ECLI:NL:RBALM:2012:BY8634

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
16 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
133710 / KG ZA 12-258
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing van beslag op bankrekening in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. I. Mercanoglu, een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden, Dienst Uitvoering Onderwijs, die niet in rechte is verschenen. Eiseres vordert de opheffing van een beslag dat op haar bankrekening is gelegd door gedaagde. Dit beslag is gelegd op 23 november 2012, terwijl het tegoed op de rekening op dat moment € 472,71 bedroeg. Eiseres ontvangt op deze rekening een Wajong-uitkering en zorgtoeslag, en stelt dat het beslag in strijd is met de beslagvrije voet, waardoor zij niet in staat is om haar lopende kosten te betalen.

De voorzieningenrechter heeft op 18 december 2012 de zaak behandeld, waarbij eiseres haar vorderingen heeft toegelicht. De voorzieningenrechter oordeelt dat de wettelijke formaliteiten bij de dagvaarding zijn nageleefd en verleent verstek tegen gedaagde, die niet is verschenen. De voorzieningenrechter concludeert dat het spoedeisend belang van eiseres evident is, gezien de aard van de zaak.

De vordering tot opheffing van het beslag wordt toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is. De gevorderde dwangsom wordt afgewezen, omdat de voorzieningenrechter het beslag zelf opheft. De kosten van het beslag worden eveneens afgewezen, omdat niet is aangetoond dat eiseres deze kosten daadwerkelijk heeft betaald. De terugvordering van het beslagen bedrag wordt afgewezen, omdat dit bedrag niet aan gedaagde is betaald. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 165,17 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 133710 / KG ZA 12-258
datum vonnis: 21 december 2012
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
verder te noemen [eiseres],
advocaat: mr. I. Mercanoglu te Enschede,
tegen
het publiekrechtelijke lichaam
de Staat der Nederlanden, Dienst Uitvoering Onderwijs,
gevestigd te 's Gravenhage,
gedaagde,
niet verschenen.
1. Het procesverloop
1.1 Gedaagde is te dienende dage niet in rechte verschenen, waarna tegen haar verstek is verleend.
1.2 [Eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
1.3 De zaak is behandeld ter terechtzitting van 18 december 2012. Ter zitting zijn verschenen: [eiseres] vergezeld door mr. Mercanoglu. De vorderingen zijn toegelicht.
1.4 Het vonnis is bepaald op vandaag.
2. De feiten
2.1 Gedaagde heeft, als rechtsopvolger van het publiekrechtelijk lichaam Informatie Beheer Groep, uit krachte van een executoriale titel d.d. 12 september 2011 ten laste van [eiseres] een dwangbevel uitgevaardigd. Deze executoriale titel is op 14 september 2011 betekend, met gelijktijdig bevel om binnen twee dagen daarna aan de inhoud daarvan te voldoen.
2.2 Op 4 september 2012 is [eiseres] aangezegd om € 705,75 binnen twee dagen te voldoen. [Eiseres] heeft hieraan geen gehoor gegeven.
2.3 Op 23 november 2012 heeft gedaagde executoriaal derdenbeslag doen leggen op de bankrekening van [eiseres] bij SNS Bank (rekeningnummer [XXXX]) in verband met voornoemde vordering. Het tegoed op deze bankrekening bedroeg op dat moment € 472,71.
2.4 [Eiseres] heeft geen andere bankrekening dan voornoemde rekening bij SNS Bank. Op deze rekening ontvangt [eiseres] een periodieke Wajong-uitkering van € 602,52 netto per maand. Voorts ontvangt [eiseres] op deze rekening de zorgtoeslag van € 70,00 per maand.
3. Het geschil
3.1 [Eiseres] vordert opheffing van het gelegde beslag, onder oplegging van een dwangsom van € 250,00 per dag en veroordeling van gedaagde tot betaling van de aan haar berekende kosten van het beslag van € 87,41. Voorts vordert [eiseres] gedaagde te veroordelen om het bedrag van € 472,71 terug te betalen met de wettelijke rente en met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
3.2 [Eiseres] stelt daartoe -kort gezegd- dat gedaagde bij het beslag onder SNS Bank de beslagvrije voet in aanmerking had moeten nemen. Met de beslagvrije voet blijft [eiseres] in staat om de lopende kosten van het bestaan te betalen. Het beslag onder SNS Bank is een doorkruising van de regeling van de beslagvrije voet, aangezien de rekening van [eiseres] door geen andere bron dan de Wajong-uitkering ad € 602,52 en een periodieke betaling van de belastingdienst voor de zorgtoeslag ad € 70,00 wordt gevoed.
3.3 Gedaagde is niet ter zitting verschenen.
4. De beoordeling
4.1 De voorzieningenrechter is van oordeel dat bij de dagvaarding de wettelijke formaliteiten in acht zijn genomen. Nu gedaagde bij de beslaglegging woonplaats heeft gekozen ten kantore van deurwaarders A.G. Groothuis en C.J.B.M. Nijhuis is onderhavige dagvaarding op grond van het bepaalde in artikel 439 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op de door de wet voorgeschreven wijze betekend. Nu gedaagde niet is verschenen, heeft de voorzieningenrechter tegen gedaagde verstek verleend.
4.2 Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak.
4.3 De gevorderde opheffing van het beslag komt de voorzieningenrechter onrechtmatig noch ongegrond voor en kan daarom worden toegewezen, behoudens het navolgende. De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen als overbodig omdat de voorzieningenrechter het beslag zelf opheft. De gevorderde beslagkosten ad € 87,14 zullen worden afgewezen nu gesteld noch gebleken is dat [eiseres] deze kosten daadwerkelijk heeft voldaan.
4.4 De gevorderde terugbetaling van het beslagen bedrag moet worden afgewezen, omdat dit bedrag weliswaar onder beslag is gelegd, maar niet aan gedaagde is betaald.
4.5 Gedaagde zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op € 165,17 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat, waarvan te betalen aan de griffier van dit gerecht € 92,17 aan explootkosten.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Heft op het op 23 november 2012 gelegde beslag op de bankrekening van [eiseres] bij SNS Bank (rekeningnummer [XXXX]).
II. Veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 165,17 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat, waarvan te betalen aan de griffier van dit gerecht € 92,17 aan explootkosten.
III. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 december 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.