RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t r o l n u m m e r KG 03/921 OdC v a n:
de vereniging GEWEST NOORD-HOLLAND/UTRECHT VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE SCHAATSENRIJDERSBOND, gevestigd te Amsterdam,
e i s e r e s bij dagvaarding van 2 mei 2003,
procureur mr. E.C. Lambers,
de stichting STICHTING IJSCOMPLEX JAAP EDEN, gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. F.J. Majoor.
Ter terechtzitting van 9 mei 2003 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Gedaagde heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzie-ning.
Partijen worden verder de KNSB en de stichting Jaap Eden genoemd.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. De KNSB is een vereniging met als statutair doel het bevorderen van het schaat-senrijden in het algemeen. Als middel tot het bereiken van dit doel wordt onder meer kunstijs gehuurd. Dit wordt vervolgens -ten behoeve van trainingen, wedstrijden en recreatiesport- ter beschikking gesteld aan de bij de KNSB aangesloten verenigin-gen. Om een evenwichtige verdeling van het beschikbare ijs te kunnen waarborgen, is in de statuten van de KNSB opgenomen dat het de bij haar aangesloten verenigin-gen niet is toegestaan zonder toestemming van de KNSB ijs te huren.
b. De stichting Jaap Eden is een stichting met als statutair doel het bevorderen in Amsterdam van de schaatssport in de meest uitgebreide zin van het woord. Zij doet dit onder meer door exploitatie van de kunstijsbaan Jaap Eden en de Jaap Edenhal.
c. Sinds meer dan 40 jaar huurt de KNSB voor een aantal uren per week (meestal de voor het publiek minder courante uren) de ijsbaan van de stichting Jaap Eden. Gedu-rende deze uren heeft de KNSB de exclusieve beschikking over de ijsbaan en de daarbij behorende kleedkamers. De KNSB stelt de ijsbaan vervolgens ter beschik-king aan (de leden van) de bij haar aangesloten verenigingen. Zij hebben dan onder meer de mogelijkheid tot ijstraining, toerschaatsen, het organiseren van wedstrijden en het opleiden van jeugdleden. De KNSB brengt voor het ter beschikking stellen van de ijsbaan aan haar leden een prijs in rekening die 40% hoger ligt dan de prijs die zij aan de stichting Jaap Eden dient te betalen. Door de KNSB zijn in de loop der jaren een aantal permanente voorzieningen aangebracht (onder meer een jurytoren, een elektronisch scorebord, een rondenbord en een ringleiding voor elektronische tijdwaarneming). Voorts zijn door de KNSB een aantal opstallen geplaatst waarvan zij het exclusieve en permanente gebruik heeft. Deze opstallen worden gebruikt als kantoorruimte, opslagruimte en jury- en toezichtruimte.
d. Partijen maken jaarlijks nieuwe afspraken over het urenrooster en de te betalen huurprijs. Dit gebeurt soms mondeling, soms schriftelijk. Een schriftelijke vastleg-ging van de tussen partijen gemaakte afspraken heeft voor het laatst in november 1997 plaatsgevonden. Het urenrooster is op dat moment voor de komende vijf sei-zoenen (dus tot en met seizoen 2001/2002) vastgelegd. Verder is in artikel 11 van de overeenkomst het volgende opgenomen: "De huurder zal een huurprijs voor het sei-zoen 1997/1998 in rekening worden gebracht conform onderstaande tarievenlijst. De tarieven zullen jaarlijks vóór 1 juli door het bestuur van de stichting worden vastgesteld."
e. Na afloop van de onder d bedoelde periode van vijf seizoenen hebben partijen overleg gevoerd over het seizoen 2002/2003. Dit overleg heeft opgeleverd dat het urenrooster ongewijzigd is gebleven en dat de prijs -globaal gezien- met 10% ver-hoogd is.
f. In september 2002 zijn partijen gestart met de onderhandelingen voor de periode vanaf het seizoen 2003/2004. Er is overeenstemming bereikt over een (geringe) aan-passing in het urenrooster. Er is geen overeenstemming bereikt over de te betalen huurprijs.
