ECLI:NL:RBAMS:2004:AP0454
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P.C. Janssen
- L.C. Bachrach
- C.M. Degenaar
- Rechtspraak.nl
Noodzakelijk nader onderzoek in diefstalzaak Van Gogh museum
In de strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van de diefstal van twee schilderijen uit het Van Gogh museum, heeft de rechtbank Amsterdam op 1 juni 2004 een interlocutoir vonnis uitgesproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek naar de beschuldigingen niet volledig is geweest en acht het noodzakelijk dat er nader onderzoek wordt verricht. Dit onderzoek moet onder andere uitwijzen of er videobeelden zijn van een persoon die via een touw naar beneden glijdt, zoals verklaard door getuige [getuige1]. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er technisch onderzoek moet plaatsvinden naar het gat in de ruit, waar de dader(s) mogelijk doorheen zijn gegaan. Dit onderzoek moet worden uitgevoerd door een deskundige op het gebied van glas om te bepalen of het mogelijk was om door het gat naar binnen en naar buiten te gaan zonder sporen achter te laten.
Daarnaast is er behoefte aan nader onderzoek naar celmateriaal dat is aangetroffen in een pet, die op straat is gevonden. Dit materiaal moet worden vergeleken met het DNA-profiel van de verdachte, aangezien bij eerdere onderzoeken geen referentiemonster van de verdachte is gebruikt. De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter terechtzitting te heropenen en te schorsen, en de stukken in handen te stellen van de rechter-commissaris voor het benodigde onderzoek. De hervatting van het onderzoek moet binnen negentig dagen na de uitspraak plaatsvinden, en de verdachte zal tijdig worden opgeroepen voor de zitting.