ECLI:NL:RBALM:2012:BY4519
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- E.V.A. Groener
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voortgezet gebruik van de gemeenschappelijke woning aan een deelgenoot na beëindiging van een affectieve relatie
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo, is er een kort geding aanhangig gemaakt door een man tegen zijn ex-partner, de vrouw, over het voortgezet gebruik van hun gezamenlijke woning na de beëindiging van hun relatie. De man heeft op 1 juli 2010 een samenlevingsovereenkomst met de vrouw gesloten, maar na de breuk zijn beide partijen blijven wonen in de woning aan [adres] te [plaats]. De man vordert dat hij met uitsluiting van de vrouw gerechtigd is tot het gebruik van de woning en de inboedel, en stelt dat de situatie onhoudbaar is door spanningen tussen hen. De vrouw verzet zich tegen deze vordering en stelt dat er geen spoedeisend belang is en dat er nog zaken geregeld moeten worden na de beëindiging van hun relatie.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 12 november 2012 behandeld, waarbij beide partijen vergezeld waren door hun advocaten. De man heeft aanvullende stukken ingediend en de vrouw heeft haar verweer gevoerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat er wel degelijk sprake is van spoedeisend belang, gezien de spanningen tussen de partijen en het feit dat zij nog samen onder één dak wonen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de man in staat is om de woning over te nemen, en dat de vrouw, hoewel zij zich verzet, niet voldoende onderbouwt waarom zij niet kan verhuizen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van de man toegewezen, waardoor hij met uitsluiting van de vrouw gerechtigd is tot het voortgezet gebruik van de woning. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 19 november 2012 en is uitvoerbaar bij voorraad.