ECLI:NL:RBAMS:2001:AB2593

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 01/0553 TG
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W. Tonkens-Gerkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van een getoetst reïntegratieplan in kort geding

In deze zaak vordert SFB ArboDuo B.V. in kort geding dat de gedaagden, het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen (LISV) en GAK Nederland B.V., worden verplicht om vóór 4 april 2001 een getoetst reïntegratieplan af te geven. SFB ArboDuo heeft sinds 1 juni 1999 mevrouw [betrokkene 1] in dienst, die zich op 24 november 2000 ziek heeft gemeld. Ondanks herhaalde verzoeken heeft het GAK nagelaten om het reïntegratieplan te toetsen, wat SFB ArboDuo in een lastige positie plaatst, aangezien zij op 4 april 2001 een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter heeft ingediend. De president van de rechtbank heeft vastgesteld dat het LISV verantwoordelijk is voor de toetsing, maar dat het GAK zich feitelijk met deze taak bezighoudt. De vordering van SFB ArboDuo is onderbouwd met de stelling dat de wetgever heeft beoogd dat de toetsingsprocedure binnen twee weken afgerond zou zijn, wat in de praktijk zelden wordt gehaald. De president heeft geoordeeld dat het LISV in gebreke is gebleven en dat de vordering van SFB ArboDuo toewijsbaar is. De gevorderde dwangsom van ƒ 50.000,- is passend geacht, en de gedaagden zijn veroordeeld in de kosten van het geding. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

TG/HE
vonnis 2 april 2001
DE PRESIDENT VAN DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM, RECHTSPREKENDE IN KORT GEDING in de zaak:
rolnummer KG 01/0553 TG van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SFB ARBODUO B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
e i s e r e s ,
procureur mr K. van der Meij,
t e g e n :
1. het rechtspersoonlijkheid bezittende LANDELIJK INSTITUUT SOCIALE VERZEKERINGEN, gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GAK NEDERLAND B.V., gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e n ,
gemachtigde mr P.C. Brinkhuis, stafmedewerker van gedaagde sub 2.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE :
Ter terechtzitting van 2 april 2001 heeft eiseres (hierna ook: SFB ArboDuo) gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte concept-dagvaarding en akte wijziging van eis. Gedaagden (afzonderlijk hierna ook: het LISV en het GAK) hebben verweer gevoerd. Spoedheidshalve is het vonnis op 2 april 2001 in de vorm van een extract van het audiëntieblad aan partijen afgegeven. Het onderstaande vormt daarvan een uitwerking.
GRONDEN VAN DE BESLISSING :
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. Bij SFB ArboDuo is sinds 1 juni 1999 in dienst mevrouw [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]). Op 24 november 2000 heeft [betrokkene 1] zich ziek gemeld. In die
situatie is sindsdien geen verandering gekomen. SFB ArboDuo wilde bij de
kantonrechter een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met
[betrokkene 1] indienen.
b. Voorafgaand aan de indiening van het ontbindingsverzoek, heeft SFB ArboDuo haar Arbodienst een reïntegratieplan laten opstellen en dit met de vereiste bijlagen op 28 december 2000 aan het GAK gezonden, met het verzoek tot toetsing over te gaan. Tot heden heeft die toetsing echter niet plaatsgevonden, ondanks herhaalde aanmaningen van de zijde van SFB ArboDuo en herhaalde toezeggingen van de zijde van het GAK.
c. Op 8 maart 2001 heeft SFB ArboDuo, in strijd met het bepaalde in artikel 7:685 BW, het verzoekschrift tot ontbinding ingediend bij de kantonrechter te Almelo. De mondelinge behandeling daarvan zal plaatsvinden op 4 april 2001.
d. Formeel is het LISV het orgaan dat voor de toetsingsprocedure zorgdraagt.
Feitelijk echter houdt krachtens mandaat (in deze zaak) het GAK zich daarmee bezig.
2.1. SFB ArboDuo vordert in dit geding - kort gezegd - gedaagden (al dan niet hoof-
delijk) op straffe van een dwangsom te gebieden aan haar vóór 4 april 2001 een getoetst reïntegratieplan af te geven.
2.2. Zij stelt hiertoe dat de wetgever bij de invoering van de regeling betreffende het reïntegratieplan voor ogen heeft gestaan, dat de toetsingsprocedure binnen twee weken zou kunnen zijn afgerond. In de praktijk blijkt weliswaar dat die termijn (vrijwel) nooit wordt gehaald, maar SFB ArboDuo wacht nu reeds ruim drie maanden op de toetsing, hetgeen buitensporig is. Indien SFB ArboDuo bij de mondelinge behandeling van het ontbindingsverzoek op 4 april 2001 niet beschikt over een getoetst reïntegratieplan, loopt zij het risico niet-ontvankelijk te worden verklaard, met alle gevolgen van dien.
3. Gedaagden hebben verweer gevoerd tegen de omvang van de gevorderde dwangsom en zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de president. Ook hebben zij ter zitting toegezegd op 3 april 2001 alsnog te zullen zorgdragen voor afgifte van het getoetste reïntegratieplan.
4.1. Eerst staat ter beoordeling of naast het LISV ook het GAK door SFB ArboDuo kan worden aangesproken. Dit is niet het geval, nu sprake is van een door het LISV aan het GAK gemandateerde bevoegdheid, waarbij - conform het bepaalde in artikel 10:2 van de Algemene wet bestuursrecht - door de gemandateerde genomen besluiten uitsluitend gelden als besluiten van de mandaatgever.
4.2. Dat het LISV ernstig in gebreke is gebleven tijdig een getoetst reïntegratieplan af te geven, staat als onbetwist vast. Gelet op de hiervoor onder 1.b genoemde omstandigheid dat het GAK reeds herhaaldelijk toezeggingen jegens SFB ArboDuo niet is nagekomen, staat voorts de ter zitting door gedaagden gedane toezegging toewijzing van de vordering niet in de weg.
4.3. Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering tegen het LISV toewijsbaar is. In verhouding tot het belang van de zaak wordt de gevorderde dwangsom passend geacht, zodat voor matiging geen plaats is.
B E S L I S S I N G :
1. Gebiedt gedaagde sub 1 vóór 4 april 2001 aan eiseres af te geven een getoetst reïntegratieplan in de zin van artikel 7:685 lid 1 BW, dat voldoet aan het Besluit minimumeisen reïntegratieplan 1997, zulks op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van ƒ 50.000,=.
2. Veroordeelt gedaagde sub 1 in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van eiseres begroot op ƒ 547,68 aan verschotten, waaronderƒ 400,= wegens vastrecht, en op ƒ 1.550,= aan salaris procureur.
3. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
4. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door de vice-president mr W. Tonkens-Gerkema, fungerend president der
Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 2 april 2001 in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: