ECLI:NL:RBAMS:2004:AR5604
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.D. Bonga-Sigmond
- L.E. Kalff
- S.K. de Groot
- Rechtspraak.nl
Overlevering in het kader van een Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot georganiseerde of gewapende diefstal
Op 5 november 2004 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan de autoriteiten van Litouwen op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De opgeëiste persoon, geboren in 1982 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, verblijft in de Penitentiaire Inrichting ‘Flevoland’ te Lelystad. De zaak betreft een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie, die dateert van 30 september 2004. Het EAB is uitgevaardigd door de Deputy General Prosecutor van Litouwen, Ms. Vaida Urmonaité, op 27 september 2004, en betreft de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon in verband met georganiseerde of gewapende diefstal.
De procesgang omvatte een openbare zitting op 29 oktober 2004, waar de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel, aanwezig waren. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door een tolk Litouws. Tijdens de zitting verklaarde de opgeëiste persoon dat zijn personalia correct waren en dat hij de Litouwse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zowel naar het recht van Litouwen als naar Nederlands recht strafbaar zijn, met een vrijheidsstraf van ten minste twaalf maanden.
De rechtbank concludeerde dat aan alle eisen van de Overleveringswet is voldaan en dat er geen bewijs was voor een vermoeden van onschuld van de opgeëiste persoon. Daarom heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan. De jongste rechter was niet in staat de uitspraak te ondertekenen, en volgens artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.