ECLI:NL:RBAMS:2000:AA5253
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van gekraakt pand door Opé Retail B.V. en de beoordeling van spoedeisend belang
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Opé Retail B.V. een kort geding aangespannen tegen de bewoners van een pand in Amsterdam, die zich zonder recht of titel in het pand bevonden. De eisers, vertegenwoordigd door procureur mr. P.L. Visser, vorderden ontruiming van het pand, met het argument dat zij van plan waren het pand ingrijpend te verbouwen en in vijf appartementen te splitsen. De gedaagden, vertegenwoordigd door procureur mr. J.P.M. Seegers, voerden verweer en stelden dat er geen spoedeisend belang was voor de ontruiming.
De president van de rechtbank overwoog dat voor een ontruimingsvordering in kort geding een spoedeisend belang vereist is, en dat ontruiming niet zou mogen leiden tot ongerechtvaardigde leegstand. De president concludeerde dat de bouwplannen van Opé onvoldoende concreet waren en dat er geen duidelijkheid bestond over het tijdstip van aanvang van de verbouwingswerkzaamheden. Bovendien was er geen bewijs dat de gedaagden zich onterecht in het pand bevonden, aangezien de oorspronkelijke eigenaren geen aanvang hadden gemaakt met de verbouwingswerkzaamheden na het verkrijgen van de ontruimingstitel.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de gevraagde voorziening geweigerd en Opé in de kosten van de gedingen veroordeeld. De president oordeelde dat de ontruiming zou leiden tot ongegronde leegstand, en dat Opé geen spoedeisend belang had bij haar vorderingen. Dit vonnis werd uitgesproken op 23 maart 2000, en de kosten werden vastgesteld voor de gedaagden en de griffier.