g. Eind januari 2003 heeft de stichting Jaap Eden tijdens de trainingsuren pamfletten uitgedeeld aan individuele rijders. Hierin werd hun een abonnement aangeboden buiten de bij de KNSB aangesloten verenigingen om. Dit abonnement zou voor se-nioren en junioren € 80,- respectievelijk € 65,- kosten.
h. Nadien zijn de onderhandelingen tussen partijen over de te betalen huurprijs her-opend, echter wederom zonder resultaat.
i. Bij brief van 5 maart 2003 van de raadsman van de stichting Jaap Eden is de KNSB onder meer het volgende bericht:
"Het contract betreffende de huur van het ijs op de 400 m baan en in de Jaap Eden-hal zal eindigen per het einde van het seizoen, derhalve op 16 maart ten aanzien van de buitenbaan en op 6 april a.s. ten aanzien van de hal, door het verstrijken van de overeengekomen termijn.
Cliënte verzoekt u per 16 maart de toegangssleutels en "magneetlepels" te retour-neren.
Cliënte heeft van u begrepen dat u afziet van een overeenkomst voor de toekomst.
Cliënte gaat ervan uit dat alle roerende en onroerende zaken die zich op het com-plex bevinden haar eigendom zijn. Voor zover u aanspraak meent te kunnen maken op enig recht, stelt cliënte u in de gelegenheid om onder overlegging van bewijs daar opgave van te doen binnen twee weken na dato. (…)."
2. Thans vordert de KNSB -samengevat- om de stichting Jaap Eden te bevelen aan alle schaatsverenigingen in de regio Amsterdam, alsmede aan alle individuele rijders die zich aangemeld hebben voor een hardrijdersabonnement, mede te delen dat de abon-nementen voor het seizoen 2003/2004, zoals te doen gebruikelijk, via de bij de KNSB aangesloten verenigingen aan de rijders zullen worden toebedeeld, en voorts iedere actie te staken die er op gericht is voor het komende seizoen wedstrijd- of trainingsijs buiten de KNSB om aan individuele rijders of verenigingen te verhuren of op andere wijze ter beschikking te stellen. Tevens vordert de KNSB de aan haar uitgegeven sleutels van het buitenhek van de Jaap Edenbaan weer te activeren.
3. De KNSB voert ter ondersteuning van haar vorderingen -samengevat- het volgende aan. De aard van de tussen partijen bestaande rechtsverhouding valt te kwalificeren als een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd van een bebouwde onroerende zaak vallend onder het regime van de Huurwet. Het gaat daarbij deels om huur voor be-paalde uren van de week gedurende het winterseizoen en deels om permanente huur gedurende het gehele jaar. De huurovereenkomst is niet conform de regels van de Huurwet opgezegd en loopt derhalve door. Bij de onderhandelingen over de prijs-aanpassing heeft de stichting Jaap Eden aanvankelijk een nieuwe waarderingsstruc-tuur voorgesteld die feitelijk neerkwam op een verhoging van 95%. Dit was voor de KNSB niet bespreekbaar. De KNSB heeft vervolgens voorgesteld voor het seizoen 2003/2004 een verhoging van 10% te betalen en voor het daaropvolgende seizoen nog een keer 10%. Dit voorstel is door de stichting Jaap Eden niet aanvaard. Hierbij speelt onder meer het verwijt van de stichting Jaap Eden een rol dat de KNSB winst maakt bij het 'doorverhuren' van de ijsbaan aan haar leden. Dit is een onterecht verwijt, aldus de KNSB, nu zij slechts kosten die zij daadwerkelijk dient te maken ten behoeve van al haar leden over al deze leden omslaat. Na het mislukken van de onderhandelingen over de