9. Bij brief van 23 januari 2003 heeft UPC verwezen naar diverse landelijke en Europese ontwikkelingen die afspraken tussen haar en gemeenten in een ander licht plaatsen en een direct effect hebben op hetgeen in het verleden tussen partijen is afgesproken. Een en ander zou een integrale heroriëntatie noodzakelijk maken. Verzocht werd om een gesprek waarin die heroriëntatie aan de orde zou komen. Over de eventuele consequenties voor het tarief werd in die brief niet gesproken. Integendeel, daarin werd de gebruikelijke verhoging conform artikel 4.2 onder b van de overeenkomst bevestigd die per 1 januari 2003 zou gelden.
Verwezen werd wel naar een eerdere brief van UPC aan de gemeente van 8 oktober 2002, waarin ook al melding werd gemaakt van diverse landelijke en Europese ontwikkelingen, Die brief ging echter - zoals het leeuwendeel van de tussen UPC en de gemeente gevoerde correspondentie - over het al dan niet instellen van een eigen programmaraad en de inhoud van het basispakket.
In een stuk van UPC van 8 mei 2003 "Hilversum, herijking gericht op kernelementen exploitatie" worden de tarieven wel genoemd. Dat is echter niet meer dan een veelkleurig visueel hulpmiddel waarin heel globaal enige "highlights" uit het contract 1996 worden opgesomd, alsmede enige ontwikkelingen sindsdien met als conclusie dat onder meer de prijsvoorschriften onverenigbaar zijn met die ontwikkelingen en dat de herijking daarover dus niet zal gaan. Enig stuk waarin handen en voeten aan dat schema worden gegeven ontbreekt.
Ook het persbericht van UPC aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 3 juni 2003 waarin zij aankondigt dat zij per 1 juli 2003 een aanvang zal nemen met de harmonisering van haar tarieven met een plafond van € 12,50 exclusief BTW, kan niet worden aangemerkt als een behoorlijke kennisgeving aan de contractuele wederpartij zoals hiervoor onder 8 bedoeld. De harmonisering die op 1 juli 2003 is doorgevoerd had bovendien alleen betrekking op de gemeenten tegenover wie UPC niet was gebonden aan prijsafspraken, zo is ter zitting door UPC meegedeeld.
Eerst bij brief van 15 oktober 2003 heeft UPC haar standpunt uitgebreid uiteengezet. Met die brief heeft zij een memorandum van Allen&Overy van 8 september 2003 meegestuurd waarin de hiervoor onder 6 genoemde argumenten zijn uiteengezet. Hoewel in die brief het woord "tarifering" valt, hebben de consequenties die aan een en ander worden verbonden betrekking op de samenstelling van het pakket en op de programmaraad. Het per 1 januari 2004 te hanteren tarief is in die brief niet aan de orde gesteld. Dat gebeurde pas in de brief van UPC van 28 november 2003, waarin het nieuwe, eenzijdig vastgestelde, tarief van € 11,19 exclusief BTW eenvoudigweg werd aangekondigd en de gemeente voor een voldongen feit werd gesteld.