1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. De Vereniging heeft ten doel het huisvesten van haar leden en het behartigen van hun
daarmee samenhangende belangen. De Vereniging tracht dit doel te bereiken door (onder meer) het ten behoeve van haar leden beheren van de gebouwen die behoren tot het voormalige (aanvankelijk gekraakte) NRC Handelsbladcomplex (verder: het NRC-gebouw) aan de Nieuwezijds Voorburgwal, de Paleisstraat, de Spuistraat en het Keizerrijk te Amsterdam. In het NRC-gebouw wordt onderscheid gemaakt tussen Z1 en Z2 eenheden (zelfstandige wooneenheden voor één of twee personen) en G-eenheden (groepswoningen). Van die laatste vormen G2-eenheden (bewoond door één persoon) een aparte categorie. In het NRC zijn 26 eenheden die als zelfstandige woning kunnen worden aangemerkt.
b. Ymere is de verhuurster van het NRC-gebouw en rechtsopvolgster van het Woningbedrijf
Amsterdam en het Woningbedrijf West. Ymere is ontstaan door een fusie tussen het Woningbedrijf Amsterdam en WVA Almere.
c. In september 1990 is verschenen het boekje "Wat nou NRC gebouw". Op pagina 17 van dit boekje staat onder meer:
"De vrijheid van het wonen in een kraakpand moet aan ruimte inboeten en de regels van het woningbedrijf met betrekking tot toewijzing en onderhoud doen hun intrede."
en op pagina 19:
"Met als uitgangspunt de historisch gegroeide woonverbanden heeft de vereniging (…) het gebouw opgedeeld in bouwkundige groepen. Iedere bouwkundige groep zoekt zelf een bewoner voor de eenheid die vrijkomt in die bouwkundige groep. Deze nieuwe gegadigde wordt in de algemene huisvergadering voorgedragen aan de bewonersvereniging. Daarna volgt voordracht aan het woningbedrijf. Niet alle eenheden zijn ondergebracht in bouwkundige groepen. Z-2 eenheden (pandjes) en Z-1 eenheden (…) worden door de vereniging toegewezen."
d. [eiser2] is huurder van een van het NRC-gebouw deel uitmakende woning aan de
Paleisstraat 113 en lid van de Vereniging. De huurovereenkomst van [eiser2] bevat de bepaling dat hij het recht heeft om van gemeenschappelijke ruimten in het pand gebruik te maken, met dien verstande dat deze gedeeld worden met de medebewoners van het pand. In de huurovereenkomst is verder, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
"9.4 Indien aan de huurovereenkomst een einde komt deelt huurder/huurster dit zo spoedig mogelijk aan de overige huurders/huursters van het pand mee. (…)
11.5 Nadat de beëindiging van de huurovereenkomst tussen het Woningbedrijf en een andere huurder/huurster van het pand overeenkomstig artikel 9.4 is meegedeeld, hebben de overige huurders van het pand gezamenlijk het recht de wooneenheid toe te wijzen aan een nieuwe huurder/huurster of aan een reeds zittende huurder/huurster met inachtneming van de Woonruimteverordening. De gezamenlijke huurders/huursters melden de betrokkene bij het Woningbedrijf aan dat daarna zo spoedig mogelijk een huurovereenkomst met de nieuwe huurder/huurster afsluit (…)."
e. In een voorstel van 19 juli 1989 zijn de uitgangspunten voor toewijzing van de woningen
in het NRC-gebouw vastgelegd. Als criteria voor toewijzing is bij de Z1 eenheden vermeld: "geen huurschuld, urgentiebewijs" en bij de G2 en Z2 eenheden: "geen huurschuld UB ) (Urgentiebewijs vzr) 2,5 jaar of doorschuif" Verder is in dit voorstel, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
"De bewoners van een bouwkundige groep (een aantal eenheden dat bij elkaar hoort) kunnen voor G- en Z1- eenheden zelf nieuwe bewoners voordragen. (…) Anders ligt het voor de volgende eenheden:
1 persoons G2-eenheden in het hoofdgebouw (…) en Z2-eenheden in de pandjes: het woningbedrijf kan voor maximaal 50% van de leegkomende eenheden een kandidaat zoeken. Het Woningbedrijf maakt alleen dan gebruik van deze mogelijkheid, als er dringend behoefte aan die eenheid bestaat. De vereniging draagt in minstens 50% van de gevallen voor. (…)
Contract Het Woningbedrijf sluit met alle bewoners individueel contract.
