H 02.1430
1.156
2 oktober 2002
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
EERSTE ENKELVOUDIGE CIVIELE KAMER
VONNIS
Zijne Koninklijke Hoogheid Claus George Willem Otto Frederik Geert
Prins der Nederlanden, Jonkheer VAN AMSBERG,
wonende te 's-Gravenhage,
e i s e r ,
procureur: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. DAGBLAD DE TELEGRAAF, gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE TELEGRAAF TIJDSCHRIFTEN GROEP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. [gedaagde 3], kantoorhoudende te Amsterdam,
4. [gedaagde 4], kantoorhoudende te Amsterdam,
g e d a a g d e n ,
procureur mr. R.S. Le Poole.
Eiser wordt hierna de Prins genoemd; gedaagden worden gezamenlijk TTG c.s. en afzonderlijk De Telegraaf, TTG, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] genoemd.
De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- dagvaarding van 10 juni 2002,
- akte van de Prins van 19 juni 2002, met bewijsstukken;
- conclusie van antwoord, met bewijsstukken,
- ambtshalve gewezen tussenvonnis van 14 augustus 2002, waarbij een comparitie van partijen is bepaald, die op 16 september 2002 heeft plaatsgevonden, en het daarvan opgemaakte proces-verbaal;
- verzoek vonnis wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) betwist, en op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van overgelegde bewijsstukken, staat het volgende vast.
a. TTG en De Telegraaf zijn uitgevers van het weekblad Privé. [gedaagde 3] is hoofdredacteur en [gedaagde 4] is redacteur van dat blad.
b. In Privé van 25 mei 2002 (week 22) is een artikel aan de Prins gewijd. Het artikel wordt op de voorpagina aangekondigd met de volgende tekst en een foto van de Prins terwijl hij door twee onbekenden uit een auto wordt geholpen.
"Opgenomen in
kliniek voor
terminale patiënten
Claus wil in Duitsland sterven"
c. Het artikel op bladzijden 6 en 7 heeft als kop:
"Prins Claus zoekt rust in Duitsland"
Naast deze kop is opnieuw de onder b genoemde foto afgedrukt. Het vetgedrukte kader dat het artikel inleidt luidt:
"PRINS CLAUS is letterlijk en figuurlijk terug bij de bron. Deze week is hij in Duitsland opgenomen in een kliniek voor terminale patiënten. De hectiek op Huis ten Bosch werd hem te veel, hij wilde alleen maar rust."
In het artikel staat onder meer het volgende.
"De beslissing van PRINS CLAUS om niet langer op Huis ten Bosch te blijven, is in de familiekring van de Oranjes met ontsteltenis ontvangen.
(…)
Op Huis ten Bosch werd het Prins Claus allemaal te veel.
(…)
Echter, er zijn ook nadelen verbonden aan zijn vlucht naar Duitsland.
(…)
Toch lijkt Claus nu voor zichzelf te hebben gekozen en met de laatste kracht die hij in zich had naar Duitsland gegaan."
d. Bij brief van 3 juni 2002 aan TTG c.s. heeft de raadsman van de Prins bezwaar gemaakt tegen de publicatie.
e. De raadsman van TTG c.s. heeft daarop bij fax van 6 juni 2002 het volgende geantwoord, voor zover hier van belang.
"TTG zal op de kortst mogelijke termijn tot rectificatie van het litigieuze artikel overgaan. Ter informatie zend ik u hierbij het hoofdredactioneel commentaar van mevrouw [gedaagde 3] en het artikel van mevrouw [gedaagde 4], die in de eerstvolgende uitgave van Privé zullen worden opgenomen. Op de cover van het desbetreffende nummer zal vermeld worden: "Onze excuses aan Prins Claus.""
f. Op de voorpagina van Privé van 15 juni 2002 (week 25) is een foto van de Prins geplaatst met de tekst
"Onze excuses aan Prins Claus"
g. In dezelfde uitgave is een hoofdredactioneel commentaar geplaatst met onder meer de volgende tekst.
"Excuses
(…)
Dat verhaal bleek gebaseerd op verkeerde informatie. Ik trek me dat verschrikkelijk aan en wil Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus mijn welgemeende excuses aanbieden."
h. In het artikel staat het volgende, voor zover hier van belang.
"Dit had nooit mogen gebeuren …
'Onze welgemeende excuses aan Prins Claus'
(…)
Dit artikel is gebaseerd op verkeerde informatie en berust op feitelijke onjuistheden.