prijsaanpassing heeft de stichting Jaap Eden individuele rijders een abonnement aangeboden voor respectievelijk € 80,- en € 65,-. Dit aanbod is opmerkelijk, aldus de KNSB, nu het aangeboden ijs niet ter beschikking stond van de stichting Jaap Eden; de huurovereenkomst met de KNSB is immers niet opge-zegd. Bovendien levert het doorrekenen van de aangeboden abonnementsprijzen op dat de stichting Jaap Eden (slechts) een prijsverhoging van ongeveer 10% zou reali-seren (welke verhoging al door de KNSB was aangeboden). De KNSB heeft daarom haar aanbod een verhoging van 10% te betalen herhaald, welk aanbod tot haar ver-bazing (wederom) niet is geaccepteerd. De stichting Jaap Eden handelt hiermee in strijd met de redelijkheid en de billijkheid die van contractspartijen verwacht kan worden. Met de brief van 5 maart 2003 (zie 1i) voert de stichting Jaap Eden de on-derhandelingsdruk nog extra op. Tevens dient deze brief te worden gezien als een onrechtmatige vorm van toeëigening en eigenrichting. Door de onzekere situatie waarin de KNSB thans verkeert, is er onrust ontstaan bij de bij haar aangesloten ver-enigingen. De verenigingen moeten hun plannen voor het komende seizoen kunnen maken en daarom dient er op korte termijn duidelijkheid te zijn. Indien de stichting Jaap Eden buiten de KNSB om abonnementen uitgeeft, zal dit leiden tot een (orga-nisatorische) chaos op de ijsbaan waarbij niemand gebaat is.
4. De stichting Jaap Eden heeft als verweer -samengevat- aangevoerd dat zij voor de exploitatie van de ijsbaan en de Jaap Edenhal afhankelijk is van subsidie van de ge-meente Amsterdam. De gemeente stelt voorwaarden aan de subsidie. Dit houdt on-der meer in dat de stichting Jaap Eden in goed overleg met de gebruikers de be-schikbare 'ijsruimte' dient te verdelen, met ruimte voor de verschillende doelgroe-pen en passend in het sportbeleid van de gemeente. Bovendien dient zij haar ac-commodatie tegen een betaalbaar tarief ter beschikking te stellen. De stichting Jaap Eden maakt dan ook bezwaar tegen het feit dat de KNSB aan de verkoop van de abonnementen aan haar leden € 150.000,- tot € 200.000,- per jaar verdient. Thans zijn de tarieven door B&W van de gemeente Amsterdam bij beschikking vastge-steld, aan welke beschikking de stichting Jaap Eden is gebonden. De KNSB heeft tegen deze beschikking geen bezwaarschrift ingediend. In de onderhandelingen voor het seizoen 2002/2003 is door de stichting Jaap Eden kenbaar gemaakt dat de prijzen substantieel moeten stijgen. Met name de kosten van de door de Milieudienst geëiste voorzieningen voor veiligheid en milieu zijn drastisch gestegen. Daarnaast heeft de stichting Jaap Eden ook anderszins moeten investeren. Uiteindelijk is er geen over-eenstemming bereikt tussen partijen over de prijs voor het seizoen 2003/2004. Dit geschil leent zich echter niet voor een kort geding, nu het complex van aard is, er in-gewikkelde berekeningen in het geding zijn gebracht en er veel partijen bij zijn be-trokken. Omdat er door partijen geen overeenstemming is bereikt, heeft de stichting Jaap Eden zich voor de verkoop van abonnementen direct tot de individuele schaats-rijders en tot de bij de KNSB aangesloten verenigingen gewend. Dit systeem heeft de voorkeur van de stichting Jaap Eden. Het oude systeem van koppelverkoop leidde tot beperkte (en te dure) keuzemogelijkheden voor de schaatsers. In