ECLI:NL:RBAMS:2003:AL8451

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 03/1908 OdC
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Orobio de Castro
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie van naaktfoto's van een public figure en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

In deze zaak vorderde eiseres, een bekende zangeres en actrice, rectificatie van een fotoreportage in het weekblad 'Weekend', waarin naaktfoto's van haar waren gepubliceerd. De foto's waren genomen tijdens een vakantie op Jamaica en werden zonder haar toestemming gepubliceerd, wat volgens eiseres een inbreuk op haar privacy en portretrecht vormde. Eiseres stelde dat de publicatie onrechtmatig was, omdat de foto's geen nieuwswaarde hadden en enkel bedoeld waren om haar naaktlichaam tot een publiek onderwerp te maken. Gedaagde, de uitgever Audax Publishing B.V., voerde verweer en betwistte de onrechtmatigheid van de publicatie, stellende dat als public figure eiseres een grotere tolerantie moest opbrengen voor publicaties over haar persoon.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het recht van eiseres op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer in dit geval zwaarder woog dan het recht van Audax op vrijheid van meningsuiting. De rechter concludeerde dat de publicatie van de foto's onrechtmatig was, omdat deze een onevenredige inbreuk op de privacy van eiseres maakte. De rechter wees de vorderingen van eiseres grotendeels toe, inclusief een rectificatie in het weekblad en een schadevergoeding van € 2.500 voor immateriële schade. Audax werd ook verplicht om de naam en adresgegevens van de persoon die de foto's had geleverd aan eiseres bekend te maken, evenals de afgifte van alle foto's aan haar raadsman.

De uitspraak benadrukt de delicate balans tussen het recht op privacy van individuen, vooral public figures, en de vrijheid van de pers. De rechter stelde vast dat de publicatie van de naaktfoto's geen relevant publiek belang diende en dat de inbreuk op de privacy van eiseres aanzienlijk was, ondanks haar status als bekend persoon. De zaak illustreert de juridische overwegingen die spelen bij geschillen over privacy en publiciteit.

Uitspraak

OdC/MA
vonnis 13 oktober 2003
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t r o l n u m m e r KG 03/1908 OdC v a n:
[eiseres], wonende te [woonplaats],
e i s e r e s bij dagvaarding van 19 september 2003,
procureur mr. J.W. Versteeg,
t e g e n :
de besloten vennootschap AUDAX PUBLISHING B.V., gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. K. Gilhuis.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter terechtzitting van 1 oktober 2003 heeft eiseres, verder te noemen [eiseres], gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, verder te noemen Audax, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening.
Na verder debat hebben partijen vonnis gevraagd.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. [eiseres] is (onder meer) zangeres en actrice. Zij is in Nederland bekend bij een groot publiek. Audax is uitgeefster van het weekblad "Weekend".
b. [eiseres] verbleef in juli 2003 voor een vakantie te Jamaica.
c. In Weekend nummer 37 van 10 september 2003 is op pagina's 42 en 43 een fotoreportage van [eiseres] met ontbloot lichaam geplaatst, met de koppen "Wat niemand mocht zien" en "[eiseres] als Eva, maar zonder vijgeblad". De tekst bij de foto's verhaalt dat [eiseres] tijdens een korte vakantie op Jamaica genoot van een naaktvakantie. Op de voorpagina van Weekend is één van de foto's uit de reportage afgebeeld met als onderschrift "[eiseres] als Eva… maar zonder vijgeblad!"
d. De betreffende foto's zijn afdrukken van een DVD opname, gemaakt door een Nederlandse tourist, die de foto's aan Weekend heeft verkocht.
2. [eiseres] vordert - kort gezegd - rectificatie van de fotoreportage in Weekend, op de wijze als in het petitum van de dagvaarding vermeld, op straffe van een dwangsom, alsmede een voorschot op schadevergoeding van € 30.000,=.
