ECLI:NL:RBALM:2012:BY3115
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij verkeersongeval en bewijswaardering van getuigenverklaringen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Almelo werd behandeld, betreft het een verkeersongeval dat plaatsvond op 21 januari 2008. Eiser, vertegenwoordigd door mr. G.M.H. van Stokkum, vorderde schadevergoeding van ASR Schadeverzekering N.V., die de gedaagde partij was in deze procedure. De rechtbank oordeelde dat ASR aansprakelijk was voor de schade die eiser had geleden als gevolg van het ongeval. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van getuigen die bevestigden dat het verkeerslicht voor eiser op groen stond en dat de bestuurder van de door ASR verzekerde auto het rode verkeerslicht negeerde. De getuigen [B] en [H] verklaarden dat zij het verkeerslicht goed in de gaten hielden en dat het gedurende hun nadering op groen bleef. ASR betwistte de juistheid van deze verklaringen en voerde aan dat de getuigen niet continu het verkeerslicht hadden kunnen observeren. De rechtbank verwierp deze stelling, omdat de getuigen consistent verklaarden dat het verkeerslicht groen was en dat de bestuurder van de auto van ASR niet had gestopt voor het rode licht. De rechtbank oordeelde dat ASR op grond van artikel 185 van de Wegenverkeerswet en artikel 6 van de WAM aansprakelijk was voor de schade van eiser. De rechtbank kende eiser een schadevergoeding toe van € 3.160,=, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het ongeval. ASR werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, die in totaal € 1.743,81 bedroegen. De rechtbank wees de vorderingen van ASR in reconventie af, waarbij ASR had gesteld dat eiser gedeeltelijk aansprakelijk was voor het ongeval. De rechtbank concludeerde dat ASR als de in het ongelijk gestelde partij moest worden aangemerkt.