ECLI:NL:RBALM:2012:BY2752
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering wegens niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak hebben verzoeker sub 1 en verzoekster sub 2, een echtpaar, een verzoekschrift ingediend om de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit te spreken. De verzoeken zijn behandeld op de zitting van 4 september 2012, waar beide verzoekers aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de totale schuldenlast van het echtpaar € 42.775,91 bedraagt, met onder andere schulden aan Levob, Hoist Kredit AB, en het CJIB. Een belangrijke schuld is ontstaan aan Electrabel, die voortkwam uit kortsluiting veroorzaakt door verzoeker sub 1, die met de meterkast heeft geknoeid in de hoop een wietkwekerij op te zetten. Deze schuld aan Electrabel is betaald met een lening van een derde partij, aangeduid als [naam]. De rechtbank oordeelt dat de schuld aan Electrabel en de vervangende schuld aan [naam] als niet te goeder trouw zijn ontstaan, omdat deze zijn ontstaan uit een poging om een illegale activiteit te financieren. De rechtbank concludeert dat verzoeker sub 1 en verzoekster sub 2 in de vijf jaar voorafgaand aan hun verzoek niet te goeder trouw zijn geweest met betrekking tot het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden. Daarom worden de verzoeken afgewezen op grond van artikel 288 lid 1, aanhef en onder b van de Faillissementswet (Fw.). De rechtbank heeft geen bijzondere omstandigheden kunnen vaststellen die een andere beslissing rechtvaardigen.