3. Aan haar vorderingen heeft [eiseres] ten grondslag gelegd dat Audax door het publiceren van de foto's onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Met de publicatie is inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer, eer en menselijke integriteit. Het hotel te Jamaica waar zij verbleef heeft twee privé-stranden, een familiestrand en een klein naaktstrand. Het naaktstrand, waar zij zich bevond, is niet bereikbaar vanaf het familiestrand en ligt helemaal verscholen in het groen. In die beslotenheid bevond [eiseres] zich en waande zij zich onbespied. Audax heeft zich heel goed gerealiseerd dat de mate van intimiteit zodanig was dat daarop geen inbreuk gemaakt zou mogen worden. Immers, als kop heeft zij boven het artikel geplaatst "Wat niemand mocht zien". De foto's hebben geen enkele nieuwswaarde en blijkbaar heeft publicatie ervan uitsluitend plaats gevonden om het ontblote lichaam van [eiseres] tegen haar zin tot een bezienswaardigheid te maken. Een belangenafweging tussen het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het belang van Audax bij het recht op vrijheid van meningsuiting moet in het voordeel van [eiseres] uitvallen nu de fotoreportage geen enkele nieuwswaarde heeft. Met de publicatie wordt eveneens inbreuk gemaakt op haar portretrecht, aldus [eiseres].
[eiseres] heeft belang bij bekendmaking van de naam en adresgegevens van degene die de foto's aan Weekend heeft geleverd, zodat zij de afgifte daarvan kan vorderen en niet op een later moment weer geconfronteerd wordt met publicatie van deze foto's.
4. Audax heeft de gestelde onrechtmatige daad en de vorderingen op zich gemotiveerd betwist.
Het staat een persmedium vrij, aldus Audax, om zowel meningen als feiten te publiceren in elke denkbare vorm, zelfs als de inhoud schokkend of beledigend is. Er bestaat geen rangorde tussen het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de vrijheid van meningsuiting. Aan welk recht voorrang moet worden verleend hangt af van de omstandigheden van elk individueel geval. Ook in het kader van [eiseres]s beroep op haar portretrecht dient een belangenafweging plaats te vinden. In dat kader dient in aanmerking genomen te worden dat het gebruikelijk is dat in familie- en glamour- tijdschriften vakantiefoto's van bekende persoonlijkheden worden afgedrukt, veelal in situaties waarin zij nauwelijks gekleed zijn. [eiseres] is een bekende Nederlander. Het is vaste jurisprudentie dat public figures een grotere tolerantie moeten opbrengen ten aanzien van datgene wat over hen wordt gepubliceerd dan de doorsnee burger. Dat het naaktstrand waarop [eiseres] zich bevond een privé strand is, wordt uitdrukkelijk betwist. De privacy van een bekende Nederlander op een publiek toegankelijk strand is geringer dan de privacy in eigen woonhuis of tuin. Verder blijkt uit een interview in Nouveau, aldus Audax, dat [eiseres] niet afwijzend zou staan tegenover naaktfoto's van haar in een maandblad. Ook in de film "Pas toen ik" is zij naakt verschenen. Het is dus niet zo dat vóór de publicatie in Weekend nog nooit afbeeldingen van [eiseres]s naakte lichaam openbaar waren gemaakt. Als er al sprake is geweest van inbreuk op de privacy van [eiseres] dan was deze gering: de foto's zijn onscherp en decent. Van toewijzing van de vordering zou een precedentwerking uitgaan.
5. Ten aanzien van de vorderingen op zich heeft Audax het volgende aangevoerd. Voor rectificatie van publicaties is slechts plaats wanneer onjuiste feiten gepubliceerd zijn. Een fotoreportage leent zich niet goed voor rectificatie. Het afdwingen van excuses, zoals door [eiseres], gevorderd, is niet mogelijk. Toewijzing van de gevorderde zinsnede dat Audax zich voortaan zal onthouden van verdere inbreuk op de privacy van [eiseres] zou neerkomen op preventieve censuur. De gevorderde grootte van de rectificatie is absurd en de gevorderde plaats van de rectificatie is disproportioneel. Gebruikelijk is, aldus Audax, dat rectificerende teksten op dezelfde pagina worden gepubliceerd als waar het te rectificeren artikel stond gepubliceerd. Ook de vordering om de aankondiging van de rectificatie op te nemen op de voorpagina is disproportioneel. Niet in te zien valt waarom de zetproef van de rectificatietekst eerst ter goedkeuring aan de raadsman van [eiseres] gezonden dient te worden. Als Audax veroordeeld wordt tot rectificatie, zal zij dat doen in de vorm waartoe zij veroordeeld wordt. Ook toewijzing van de voorwaarde dat Audax zich zal dienen te onthouden van enige verdere publicatie omtrent [eiseres] in hetzelfde nummer is te vergaand. Audax heeft reeds toegezegd de foto's niet nogmaals openbaar te maken of te (doen) verspreiden. Dit aanbod wordt in rechte herhaald. De door [eiseres] gevorderde openbaarmaking van de identiteit van de anonieme bron van Audax die haar de foto's heeft aangeboden, komt niet voor toewijzing in aanmerking. Anonimiteit is door Audax toegezegd. Audax beroept zich op haar journalistieke verschoningsrecht. Bij het recht van vrije nieuwsgaring en daaruit volgend het recht op journalistieke bronbescherming bestaat een zeer zwaarwegend publiek belang. Door de Hoge Raad der Nederlanden en in navolging daarvan de lagere rechtspraak is het journalistieke zwijgrecht ten aanzien van de identiteit van bronnen consequent in Nederland erkend, met uitzondering van de zaak Voskuil. Het gaat echter in deze zaak niet om de voorkoming van een zwaar misdrijf of een vergelijkbaar belang.
