"Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder:
a. de stichting: de Stichting Financiering Voortzet-ting Pensi-oenverzekering, bedoeld in artikel 2 van de Wet privatisering FVP van 2 juli 1998 (Stb. 457);
b. uitvoeringsreglement: het uitvoeringsreglement voort-zetting pensioenopbouw bij werkloosheid 1999; c. pensioenuitvoerder: een onder toezicht van de Pensi-oen- & Verzekeringskamer staand pensioenfonds, of een verzekeraar als bedoeld in artikel 2, vierde lid van de Pensioen- en Spaarfondsenwet;
d. uitvoeringsinstituut: het Uitvoeringsinstituut werkne-mers-verzekeringen zoals genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
e. werkloze werknemer: degene die terzake van de eindi-ging van de dienstbetrekking een door het uit-voeringsinstituut vastgesteld recht heeft op een werk-loosheidsuitkering;
f. werkloze grensarbeider: een werknemer die ter zake van de eindiging van een Nederlandse dienstbe-trekking voor een in Nederland wonende of gevestigde werkgever, een vastgesteld recht heeft verkregen op een werkloosheidsuitkering volgens het stelsel van sociale zekerheid van een lidstaat van de Europese Unie of van een staat die partij is bij de Overeen-komst betreffende de Europese Economische Ruimte, niet zijnde Nederland en die tijdens de dienstbe-trekking in beginsel dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeerde naar zijn woonland;
g. werkloosheidsuitkering:
1. een uitkering als bedoeld in hoofdstuk IIA, afde-ling II, van de Werkloosheidswet, zoals die geldt vanaf 1 maart 1995;
2. een uitkering als bedoeld in hoofdstuk II, afde-ling II, van de Werkloosheidswet, zoals die geldt tot 1 maart 1995;
3. een uitkering als bedoeld in hoofdstuk IIA, afde-ling III, van de Werkloosheidswet, zoals die geldt vanaf 1 maart 1995, doch uitsluitend voor de werklo-ze werknemer die op de eerste werkloosheidsdag 57 1/2 jaar of ouder is;
4. een uitkering als bedoeld in artikel 48 van de Werk-loos-heidswet, zoals die geldt tot 1 maart 1995, doch uitsluitend voor de werkloze werknemer die op de eerste werkloosheidsdag 57 1/2 jaar of ouder is;
h. eerste werkloosheidsdag: de dag met ingang waar-van het recht op werkloosheidsuitkering als bedoeld in onderdeel g, onder 1 of 2, ontstaat;
i. werkloosheidsperiode: het tijdvak in kalenderda-gen vanaf de eerste werkloosheidsdag tot en met de laatste dag waarop recht op werkloosheidsuitkering bestaat. (..)
l. pensioenvoorziening: een voorziening terzake van levenslang ouderdoms- of nabestaandenpensioen zoals deze aan de werkloze werknemer in de laatste dienst-be-trekking voorafgaand aan de eerste werkloosheids-dag is toegezegd en waaraan aan-spraken op ouderdoms- of nabestaandenpensioen werden ontleend en die wordt uitgevoerd door een pensioenuitvoerder; (..)
Artikel 2. Voorwaarden voor het recht op voortzet-tings- en inkoopbijdrage
1. Een werkloze werknemer heeft, met inachtneming van de bepalingen in dit reglement, recht op een voortzettingsbijdrage ten behoeve van zijn pensioen-voor-ziening indien:
a.hij voor of op de eerste werkloosheidsdag de 40-jarige leeftijd heeft bereikt en
b.in de laatste dienstbetrekking voorafgaande aan de eerste werkloosheidsdag een pensioenvoorziening op hem van toepassing was en
c.hij een aanvraag voor een bijdrage heeft inge-diend op het door de stichting ter beschikking ge-stelde aanvraagformulier. (..)
Artikel 3. Inhoud en vaststelling van het recht op bij-drage
Het recht op bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, houdt in het recht op betaling van de door de stichting vastgestelde bijdrage aan de pen-sioenuit-voerder. De voortzettingsbijdrage wordt door de stichting vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 6 en 9. De inkoopbijdrage wordt door de stichting vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 8 en 9.(..)
Artikel 14. Werkloze grensarbeiders
1. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder werkloze werknemer mede begrepen werkloze grensar-beider.
2. In afwijking van artikel 1, onderdeel i en j stelt de stichting voor de werkloze grensarbeider de loongerelateerde werkloosheidsperiode en de werk-loosheidsperi-ode vast. De loongerelateerde werkloos-heidsperiode en de werkloosheidsperiode wordt vast-ge-steld overeenkomstig artikel 1, onderdeel i en j, op basis van de door de werkloze grensarbei-der te verstrekken gegevens. Indien de periode, gedurende welke de werkloze grensarbeider een werkloosheids-uitkering in zijn woonland ontvangt, korter is dan de werkloosheidsperiode overeenkomstig artikel 1, onderdeel i, gaat de stichting uit van de werkloos-heidsperiode van het woonland."