(…)
Achteraf bleek deze informatie volkomen onjuist. Een grote misser die eigenlijk op geen enkele manier is goed te maken. Privé heeft een onjuist verhaal geplaatst en dat spijt ons oprecht. Wij hopen dan ook ten zeerste dat Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus onze excuses wil aanvaarden."
2. De Prins vordert:
- een verklaring voor recht dat de publicatie van TTG c.s. in Privé, week 22, van 25 mei 2002 tegenover hem onrechtmatig is;
- TTG c.s. te veroordelen tot schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
- met veroordeling van TTG c.s. in de proceskosten.
2.1. De Prins stelt daartoe dat TTG c.s. inbreuk maken op zijn persoonlijke levenssfeer door feitelijk onjuiste mededelingen over een reis naar Duitsland en daarop gebaseerde suggesties, speculaties en kwalificaties te publiceren.
3. TTG c.s. voeren aan dat zij vóór het uitbrengen van de dagvaarding al tegenover de raadsman van de Prins hebben erkend dat het artikel feitelijk onjuist en dus onrechtmatig is. Zij hebben geprobeerd de nadelige gevolgen voor zover mogelijk weg te nemen door een ondubbelzinnige rectificatie. De vordering tot betaling van schadevergoeding is rauwelijks ingesteld, omdat tot aan dat moment nog geen aanspraak is gemaakt op enige schadevergoeding, aldus TTG c.s.
4. De rechtbank stelt voorop dat TTG c.s. zich vóór het uitbrengen van de dagvaarding weliswaar hebben verontschuldigd voor de feitelijke onjuistheden die in de publicatie worden vermeld, maar daarmee de onrechtmatigheid van het artikel niet expliciet hebben erkend. Een dergelijke erkenning is niet af te leiden uit de hiervoor geciteerde fax van hun raadsman van 6 juni 2002. Zij hebben die onrechtmatigheid pas in deze procedure bij conclusie van antwoord toegegeven, waarbij de erkenning beperkt is gebleven tot de feitelijke onjuistheid van het artikel.
5. Ter zitting hebben TTG c.s. hun verweer dat de Prins geen belang heeft bij een verklaring voor recht teruggenomen en de juistheid van zijn stelling erkend dat toewijzing van dit onderdeel van de vordering mede tot genoegdoening kan strekken. Ook los daarvan heeft de Prins voldoende belang bij een verklaring voor recht, nu een dergelijke verklaring een aanzienlijk bredere strekking heeft dan de enkele vaststelling van de onrechtmatigheid van een publicatie in een rechtsoverweging.
6. De rechtbank is van oordeel dat de publicatie niet alleen feitelijk onjuist en misleidend is, maar bovendien inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de Prins, aan welke inbreuk de teneur en de opmaak van het artikel in hoge mate bijdragen. In het artikel wordt immers de suggestie gewekt dat de Prins zich in een terminale levensfase zou bevinden en zich zou hebben afgewend van zijn echtgenote, van zijn gezin en van de Nederlandse samenleving. Daarbij komt dat op de voorpagina van de bewuste publicatie van Privé en bij het artikel zelf een foto is geplaatst die de schijn wekt te zijn gemaakt bij zijn zogenaamde vertrek naar Duitsland en TTG c.s. ter zitting hebben erkend dat die foto bij een eerdere gelegenheid is gemaakt.
7. De gevorderde verklaring voor recht is dan ook toewijsbaar.
8. De rechter kan op grond van artikel 612 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de schade voor zover mogelijk begroten, ondanks het feit dat de Prins schadevergoeding vordert, op te maken bij staat. Ter zitting heeft de raadsman van de Prins echter verzocht af te zien van een begroting. Hij heeft verklaard dat de Prins, bij toewijzing van de verklaring van recht, het voornemen heeft met TTG c.s. te onderhandelen. Pas wanneer die onderhandelingen niet het gewenste resultaat opleveren, zal een schadestaatprocedure aanhangig worden gemaakt. Nu TTG c.s. zich daartegen niet hebben verzet zal de rechtbank in dit stadium van begroting van de schade van de Prins afzien en de veroordeling uitspreken zoals gevorderd.
9. TTG c.s. worden als de in het ongelijk gestelde partij belast met de proceskosten.
- verklaart voor recht dat de publicatie door TTG c.s. in de editie van Privé, week 22, van 25 mei 2002 tegenover de Prins, op de gronden zoals hiervoor bedoeld onder 6, onrechtmatig is;
- veroordeelt TTG c.s. tot vergoeding van schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- veroordeelt TTG c.s. hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de Prins begroot op € 932,56;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. W. Tonkens-Gerkema, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 oktober 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.