Tenslotte heeft Audax aangevoerd dat [eiseres] niet heeft gesteld of aangetoond dat zij een specifiek spoedeisend belang heeft bij toekenning van een voorschot op schadevergoeding. De hoogte van het voorschot is onvoldoende onderbouwd. De materiële schade is op geen enkele wijze aangetoond of nader onderbouwd. De hoogte van de gevorderde schadevergoeding is buitensporig hoog gelet op de jurisprudentie ter zake. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn niet dan wel hoger dan gerechtvaardigd. Vóór dagvaarding zijn slechts twee korte briefjes aan Audax geschreven.
Beoordeling van het geschil:
6. Bij de beoordeling van het onderhavige geschil dient het belang van [eiseres] bij de bescherming van haar persoonlijke levenssfeer te worden afgewogen tegen het belang van Audax bij persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
Tussen deze grondrechten bestaat geen rangorde. Aan de hand van de omstandigheden van het geval dient te worden nagegaan welk grondrecht zwaarder weegt.
7. Onbetwist is dat [eiseres] als een "public figure" dient te worden beschouwd. Juist is dat dit meebrengt dat de persoon in kwestie zich grotere inbreuken op zijn privé-leven dient te laten welgevallen dan de doorsnee burger. Het betekent echter niet dat een "public figure" buiten zijn privé domein van huis en tuin niet ook recht op privacy heeft. Het antwoord op de vraag of het nu al dan niet een privé-strand betrof waar [eiseres] zich op bevond is dan ook niet doorslaggevend. In elk geval betrof het een nogal afgesloten plek, waar [eiseres] zich onbespied waande. De inbreuk op de privacy is in de gegeven omstandigheden ook voor een public figure aanzienlijk groter dan van iemand die zich in badpak vertoont. Daarnaast valt niet in te zien welk publiek belang wordt gediend met de publicatie van de naaktfoto's van [eiseres], anders dan het wekken van een zekere hilariteit over [eiseres]'s blote lichaam. De nieuwswaarde van de reportage, inhoudende dat [eiseres] naakt recreëert, is op zichzelf gering. Het publiceren van de foto's is dan ook blijkbaar het eigenlijke doel van de publicatie.
Hieraan doet niet af dat [eiseres] zich vijf jaar geleden in een interview niet afwijzend heeft opgesteld naar aanleiding van de vraag of zij naakt zou willen poseren voor een maandblad alsmede van het feit dat in een uitgebrachte film blijkbaar een naaktscène met [eiseres] voorkomt. Dat zijn immers geheel andere situaties, waarin zijzelf kan bepalen hoe en wanneer zij zal worden afgebeeld in haar professionele leven, terwijl het hier gaat om haar privé vakantie.
Het verweer van Audax dat als er al sprake is van inbreuk op de privacy van [eiseres] deze gering is omdat de foto's onscherp zouden zijn, wordt niet onderschreven. De foto's zijn voldoende scherp om [eiseres] te herkennen. Ware dat niet zo geweest, had Audax immers ook geen belangstelling gehad voor het aankopen van de foto's.
Gelet op voornoemde omstandigheden wordt geoordeeld dat het recht van [eiseres] op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer in dit geval zwaarder weegt dan het recht van Audax bij persvrijheid. De publicatie wordt dan ook onrechtmatig jegens [eiseres] geacht.
