Verklaart het onder 3., 4. primair, 6. primair en 7. primair telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1. bewezenverklaarde:
Overtreding van artikel 91 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, elfmaal begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Ten aanzien van het onder 2. bewezenverklaarde:
Overtreding van artikel 10 van de Coördinatiewet sociale verzekering, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 4. subsidiair bewezenverklaarde:
Opzettelijk gebruik maken van het vervalste geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van strafrecht, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Ten aanzien van het onder 5. primair bewezenverlaarde:
Medeplegen van valsheid in geschrift.
Ten aanzien van het onder 5. subsidiair bewezenverklaarde:
Medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Ten aanzien van het onder 6. subsidiair en 7. subsidiair bewezenverklaarde:
Valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [betrokkene 10], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot [betrokkene 4], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot [betrokkene 5], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot [betrokkene 6], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 7], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 8], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 3], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 9], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 10], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 11], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 1], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 1. bewezenverklaarde feit, met betrekking tot
[betrokkene 12], tot een geldboete van € 20,- (twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 dag.
Veroordeelt verdachte ter zake van het onder 2., 4. subsidiair, 5. primair en subsidiair, 6. subsidiair en 7. subsidiair tot een geldboete van € 3.000 (drieduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 60 dagen.
Beveelt dat een gedeelte, groot € 1.500 (vijftienhonderd euro) van deze geldboete, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 30 dagen, niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.J.L.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. C.M. Degenaar en A.C. Loman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G.H. Felix, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 februari 2003.