het nieuwe sys-teem is geen sprake meer van het verhuren van ijs, maar van verkoop van abonne-menten. Het nieuwe systeem doet overigens op geen enkele wijze afbreuk aan de mogelijkheden van de KNSB om de schaatssport (trainingen, wedstrijden etc.) te or-ganiseren. Het beperkt de KNSB wel in de mogelijkheid de abonnementen boven de prijs te verkopen. Indien de onderhavige vordering zou worden toegewezen is het contract tussen partijen nog niet rond. Zo zou er opnieuw onderhandeld moeten worden over de te betalen prijs, met dien verstande dat B&W de tarieven waaraan de stichting Jaap Eden is gebonden reeds heeft vastgesteld, wat partijen dus in een on-mogelijke situatie brengt. Vervolgens voert de stichting Jaap Eden aan dat tot op he-den geen sprake was van een huurovereenkomst die valt onder de Huurwet. Er is immers geen sprake van een bebouwde onroerende zaak. Slechts de artikelen 7A:1584 - 1623 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn van toepassing. Bij de laat-ste schriftelijke huurovereenkomst van 1997 is een termijn van vijf jaar afgesproken; deze termijn is thans verstreken. Voor het seizoen 2002/2003 is een nieuwe prijs overeengekomen voor enkel de duur van dit seizoen. Tot slot wordt aangevoerd dat thans alle medewerkers/leden van de KNSB (weer) toegang hebben tot de ijsbaan. De KNSB heeft derhalve geen belang meer bij toewijzing van het onder 2 van het petitum van de dagvaarding gevorderde.
Beoordeling van het geschil:
5. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan de rechtsverhouding tussen partijen niet zonder meer worden gekwalificeerd als een huurovereenkomst die valt onder het regime van de Huurwet of het Burgerlijk Wetboek. Nog afgezien van de vraag of het gehuurde kan worden aangemerkt als bebouwd onroerend goed, staat het feit dat in het onderhavige geval het gehuurde niet permanent ter beschik-king staat van de KNSB aan deze kwalificatie in de weg. Van belang hierbij is dat is gebleken dat partijen overeenkomstige statutaire doelstellingen hebben, (daarom) sinds lange tijd met elkaar samenwerken en in het kader van deze samenwerking af-spraken hebben gemaakt die meer omvatten dan in een normale huurverhouding ge-bruikelijk is. Tegenover het (exclusieve) gebruik dat de KNSB verkrijgt van de ijs-baan en de Jaap Edenhal voor een aantal uren per week, staat immers niet alleen het feit dat zij hiervoor een (huur)prijs moet betalen, doch ook dat zij (gedeeltelijk) de abonnementenadministratie voor haar rekening neemt en een coördinerende rol heeft met betrekking tot allerlei activiteiten (wedstrijden, trainingen, jeugdschaatsen etc.) die mede geacht kunnen worden te passen binnen de statutaire doelstelling van de stichting Jaap Eden. Daar staat weer tegenover dat de KNSB toestemming heeft ver-kregen een aantal (on)roerende voorzieningen aan te brengen rondom de ijsbaan. Een en ander brengt mee (en dit blijkt mede uit de in november 1997 gesloten schriftelijke overeenkomst) dat partijen ook op tal van andere punten (samenwer-kings)afspraken hebben gemaakt (bijvoorbeeld over toezicht, toegangscontrole, schoonmaak, kleed-en douchegelegenheid, EHBO etc.). De slotsom dient dan ook te zijn dat sprake is van een overeenkomst met een geheel eigen karakter (een zoge-naamde 'sui generis' overeenkomst) waarop de algemene regels van het contracten-recht van toepassing zijn.
