1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. TKC is een Turks cultureel centrum, dat haar activiteiten (culturele avonden, feesten, cursussen, e.d.) al sinds meer dan dertig jaar organiseerde vanuit het pand [pand 1] - hierna: Pand 1- in stadsdeel Oud-West te Amsterdam.
b. TKC huurde Pand 1 van het Stadsdeel, dat het pand op zijn beurt huurde van een
investeringsmaatschappij. In 2001 heeft deze investeringsmaatschappij de huurovereenkomst met het Stadsdeel opgezegd.
c. Bij brief van 28 maart 2001 heeft het Stadsdeel tegen 1 juni 2001 de huurovereen-
komst met TKC opgezegd en ontruiming aangezegd.
d. De hoofdverhuurder en het Stadsdeel hebben vervolgens ingestemd met een verlenging van het gebruik van Pand 1 door TKC, tot in elk geval 31 december 2002, aangezien voor TKC nog geen vervangende huisvesting beschikbaar was.
e. Bij brief van 17 januari 2003 heeft de investeringsmaatschappij, die Pand 1 inmiddels had verkocht aan een derde, bij monde van haar raadsvrouw aan het Stadsdeel meegedeeld dat de koper niet bereid was tot verder uitstel en het Stadsdeel gesommeerd Pand 1 uiterlijk op 23 januari 2003 leeg op te leveren. Voorts werd het Stadsdeel in deze brief aansprakelijk gesteld voor de door de koper aangezegde boete en andere kosten, voor het geval niet aan deze sommatie zou worden voldaan.
f. Bij brief van 20 januari 2003 aan de raadsman van TKC heeft de raadsvrouw van het Stadsdeel TKC gesommeerd Pand 1 uiterlijk op 22 januari 2003 ontruimd op te leveren. Deze brief bevat, voor zover hier van belang, de volgende passages:
"Indien uw cliënte zich uiterlijk voor 18.00 uur vandaag door ondertekening van deze fax bereid verklaart om uiterlijk op 22 januari 2003 uit eigen beweging over te gaan tot ontruiming van het pand (…) geldt het volgende aanbod:
De gemeente is bereid om de inventaris van uw cliënte tijdelijk om niet op te slaan (…) totdat uw cliënte de ruimte aan de [adres] kan betrekken op 1 februari 2003; (…)
De gemeente is bereid om met TKC een tijdelijke huurovereenkomst aan te gaan terzake van de [adres] voor een periode van in elk geval een half jaar vanaf 1 februari 2003. De kale huur (…) bedraagt (…) € 15.000,- per jaar (…)"
g. Bij brief van 21 januari 2003 heeft de raadsman van TKC aan de raadsvrouwe van het Stadsdeel meegedeeld dat TKC onder bepaalde voorwaarden akkoord ging met een ontruiming per 22 januari 2003. Eén van de voorwaarden was voortzetting van de huur van [adres] - hierna Pand 2 - na het halve jaar na 1 februari 2003, indien nog geen vervangende huisvesting voor TKC beschikbaar zou zijn.
Het Stadsdeel heeft deze voorwaarden geaccepteerd, met dien verstande dat het Stadsdeel heeft toegezegd dat TKC "nog enige tijd langer" Pand 2 zou kunnen blijven huren, indien TKC onverhoopt na een half jaar nog geen andere ruimte had gevonden.
h. TKC heeft Pand 1 met ingang van 22 januari 2003 ontruimd en de inventaris opge-
slagen in de door het Stadsdeel ter beschikking gestelde voormalige tramremise aan de Bellamystraat 1.
i. Bij brief van 31 januari 2003 heeft de advocaat van het Stadsdeel aan TKC gemeld Pand 2 bij nader inzien niet per 1 februari 2003 aan TKC te kunnen verhuren, wegens problemen met de daarin tijdelijk gehuisveste Turkse vereniging Democratische Volksvereniging Amsterdam (DVA), een vereniging van geheel andere signatuur dan TKC. De gemeente had Pand 2 enige weken in gebruik gegeven aan DVA, omdat het door DVA gehuurde, naastgelegen, pand moest worden opgeknapt. In deze brief is voorts vermeld dat DVA, nadat zij had vernomen dat TKC in Pand 2 gehuisvest zou worden, niet bereid was deze ruimte te verlaten.
j. In een rapportage van 17 februari 2003 heeft [bemiddelaar], door het Stadsdeel aangezocht om te bemiddelen tussen DVA en TKC, voorgesteld dat het Stadsdeel toestemming zou geven aan TKC om de voormalige tramremise tijdelijk als activiteitenruimte te gebruiken, in afwachting van het ter beschikking komen van definitieve huisvesting. In de rapportage staat voorts als conclusie vermeld: