ECLI:NL:RBAMS:2004:AR4216
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.D. Bonga-Sigmond
- P.B. Martens
- J.N.A. Jolink
- Rechtspraak.nl
Overleveringswet en Europees Aanhoudingsbevel in zaak tegen opgeëiste persoon
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 1 oktober 2004, werd een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet ingediend door de officier van justitie. Deze vordering was gericht op de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), dat was uitgevaardigd door K. Thys, onderzoeksrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen, België. Het EAB betrof de aanhouding en overlevering van een verdachte die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland was.
Tijdens de zitting op 1 oktober 2004 werd de officier van justitie gehoord, evenals de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht. De rechtbank kreeg te horen dat de kort gedingrechter te Den Haag op 30 september 2004 had geoordeeld dat de aanhouding van de opgeëiste persoon onrechtmatig was en gelastte deze met onmiddellijke ingang in vrijheid te stellen. Dit leidde tot de conclusie dat de opgeëiste persoon zich niet meer in Nederland bevond.
Gelet op deze omstandigheden concludeerde de officier van justitie tot haar niet-ontvankelijkheid in de vordering. De rechtbank heeft deze conclusie overgenomen en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters E.D. Bonga-Sigmond, P.B. Martens en J.N.A. Jolink, in aanwezigheid van griffier G. Bos.