I-contracten zijn contracten, waarin de voordracht van de bewoners van een bouwkundige groep geregeld wordt. Voor de eenheden, die buiten een bouwkundige groep vallen, worden standaard- ("gewone") -contracten afgesloten."
f. In elk geval tot januari 2004 zijn alle leegkomende wooneenheden in het NRC-gebouw toegewezen volgens het hiervoor onder c., d. en e. omschreven coöptatiesysteem, met dien verstande dat in de praktijk ook de wooneenheden waarvan maximaal 50% door (de rechtsvoorgangster van) Ymere zou kunnen worden toegewezen, werden toegewezen na voordracht van de Vereniging. In de individuele huurovereenkomsten met betrekking tot de zelfstandige eenheden is het coöptatierecht niet steeds vastgelegd. In het verleden is voor één en dezelfde wooneenheid (bijvoorbeeld voor de Paleisstraat 113) de ene keer een contract met en de andere keer een contract zonder coöptatieregeling afgesloten.
g. In het Convenant Woonruimtebemiddeling 2003 zijn afspraken vastgelegd tussen de
gemeente Amsterdam en de woningcorporaties, onder wie de rechtsvoorgangster van
Ymere. Volgens dit convenant worden leegkomende woningen aangeboden via de media, tenzij het een woning betreft waarvoor andere afspraken zijn gemaakt. De woningen worden toegewezen overeenkomstig de paragrafen 2.2. en 2.3 van de Huisvestings-verordening. Woningzoekenden kunnen zich voor een woning inschrijven bij Woningnet, de uitvoeringsorganisatie die, in opdracht van de corporaties, taken met betrekking tot woonruimtebemiddeling uitoefent. In artikel 8 van het Convenant is bepaald welke volgorde geldt bij de toewijzing van huurwoningen die via Woningnet worden aangeboden. Volgens artikel 12 van het Convenant mag de corporatie in maximaal 1% van de leeggekomen woningen afwijken van het bepaalde in artikel 8 en maximaal 4% van de woningen toewijzen aan door partijen vast te stellen kandidaten. Gezamenlijk mag volgens dit artikel niet meer dan 5% van de leeggekomen woningen worden toegewezen volgens deze vrije beleidsruimte met een maximum van 500 woningen.
h. Bij brief van 13 januari 2004 heeft Ymere (onder meer ter bevestiging van een bespreking op 8 januari 2004) aan de Vereniging meegedeeld dat zij besloten heeft van haar recht gebruik te maken om 50% van de zelfstandige woonruimten zelf toe te wijzen. Verder heeft Ymere in deze brief te kennen gegeven het niet langer maatschappelijk aanvaardbaar te achten om buiten het systeem van Woningnet woningzoekenden met voorrang aan een woning te helpen via coöptatie en daarom, als na evaluatie van het 50/50 systeem geen onoverkomelijke problemen zijn opgetreden, met ingang van 2006 de toewijzing van zelfstandige woningen binnen het NRC-gebouw volledig bij Woningnet te willen onderbrengen.
i. Bij brief van 17 januari 2004 heeft de Vereniging aan Ymere gegevens toegezonden
betreffende [een kand[de kandidaat], de door de Vereniging voorgedragen kandidaat voor het adres Nieuwezijds Voorburgwal 234 d, en aan Ymere meegedeeld dat zij niet het gevraagde historisch uittreksel dan wel een 2,5 jaar oude inschrijving bij Woningnet zullen meezenden, aangezien om dergelijke bescheiden bij eerdere woningtoewijzing nooit is gevraagd. In deze brief wordt tevens meegedeeld dat de Vereniging niet instemt met het voorstel van Ymere inzake de nieuwe toewijzingsregels.
j. Bij brief van 20 januari 2004 heeft de Vereniging aan Ymere meegedeeld dat de
50%-regeling niet gold voor alle zelfstandige wooneenheden in het NRC gebouw, maar alleen voor de Z 2 en de G 2 eenheden. Verder heeft de Vereniging meegedeeld over het voornemen van Ymere om de coöptatieregeling per 2006 te beëindigen nog in overleg te zijn met haar advocaat en er vanuit te gaan dat deze regeling niet zomaar eenzijdig kan worden opgezegd.
k. Op 6 februari 2004 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen Ymere en de Vereniging,
waarin Ymere haar voorstel over het geleidelijk afschaffen van het coöptatiesysteem nog eens heeft herhaald. Volgens het verslag van deze bespreking heeft Ymere aangekondigd rechtsmaatregelen te zullen treffen, indien over dit voorstel geen overeenstemming wordt bereikt. Ook is tijdens deze bespreking aan de orde gekomen dat de eenheden Paleisstraat 115-123 (aanvankelijk 5 zelfstandige eenheden) zijn omgebouwd, waarbij nummer 117 in gebruik is genomen als een gemeenschappelijke woonkeuken. Verder is besproken dat een deur in de panden aan het Keizerrijk in verband met brandweervoorschriften teruggeplaatst zou moeten worden en dat het straatdeurslot moet worden vervangen, waarbij Ymere, alvorens akkoord te gaan met een nieuw slot, de technische specificaties wilde zien.
l. Bij brief van 10 februari 2004 heeft Ymere aan de bewoners van Paleisstraat 115-123 meegedeeld de situatie betreffende de eetkeuken op nummer 117 niet te zullen formaliseren en hen verzocht deze wooneenheid vóór 19 maart 2004 schoon en leeg op te leveren.