6. Uit het bovenstaande vloeit voort dat partijen als contractspartners c.q. onderhande-lingspartners verplicht zijn jegens elkaar de redelijkheid en billijkheid in acht te ne-men. Dit is dan ook het uitgangspunt dat dient te gelden bij de onderhandelingen over de prijs voor de komende seizoenen. Ter zitting is bovendien door beide partij-en verklaard dat -in afwijking van hetgeen in artikel 11 van de overeenkomst is be-paald- de prijs steeds in onderling overleg is vastgesteld. Nu partijen er tot op heden niet in zijn geslaagd opnieuw overeenstemming te bereiken (overigens hebben zij hiervoor blijkens genoemd artikel nog tot 1 juli 2003 de tijd) kan de onderhavige vordering -die er kortweg op neerkomt alles bij het oude te laten- niet worden toe-gewezen. Toewijzing van de vordering zou immers de discussie over de hoogte van de prijs niet beslechten, terwijl de vordering juist tot uitgangspunt heeft dat overeen-stemming over de prijs bestaat, hetgeen niet het geval is. Voorshands is de voorzie-ningenrechter van oordeel dat het standpunt van de stichting Jaap Eden dat zij is ge-bonden aan de beschikking van de gemeente Amsterdam waarin de tariefstructuur is vastgelegd en dat deze beschikking derhalve als leidraad bij de onderhandelingen dient te gelden, niet in strijd kan worden geacht met de redelijkheid en de billijk-heid. Op die basis krijgt de stichting Jaap Eden immers gemeentelijke subsidie, die zij -daarover zijn partijen het eens- niet kan missen. Op basis van deze beschikking zullen partijen derhalve de onderhandelingen dienen voort te zetten tot 1 juli a.s. Hierbij geldt dat onder de prijs niet alleen valt te begrijpen de bedragen die de KNSB voor het gebruik van het ijs dient te betalen, maar ook de daaraan verbonden tariefstructuur. Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de prijs met in-achtneming van evengenoemde tariefstructuur zal dit betekenen dat er een einde komt aan de bestaande rechtsverhouding tussen partijen. Het feit dat deze rechtsver-houding al meer dan 40 jaar bestaat doet hieraan niet af. In die 40 jaar is immers veel veranderd en is heel wel een ontwikkeling denkbaar, waarbij anders wordt aan-gekeken tegen de wijze waarop de KNSB financiële middelen vergaart (namelijk door de verkoop van abonnementen aan clubleden) om haar topsport te financieren. Hoewel de vorderingen niet zijn gericht op het dooronderhandelen tot 1 juli a.s., wordt uit de stellingen van de KNSB opgemaakt dat dit wel haar wens is. Nu niet is gesteld of gebleken dat die onderhandelingen definitief zijn mislukt, heeft de KNSB er belang bij dat de stichting Jaap Eden pas op de plaats maakt en de schaatsvereni-gingen en individuele rijders daarvan op de hoogte stelt overeenkomstig de hieron-der volgende tekst. In zoverre wordt de bij dagvaarding onder 1 ingestelde vordering toegewezen.
7. De vordering zoals geformuleerd onder punt 2 zal niet worden toegewezen nu ter zitting is gebleken dat de leden/medewerkers van de KNSB die beschikten over de sleutels van het toegangshek van de Jaap Edenbaan (wederom) toegang hebben. De KNSB heeft derhalve geen belang meer bij toewijzing van dit gedeelte van de vorde-ring.
8. Nu partijen over en weer in het (on)gelijk worden gesteld, zullen de kosten van dit geding worden gecompenseerd als na te melden.
BESLISSING IN KORT GEDING
1. Beveelt de stichting Jaap Eden binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis en tot 1 juli a.s. iedere actie te staken en gestaakt te houden, die er op gericht is voor het komende seizoen wedstrijd- of trainingsijs buiten de KNSB om aan individuele rijders of verenigingen te verhuren of ter beschikking te stellen.
2. Beveelt de stichting Jaap Eden om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis aan alle schaatsverenigingen binnen de regio Amsterdam alsmede aan alle individuele rijders die zich hebben aangemeld voor een hardrijdersabonnement me-de te delen dat de onderhandelingen tussen de stichting Jaap Eden en de KNSB om-trent de te hanteren prijs- en tariefstructuur voortduren tot uiterlijk 1 juli a.s. en dat zij onmiddellijk na die datum zullen worden ingelicht over de verdere gang van za-ken.
3. Compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
4. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
5. Wijste het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door mr. R. Orobio de Castro, vice-president van de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 15 mei 2003, in tegenwoor-digheid van de griffier.