8. Rectificatie van een fotoreportage is in zoverre mogelijk dat het oordeel van de rechter omtrent de onrechtmatigheid van die reportage kan worden gepubliceerd in de vorm van een rectificatie. Deze vorm wordt geschikt geacht als middel om de schade te beperken. Het verweer van Audax dat excuses niet in rechte kunnen worden afgedwongen is juist. Met inachtneming hiervan wordt dit onderdeel toegewezen als hierna vermeld.
9. Gebruikelijk is in de geschreven pers dat rectificaties op één van de eerste pagina's van het betreffende mediamiddel worden opgenomen. Een rectificatie ter grootte van een kolom van 8 x 10 cm op pagina 3 wordt daartoe afdoende geacht. Nu op de voorpagina van Weekend nr. 37 de desbetreffende fotoreportage is aangekondigd, dient thans ook op de voorpagina van het nummer waarin de rectificatie gepubliceerd wordt, verwezen te worden naar die rectificatie op pagina 3, en wel als volgt: "Rectificatie [eiseres]. Zie pagina 3". Deze tekst dient net zo groot te zijn als het onderschrift bij de foto van [eiseres] op de voorpagina van nr. 37, in dezelfde kleurstelling, rood op wit.
10. Het voorafgaand aan publicatie ter goedkeuring tonen van de zetproef van bovenbedoelde rectificatie en aankondiging aan de raadsman van [eiseres] wordt onnodig geacht.
11. Het zich onthouden van verdere publicatie in hetzelfde nummer van Weekend over [eiseres] strekt gelet op het recht van vrije meningsuiting te ver.
12. Audax heeft aangevoerd dat zij reeds heeft toegezegd zich te zullen onthouden van verdere openbaarmaking en verspreiding van de gemaakte foto's en dat het hierop gerichte onderdeel van de vordering derhalve overbodig is. [eiseres] heeft er echter belang bij zich daarvan via het gevraagde verbod te verzekeren.
13. Opdat Audax ook feitelijk die mogelijkheid niet meer zal hebben, zal de vordering tot afgifte door Audax van al de bij haar in het bezit zijnde (kopieën van de) foto's, genomen op Jamaica in de week van 2 tot en met 9 juli 2003 waarop [eiseres] is geportretteerd, negatieven en/of digitale versies van de foto's aan de raadsman van [eiseres] op zijn kantoor, eveneens worden toegewezen.
14. Het in artikel 10 lid 1 EVRM neergelegde recht van vrijheid van meningsuiting en de daaruit voor de persvrijheid voortvloeiende waarborgen brengen mee, dat een journalist in beginsel gerechtigd is zijn bronnen geheim te houden. Een bevel tot openbaarmaking van die bronnen is slechts dan gerechtvaardigd, wanneer is voldaan aan de voorwaarden van lid 2 van artikel 10 EVRM. Daartoe is in de eerste plaats voorwaarde dat het bevel een basis heeft in het nationale recht en dat het een doel dient als genoemd in laatstgenoemde bepaling. Dit is het geval, nu het hier gaat om de bescherming van rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM), die zijn neergelegd in de artikelen 162 juncto artikel 106 lid 1 aanhef en onder b BW (recht op schadevergoeding indien in eer of goede naam geschaad of op andere wijze in de persoon aangetast). Wil het gevraagde bevel tot het noemen van de bron kunnen worden toegewezen, dan zal het bovendien in een democratische samenleving noodzakelijk moeten zijn om deze rechten van anderen (in dit geval van [eiseres]) te beschermen. Voor de beoordeling of deze noodzaak hier aanwezig is, dient een afweging te worden gemaakt tussen het publieke belang van persvrijheid in dit geval en het belang van [eiseres] bij verdere bescherming van haar privacy. Het belang dat [eiseres] stelt bij de bekendmaking van de bron van Audax te hebben is in het bijzonder dat zij vreest dat degene die de foto's heeft gemaakt opnieuw tot publicatie daarvan (eventueel via een ander medium) zal overgaan en dat op die manier een herhaling van de inbreuk op haar privacy dreigt. Die vrees van [eiseres] wordt reëel geacht, nu degene, die die foto's heeft gemaakt, daarbij blijkbaar een - wellicht financieel - oogmerk heeft zonder daarbij enig respect voor haar privacy te tonen, hetgeen ook voor Audax duidelijk moet zijn geweest. Daartegenover verdient de bron en het belang dat bij de bescherming van die bron bestaat in de gegeven omstandigheden een mindere bescherming. Op zichzelf is de nieuwswaarde dat [eiseres] naakt in de zon zit al betrekkelijk gering. Bovendien springt in het oog dat het bij de reeks afgedrukte foto's vooral gaat om een bewuste inbreuk op de privacy van [eiseres] en niet zozeer om het niet zo belangwekkende feit dat zij naakt recreëert. [eiseres] heeft dan ook belang bij deze vordering, omdat zij eventuele herpublicatie door de bron niet kan voorkomen zonder diens naam te weten.
