RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 132111 KG ZA 12-212
datum vonnis: 24 oktober 2012
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Eiseres],
statutair gevestigd te [vestigingsplaats], gemeente [plaatsnaam],
eiseres,
verder te noemen [eiseres],
advocaat: mr. J.C. van der Tak te Bergen op Zoom
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Reef Infra B.V.,
gevestigd te Oldenzaal,
gedaagde,
verder te noemen Reef,
advocaat: mr. D. de Jong te Zeist.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 oktober 2012 met producties;
- de mondelinge behandeling ter terechtzitting van 11 oktober 2012, alwaar zijn verschenen namens [eiseres] de heer [B], bestuurder, vergezeld door de heer [V], adviseur, en bijgestaan door mr. J.C. van der Tak en namens Reef de heren [N], uitvoerder, en [B], projectleider, bijgestaan door mr. D. de Jong;
- de pleitnota van eiseres;
- de pleitnota van gedaagde.
1.2. Teneinde een regeling te beproeven is door partijen niet meteen vonnis verzocht. Later is wel vonnis verzocht. De uitspraak is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1. [Eiseres] en Reef zijn op of omstreeks 5 juli 2011 een aannemingsovereenkomst aangegaan in de zin van artikel 7:750 ev van het Burgerlijk Wetboek.
[Eiseres] heeft als onderaannemer in opdracht van Reef werkzaamheden verricht aan het project Noordermors te Rijssen.
3.1 [Eiseres] vordert, zakelijk weergegeven, na wijziging en vermindering van eis:
A) Reef te bevelen tegen behoorlijk bewijs van ontvangst af te geven de navolgende bescheiden:
1. kopie directie weekrapporten, gerelateerd aan de onderhavige opdracht (en de daarbij komende regie werkzaamheden);
2. kopie uitvoerdersdagboeken;
3. kopie van de originele en gewijzigde bestektekeningen;
4. primair een digitale versie van het volledige overzicht van alle leveringsbonnen en subsidiair een niet digitale versie van het volledige overzicht van alle leveringsbonnen;
Dit alles op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of gedeelte daarvan ingeval Reef met de gehele of gedeeltelijke voldoening van het te geven bevel in gebreke blijft met een maximum van € 500.000,00 en voorts;
B) Reef te veroordelen aan [eiseres] te betalen een voorschot op de finale afrekening van € 50.000,00;
C) Reef te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2 [Eiseres] legt aan haar vordering, kort samengevat, het navolgende ten grondslag. [Eiseres] stelt dat zij op verzoek van Reef veel aanvullende (meer) werkzaamheden heeft verricht en Reef veel facturen onbetaald heeft gelaten. Ook heeft [eiseres] in opdracht en op aanwijzing van Reef wijzigingen op de overeenkomst en het bestek, behorende bij de door partijen getekende overeenkomst, doorgevoerd. [Eiseres] is slechts bekend met het concept bestek en beschikt niet over een definitief bestek, en dus ook niet over de laatste (detaillerings)tekeningen aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of het werkzaamheden betreft die door Reef betaald dienen te worden. [Eiseres] stelt dat de Strukton algemene voorwaarden zijn overeengekomen en dat in die voorwaarden is vastgelegd dat de UAV voorwaarden van toepassing zijn. Ingevolge die voorwaarden dienen bonnen vóóraf afgegeven te worden. Reef heeft geweigerd om een groot aantal bonnen af te geven zodat een groot deel van het werk niet kan worden gefactureerd. Ten onrechte heeft Reef geweigerd om voor het door [eiseres] uitgevoerde meerwerk leveringsbonnen te verstrekken. [Eiseres] stelt dat het aantal gewerkte uren niet is betwist. [Eiseres] stelt dat zij, gezien het grote aantal gewerkte uren een financieel gerechtvaardigd, spoedeisend, belang heeft om op korte termijn deugdelijk onderbouwd te kunnen factureren. Hiervoor heeft [eiseres] de gevraagde stukken nodig. Reef heeft echter geweigerd deze te verstrekken. Het werk is in week 29 geklaard maar [eiseres] heeft van de laatste weken geen weekrapporten ontvangen en er zijn enkel documenten tot week 27 gestuurd. [Eiseres] stelt dat Reef op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een exhibitieplicht heeft. Reef beschikt over documenten waaruit afgeleid kan worden wat de verplichting van Reef jegens [eiseres] is.
3.3 Reef voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiseres] gevorderde, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van dit geding. Reef voert daartoe, kort samengevat, het volgende aan. Er is geen sprake van een spoedeisend belang. Reef heeft reeds alle gegevens aangeleverd aan [Eiseres], wellicht met uitzondering van de laatste paar weken voorafgaand aan week 29. [Eiseres] heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat zij belang heeft bij afgifte van de informatie. [Eiseres] heeft de werkzaamheden uitgevoerd en kan derhalve geacht worden te weten wat moet worden gefactureerd. Het factureren is een eigen verantwoordelijkheid van [eiseres] en niet van Reef. De werkzaamheden behoren tot de contractuele prestatie die in het kader van de tussen partijen gesloten overeenkomst door [eiseres] moeten worden verricht. Het gaat voor een deel om bestekwijzigingen die binnen de contractuele verplichting vallen zodat daarvoor geen nadere betaling kan worden gevorderd. Voorts merkt Reef op dat een termijn ontbreekt waarbinnen de stukken moeten worden verstrekt.
