1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. [gedaagde 1] en [betrokkene 1] zijn tweelingbroers. [gedaagde 1] is bestuurder en enig aandeelhouder van Geelong.
b. Op 4 juni 1988 zijn [betrokkene 1] en [eiseres] buiten gemeenschap van goederen gehuwd. Vanaf 1 mei 1998 is in de huwelijkse voorwaarden een finaal verrekenbeding opgenomen waarin is bepaald dat in geval van ontbinding van het huwelijk door overlijden of echtscheiding verrekening zal plaatsvinden alsof de echtgenoten gehuwd waren in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen.
c. Bij beschikking van 26 juni 2002 is de echtscheiding tussen [betrokkene 1] en [eiseres] uitgesproken. Het huwelijk is op 23 augustus 2002 ontbonden door de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Bij beschikking van 2 juli 2003 van deze rechtbank is bepaald dat [betrokkene 1] aan [eiseres] een partneralimentatie moet betalen van € 5.000,= per maand en kinderalimentatie van € 1.250,= per maand.
d. Blijkens onderhandse overeenkomsten van geldlening heeft [betrokkene 1] de volgende bedragen geleend: bij overeenkomst van 17 januari 2002 een bedrag van
€ 185.492,65 van Geelong (verstrekt op 3 december 2001); bij overeenkomst van 27 mei 2002 een bedrag van € 226.890,11 van [gedaagde 1] (verstrekt op 11 april 2002) en bij overeenkomst van 30 september 2002 een bedrag van € 226.890,11 van [gedaagde 1].
e. Op 4 juni 2003 zijn ter zake van de onder 1 d. genoemde overeenkomsten voor notaris mr. A.L.M. Schulte te Amsterdam een viertal notariële aktes verleden:
- akte van schuldbekentenis tussen Geelong en [betrokkene 1] terzake van de overeenkomst van geldlening van 17 januari 2002;
- akte van schuldbekentenis tussen Geelong en [betrokkene 1] terzake van de overeenkomst van geldlening van 27 mei 2002;
- akte van schuldbekentenis tussen [gedaagde 1] en [betrokkene 1] terzake van de overeenkomst van geldlening van 30 september 2002;
- akte van schuldoverneming tussen [gedaagde 1] en Geelong enerzijds en [betrokkene 1] anderzijds waarbij de vordering uit hoofde van de schuld van de overeenkomst van geldlening van 27 mei 2002 door Geelong van [gedaagde 1] is overgenomen.
f. Bij exploot van 6 augustus 2003 heeft [gedaagde 1] aan [eiseres] doen betekenen de in executoriale vorm uitgegeven grosse van een notariële akte van 4 juni 2003 houdende een schuldbekentenis van [betrokkene 1] ten opzichte van [gedaagde 1] betreffende de daarin omschreven geldlening van 30 september 2002 van in hoofdsom
€ 226.890,11. Daarbij heeft de deurwaarder aangezegd dat [betrokkene 1] met zijn verplichtingen voortvloeiende uit die akte in gebreke is gebleven en uit dien hoofde thans aan rente een bedrag van € 17.987,= verschuldigd is, waarvoor [eiseres] mede hoofdelijk aansprakelijk is, gelet op de akte van huwelijkse voorwaarden. Aan [eiseres] is bevel gedaan een bedrag van in totaal € 18.052,64 aan de deurwaarder te betalen.
g. Bij exploot van 6 augustus 2003 heeft Geelong aan [eiseres] doen betekenen de in executoriale vorm uitgegeven grosse van een notariële akte van 4 juni 2003 houdende een schuldbekentenis van [betrokkene 1] ten opzichte van Geelong betreffende de daarin omschreven geldlening van 3 december 2001, vastgelegd op 17 januari 2002, van in hoofdsom € 185.492,65; de in executoriale vorm uitgegeven grosse van een notariële akte van 4 juni 2003 houdende een schuldbekentenis van [betrokkene 1] ten opzichte van [gedaagde 1] betreffende de daarin omschreven geldlening van 11 april 2002, vastgelegd op 27 mei 2002, van in hoofdsom € 226.890,11; de in executoriale vorm uitgegeven grosse van een notariële akte van 4 juni 2003 houdende een overeenkomst van schuldovername betreffende de schuldbekentenis voortspruitende uit de overeenkomst van geldlening van 11 april 2002, vastgelegd op 27 mei 2002. Daarbij heeft de deurwaarder aangezegd dat [betrokkene 1] met zijn verplichtingen voortvloeiende uit die akten in gebreke is gebleven en uit dien hoofde een bedrag van in totaal € 74.271,= verschuldigd is, waarvoor [eiseres] mede hoofdelijk aansprakelijk is, gelet op de akte van huwelijkse voorwaarden. Aan [eiseres] is bevel gedaan een bedrag van € 74.336,64 te betalen.
h. Op 12 augustus 2003 hebben [gedaagden] ten laste van [eiseres] executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de werkgever van [eiseres] ABN/AMRO Bank N.V. te Amsterdam en de SNS Bank N.V. te Amsterdam, tot verhaal van de onder 1.f. en g. genoemde vorderingen.
i. Op 22 augustus 2003 hebben [gedaagden] ten laste van [betrokkene 1] executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de werkgever van [betrokkene 1], Rodamco Europe N.V., tot verhaal van de onder 1.g. genoemde vorderingen.
j. Bij exploot van 27 augustus 2003 heeft [eiseres] aan [betrokkene 1] en [gedaagden] doen aanzeggen dat zij de notariële aktes van geldleningen van 4 juni 2003, alsmede de daarin omschreven overeenkomsten van geldleningen vernietigt, op grond dat [betrokkene 1] en [gedaagden] bij het aangaan van deze overeenkomsten hebben geweten, althans hadden kunnen en behoren te weten, dat als gevolg van deze rechtshandelingen en in het bijzonder van het onverplicht passeren van de notariële aktes d.d. 4 juni 2003, de verhaalsmogelijkheden van [eiseres] als schuldeiser van [betrokkene 1] zouden worden benadeeld.