15. [eiseres] heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij schade, anders dan immateriële schade, heeft geleden. Gelet op de bestaande jurisprudentie met betrekking tot het toekennen van voorschotten op immateriële schadevergoeding in geval van onrechtmatig geachte publicaties komt een immateriële schadevergoeding van
€ 2.500,= redelijk voor. Dit bedrag dient te worden beschouwd als voorschot op het- geen in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen. Voor het overige zal de gevorderde schadevergoeding worden afgewezen.
16. Het verweer van Audax dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet gerechtvaardigd zijn, nu slechts sprake is van twee briefjes vóór dagvaarding, treft doel. Niet gesteld noch gebleken is dat sprake is geweest van andere buitengerechtelijke handelingen. De kosten verbonden aan het schrijven van twee briefjes moeten, nu een geding is gevolgd, worden aangemerkt als betrekking hebbende op verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten. De voorzieningenrechter zal dit deel van de vordering dan ook afwijzen.
17. De dwangsommen worden, in de voorkomende gevallen, gematigd en gemaximeerd als na te melden.
18. Audax zal als de op hoofdpunten in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van [eiseres] gevallen.
BESLISSING IN KORT GEDING
De voorzieningenrechter:
1. Veroordeelt Audax om na betekening van dit vonnis in het eerstvolgende nummer van Weekend een rectificatie op pagina 3 van dat nummer op te laten nemen, ter grootte van een kolom van 8 x 10 cm, waarvan de inhoud luidt: "RECTIFICATIE. De voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam heeft bij vonnis van 9 oktober 2003 geoordeeld dat de fotoreportage over [eiseres] in nr. 37 van Weekend onrechtmatig was, omdat deze een onevenredige inbreuk op haar privacy maakt", waarbij op de voorpagina van hetzelfde nummer van Weekend de tekst "Rectificatie [eiseres]. Zie pagina 3" wordt opgenomen, in dezelfde lettergrootte als het onderschrift bij de foto van [eiseres] op de voorpagina van nr. 37, in de kleurstelling rood op wit, op straffe van een dwangsom van € 1.000,= voor iedere week dat Weekend in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen.
2. Veroordeelt Audax zich ervan te onthouden om de van [eiseres] in de week van 2 tot en met 9 juli 2003 op Jamaica gemaakte foto's verder openbaar te maken of te (doen) verspreiden, op straffe van een dwangsom van € 1.000,= voor elke overtreding van deze verplichting.
3. Gebiedt Audax aan [eiseres] de naam en adresgegevens bekend te maken van degene(n) die haar de betreffende foto's ter beschikking heeft gesteld, op straffe van een dwangsom van € 1.000,= voor iedere dag dat Audax in gebreke blijft om daaraan te voldoen, met een maximum van € 10.000,=.
4. Gebiedt Audax al de bij haar in het bezit zijnde (kopieën van de) foto's, genomen op Jamaica in de week van 2 tot en met 9 juli 2003 waarop [eiseres] is geportretteerd, negatieven en/of digitale versies van de foto's aan de raadsman van [eiseres] af te (doen) geven op zijn kantoor aan de P.C. Hooftstraat 154 te Amsterdam, op straffe van een dwangsom van € 1.000,= voor iedere dag dat Audax in gebreke blijft daaraan te voldoen, met een maximum van € 10.000,=.
5. Veroordeelt Audax aan [eiseres] te voldoen een bedrag van € 2.500,= (zegge tweeduizend vijfhonderd euro).
6. Veroordeelt Audax in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 681,16 aan verschotten, waaronder € 600,= wegens vastrecht en op
€ 703,= aan salaris procureur.
7. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
8. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door mr. R. Orobio de Castro, vice-president van de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 13 oktober 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: