigheden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Almelo op 21 augustus 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee partijen die een geregistreerd partnerschap hebben beëindigd. De verzoekster heeft verzocht om wijziging van de regeling die betrekking heeft op de gemeenschappelijke woning, die zij samen met de verweerder bezaten. De partijen zijn op 22 mei 2007 een geregistreerd partnerschap aangegaan, dat op 14 oktober 2008 is beëindigd. In het convenant dat zij hebben gesloten, zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten van de woning, die onder een hypothecaire schuld viel. De verzoekster heeft de woning in oktober 2008 verlaten, terwijl de verweerder daar is blijven wonen. De verzoekster heeft sindsdien de helft van de hypothecaire lasten en andere kosten van de woning betaald, maar is van mening dat de huidige regeling onredelijk is, gezien de omstandigheden op de woningmarkt en de financiële situatie van de verweerder.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er stilzwijgend een overeenkomst is ontstaan tussen partijen over de verdeling van de woonlasten. De rechter oordeelde dat het niet voorzienbaar was dat de woningmarkt zo zou stagneren en dat de verweerder nog steeds in de woning zou verblijven. Daarom heeft de rechter besloten dat de verzoekster met ingang van 1 oktober 2012 niet langer verplicht is om de hypotheeklasten te betalen, totdat de woning door de verweerder is ontruimd. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid in de uitvoering van afspraken na beëindiging van een geregistreerd partnerschap.