ECLI:NL:RBALM:2012:BX9246

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
26 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105030 HA ZA 09-949
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Koopmans
  • M. Vermeulen
  • E. Bottenberg-Van Ommeren
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanhouding van de procedure in civiele zaak tussen JALO BIOPELLETS V.O.F. en GEMEENTE DINKELLAND

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo, is de vennootschap onder firma JALO BIOPELLETS V.O.F. (hierna: Jalo) eiseres en de GEMEENTE DINKELLAND (hierna: de gemeente) gedaagde. De zaak betreft een geschil over een overeenkomst tussen partijen, waarbij Jalo een onvoorwaardelijke eindbeslissing heeft gekregen in een eerder vonnis van 11 januari 2012. De rechtbank heeft op 26 september 2012 besloten om de procedure aan te houden, in afwachting van verdere ontwikkelingen in hoger beroep. Tijdens de comparitie op 12 april 2012 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de gemeente heeft aangegeven hoger beroep te hebben ingesteld tegen het vonnis van 11 januari 2012. Jalo wenste echter dat de rechtbank de procedure voortzette, ondanks het hoger beroep van de gemeente. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van proceseconomie is om de zaak aan te houden, totdat er meer duidelijkheid is over de rechtsgeldigheid van de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om bij akte hun standpunten te verduidelijken over eventuele schadevergoeding door de gemeente aan Jalo. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting van 20 maart 2013, waarbij elke nadere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 105030 HA ZA 09-949
datum vonnis: 26 september 2012
Vonnis van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
de vennootschap onder firma
JALO BIOPELLETS V.O.F.,
gevestigd te Rossum,
eiseres,
verder te noemen Jalo,
advocaat: mr. W.E.M. Klostermann te Zwolle,
tegen
de gemeente
GEMEENTE DINKELLAND,
zetelende te Denekamp,
gedaagde,
verder te noemen de gemeente,
advocaat: mr. J. Schutrups te Enschede.
Het procesverloop
1. Voor een weergave van het procesverloop moet hier worden verwezen naar wat daarover staat vermeld in het in deze zaak tussen partijen gewezen laatste vonnis van
11 januari 2012. In dit vonnis is op een belangrijk deel van het gevorderde een onvoorwaardelijke eindbeslissing gegeven. Voor het overige is elke beslissing aangehouden en is een comparitie van partijen gelast. Die comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 12 april 2012. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Daarna hebben partijen achtereenvolgens nog een akte na comparitie in het geding gebracht.
Tot slot is weer vonnis gevraagd waarvan de uitspraak is bepaald op heden.
De verdere beoordeling van het geschil
2. Hier moet eerst worden verwezen naar de in deze zaak gewezen (tussen)vonnissen van 26 januari 2011 en van 11 januari 2012, en wel in het bijzonder naar wat daarin is vastgesteld (de feiten waarvan kan worden uitgegaan), is weergegeven (de standpunten van partijen) en is overwogen en beslist. In vervolg daarop moet thans eerst als volgt worden overwogen en beslist.
3. Ter comparitie is namens de gemeente Dinkelland meegedeeld dat hoger beroep is ingesteld tegen het in deze zaak gewezen vonnis van 11 januari 2012 voor zover dat eindvonnis is, en dat dit hoger beroep wordt doorgezet omdat de gemeente het standpunt is en blijft toegedaan dat er geen sprake is geweest van een rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst van partijen. Met klem is daarom door de gemeente ter comparitie verzocht dat elke nadere beslissing in deze zaak wordt aangehouden totdat op dit voor de verdere afloop van de gehele zaak wezenlijke geschilpunt in rechte onherroepelijk is beslist.
4. Jalo deelde daarop ter comparitie mee hier niet op te kunnen wachten en wenste dat de rechtbank - kort gezegd - doorgaat op de ingeslagen weg.
5. Ter comparitie is het niet gelukt om alsnog een alles omvattend vergelijk te treffen. Evenmin is het gelukt om een procedureel vergelijk te treffen in die zin dat thans eerst wordt afgewacht of met recht en reden door de rechtbank in het vonnis van 11 januari 2012 in het dictum onder I tot en met III onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud is beslist. Ter comparitie is aan partijen meegedeeld dat op dit geschilpunt dan in een later stadium nog wel door de rechtbank moet worden beslist. Partijen waren zich hiervan bewust.
6. Vervolgens is in samenspraak met partijen bepaald dat zij eerst nog in de gelegenheid worden gesteld om achtereenvolgens bij akte nader hun standpunten te bepalen – kort gezegd – over de vraag of en in hoeverre naast de ongedaanmakingsverplichtingen nog schade moet worden vergoed door de gemeente aan Jalo.
7. Blijft dus staan dat op verzoek van de gemeente moet worden beslist of deze zaak in dit stadium niet “op hold moet worden gezet” in afwachting van het onherroepelijk worden van wat in deze zaak dus reeds onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud is beslist.
8. Om redenen van proceseconomie kiest de rechtbank er thans voor om deze zaak aan te houden op na te melden wijze, alvorens nader te beslissen. In het bijzonder de volgende omstandigheden oordeelt de rechtbank daartoe redengevend:
- inmiddels is door partijen uitvoering gegeven aan wat in het vonnis van 11 januari 2012
in het dictum onder I tot en met III is beslist;
- dit betekent dat Jalo dus de koopsom heeft terugontvangen en daarmee – kort gezegd –
in beginsel verder kan met de uitvoering van haar ondernemersdoelstellingen;
- door Jalo in dit geding bij wijze van incident geen bevoorschotting op schadevergoeding
is gevraagd;
- het geding ter bepaling van de schade die een gevolg is van het hier aan de orde zijnde
toerekenbare tekortschieten van de gemeente, niet eenvoudig zal zijn. Dit omdat
mogelijk bewijs moet worden opgedragen c.q. een deskundige mogelijk moet worden
gevraagd zijn oordeel te geven over de vereiste causaliteit en over de omvang van de
schade. Er is veel voor te zeggen om die kostbare en tijdrovende vaststelling in rechte
eerst te doen laten plaatsvinden als het schadeveroorzakende feit definitief in rechte is
komen vast te staan. Hierbij speelt ook een rol dat Jalo eerst zeer laat in dit geding – te
weten bij akte na voormelde comparitie van partijen – nadere en meer gedetailleerde
stellingen is gaan betrekken in dit resterende geschil over de vaststelling van de schade.
9. De slotsom is dan ook dat eerst in na te melden zin moet worden beslist.
Rechtdoende
De rechtbank:
Alvorens nader te beslissen:
I. Stelt partijen gelijktijdig in de gelegenheid om bij akte in het geding te brengen het in
hoger beroep nog te wijzen arrest en (eventueel) het nog in cassatie te wijzen arrest, dan wel informatie waaruit blijkt dat de rechtsstrijd in hoger beroep of in cassatie anderszins is beëindigd.
II. Verwijst daartoe deze zaak naar de rolzitting van deze rechtbank van (eerst) woensdag 20 maart 2013.
III. Houdt in afwachting daarvan elke nadere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mrs. Koopmans, Vermeulen en
Bottenberg-Van Ommeren en is op 26 september 2012 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.