ECLI:NL:RBALM:2012:BY1191
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering erkenning van een kind door ambtenaar burgerlijke stand op basis van vermeend huwelijk moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 24 oktober 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een kind door de man, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De ambtenaar van de burgerlijke stand weigerde de erkenning op grond van artikel 1:18b lid 1 BW, omdat hij meende dat de moeder, afkomstig uit [land], traditioneel gehuwd was en dat dit huwelijk in Nederland erkend moest worden op basis van artikel 10:31 BW. De moeder en de man betwistten echter dat er sprake was van een huwelijk, en stelden dat de moeder ongehuwd was op het moment van de geboorte van het kind.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ambtenaar geen waarde heeft gehecht aan de gelegaliseerde verklaring van de ambassade van [land], waarin stond dat de moeder niet gehuwd was. De rechtbank oordeelde dat de ambtenaar niet voldoende had onderbouwd waarom deze verklaring niet in aanmerking genomen kon worden. Bovendien was de vrouw sinds 2009 geregistreerd als ongehuwd in de gemeentelijke basisadministratie, zonder dat er verder onderzoek was gedaan naar haar huwelijkse staat.
De rechtbank concludeerde dat niet aannemelijk was dat de vrouw in [land] was gehuwd op een manier die in Nederland rechtsgeldig zou zijn. Dit betekende dat er geen beletsel was voor de erkenning door de man. De rechtbank vernietigde het besluit van de ambtenaar van de burgerlijke stand en gelastte de ambtenaar om een akte van erkenning op te maken voor het kind. De beslissing benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van huwelijken in internationale contexten en de noodzaak voor ambtenaren om zorgvuldig om te gaan met bewijsstukken die door verzoekers worden overgelegd.