3.4 Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1 De voorzieningenrechter oordeelt dat [eiseres] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. [Eiseres] heeft aangevoerd dat zij enkel correct kan factureren als zij over alle gegevens beschikt en dat het daarbij gaat om aanmerkelijke bedragen.
4.2 Ingevolge artikel 843a, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan hij die daarbij een rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft.
4.3 De voorzieningenrechter overweegt dat [eiseres] afdoende aannemelijk heeft gemaakt dat tussen haar en Reef een rechtsbetrekking bestaat. Ook heeft [eiseres] concreet omschreven welke documenten zij van Reef wenst te ontvangen.
4.4 [Eiseres] heeft ter zitting aangevoerd dat zij in ieder geval niet alle weekrapporten heeft ontvangen. In dit verband merkt zij op dat het werk in week 29 klaar was maar zij van de laatste weken geen weekrapporten heeft ontvangen omdat enkel documenten tot week 27 zijn gestuurd. Reef heeft niet weersproken dat van de laatste paar weken geen weekrapporten zijn verstrekt. De voorzieningenrechter ziet hierin aanleiding om Reef te bevelen om kopie directie weekrapporten, gerelateerd aan de onderhavige opdracht (en de daarbij komende in regie uitgevoerde werkzaamheden) aan [eiseres] te verstrekken. [Eiseres] heeft daarbij een rechtmatig belang aangezien zij dan kan toetsen of adequaat wordt afgerekend. Het gevorderde onder A) punt 1 zal daarom worden toegewezen. Wellicht zal een (groot) deel van de kopie directie weekrapporten reeds in het bezit zijn van [eiseres] maar omdat ter zitting niet duidelijk is geworden over welke directie weekrapporten partijen het eens zijn dat deze door Reef zijn verstrekt aan [eiseres] acht de voorzieningenrechter het geraden om Reef te bevelen alle opeenvolgende directie weekrapporten aan [eiseres] te verstrekken.
4.5 Het gevorderde onder A) punt 2 (kopie uitvoerdersdagboeken) zal worden afgewezen. Reef heeft gemotiveerd weersproken dat zulke uitvoerdersdagboeken bij haar bestaan. Nu niet aannemelijk is geworden dat dergelijke stukken bestaan dient de vordering op dit punt als zijnde onvoldoende bepaald te worden afgewezen.
4.6 Het gevorderde onder A) punt 3 (kopie van de originele en gewijzigde bestektekeningen en onder A) punt 4 (digitale versie van het volledige overzicht van alle leveringsbonnen) kan worden toegewezen met dien verstande dat ook een andere versie dan een digitale versie van het volledige overzicht van alle leveringsbonnen door Reef mag worden verstrekt. [Eiseres] heeft ter zitting verklaard dat zij, wanneer er geen digitale versie is, een niet digitale versie wenst te ontvangen. De voorzieningenrechter overweegt dat [eiseres] hierbij een rechtmatig belang heeft aangezien zij dan kan toetsen of zij alles (reeds) heeft ontvangen.
4.7 De voorzieningenrechter zal voor het verstrekken van deze stukken een termijn bepalen van twee weken na rechtsgeldige betekening van dit vonnis.
4.8 De voorzieningenrechter zal de gevorderde dwangsom van € 10.000,00 per dag of gedeelte daarvan, met een maximum van € 500.000,00, matigen tot een dwangsom van € 750,00 per dag ingeval Reef met de gehele of gedeeltelijke voldoening van het te geven bevel in gebreke blijft met een maximum van € 15.000,00.
4.9 Het onder C) gevorderde voorschot van € 50.000,00 op de finale afrekening zal worden afgewezen. Reef heeft de door [eiseres] vermelde posten en de juistheid van haar afrekening gemotiveerd betwist en in de onderhavige voorlopige voorzieningenprocedure kan niet worden beoordeeld of in een bodemprocedure [eiseres] naar alle waarschijnlijkheid op die punten in het gelijk zal worden gesteld. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen dat het in een voorlopige voorzieningenprocedure gaat om een summiere toets of een geldvordering zich leent voor toewijzing en er geen ruimte is voor een uitgebreid feiten- en rekenkundig onderzoek, al dan niet aan de hand van het doen horen van informanten.
4.10 De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de onder C) gevorderde proceskosten tussen partijen te compenseren. Partijen zijn immers over en weer in het ongelijk gesteld.
De voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo:
Beveelt Reef om tegen behoorlijk bewijs van ontvangst aan [eiseres] af te geven binnen twee weken na rechtsgeldige betekening van dit vonnis:
1. kopie directie weekrapporten, gerelateerd aan de onderhavige opdracht (en de daarbij komende regie werkzaamheden);
2. kopie van de originele en gewijzigde bestektekeningen;
3. digitale (dan wel niet digitale) versie van het volledige overzicht van alle leveringsbonnen;
Zulks op verbeurte van een dwangsom van € 750,00 per dag ingeval Reef met de gehele of gedeeltelijke voldoening aan dit bevel in gebreke blijft met een maximum van € 15.000,00.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Compenseert de proceskosten tussen partijen met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.J. Koopmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 24 oktober 2012.