ECLI:NL:RBALM:2012:BY5916

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
5 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
133356 / KG ZA 12-243
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.L.J. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil over ontruiming van een woning

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Almelo, betreft het een kort geding tussen [eiseres] en de stichting Domijn. De procedure is gestart door [eiseres], die zich verzet tegen de ontruiming van haar woning, welke ontruiming was aangezegd door Domijn op basis van een eerder vonnis van de kantonrechter. Dit vonnis, gewezen op 30 oktober 2012, had de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en [eiseres] veroordeeld om de woning binnen drie dagen te ontruimen.

De zitting vond plaats op 26 november 2012, waar [eiseres] werd bijgestaan door haar advocaat, mr. A.L. Ruiter, en Domijn werd vertegenwoordigd door mevrouw K. Keuters en de heer [B]. Tijdens de zitting heeft Domijn aangegeven de ontruiming op te schorten tot na de uitspraak in dit kort geding.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd door [eiseres] die zouden kunnen leiden tot een schorsing van de executie van het vonnis van 30 oktober 2012. De rechter oordeelde dat Domijn gerechtigd was om over te gaan tot executie van het vonnis.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Domijn zijn begroot op € 575,00. Dit vonnis is uitgesproken op 5 december 2012.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 133356 / KG ZA 12-243
Vonnis in kort geding van 5 december 2012
in de zaak van
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. A.L. Ruiter te Enschede,
tegen
de stichting
DE STICHTING WONINGSTICHTING DOMIJN,
gevestigd te Enschede,
gedaagde,
vertegenwoordigd door mevrouw K. Keuters.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Domijn genoemd worden.
1. De procedure
1.1. [Eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
1.2. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 26 november 2012. Ter zitting zijn verschenen: [eiseres], vergezeld door mr. A.L. Ruiter en namens Domijn mevrouw [K] en de heer [B]. De standpunten zijn toegelicht.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De tussen [eiseres] en Domijn bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het perceel met aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] is op 30 oktober 2012 door de kantonrechter ontbonden, met veroordeling van [eiseres] om voornoemd perceel binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen.
2.2. Op basis van het op 30 oktober 2012 tussen partijen gewezen vonnis heeft Domijn
bij exploot van 7 november 2012 de ontruiming van de woning van [eiseres] aangezegd tegen 27 november 2012.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert:
- dat zij niet ontruimd zal worden op 27 november;
- dat zij, in afwachting van de uitspraak in de procedure met kenmerk AWB 11/40083 in de woning, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] kan blijven wonen.
- (subsidiair) te bepalen dat zij, nadat er een uitspraak is gedaan in voormelde procedure, nog twee maanden - dan wel een termijn in goede justitie vast te stellen - de tijd krijgt om andere woonruimte te zoeken;
- Domijn te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2. Domijn voert verweer. Er is al vanaf begin dit jaar sprake van een oplopende huurachterstand. Domijn wil de uitspraak in voormelde bestuursrechtelijke procedure niet afwachten en wenst op korte termijn tot ontruiming over te gaan.
3.3. Domijn heeft ter zitting toegezegd de ontruiming te zullen opschorten in die zin dat ontruiming niet eerder zal plaatsvinden dan de dagtekening van het in dit kort geding te wijzen vonnis.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. In een executiegeschil kan de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts schorsen, indien hij van oordeel is dat de executant mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de executie zullen worden geschaad - geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
4.2. Door [eiseres] zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die – tegen de achtergrond van de hierboven vermelde criteria – ertoe leiden dat Domijn niet gerechtigd zou zijn tot executie van het vonnis van 30 oktober 2012 over te gaan. De vordering van [eiseres] zal derhalve worden afgewezen.
4.3. [Eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Domijn worden begroot op € 575,00 (griffierecht).
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Domijn tot op heden begroot op € 575,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.J. Koopmans en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.