ECLI:NL:RBAMS:2004:AR5998
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.R.M. Vermolen
- A.C. Loman
- S.K. de Groot
- Rechtspraak.nl
Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel in verband met afpersing
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 november 2004 uitspraak gedaan over een vordering tot overlevering op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Staatsanwaltschaft Augsburg in Duitsland. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 8 oktober 2004 en betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1966, die momenteel gedetineerd is in het Huis van Bewaring “De Zwaag” te Zwaag. Het EAB is gebaseerd op een Haftbefehl van het Amtsgericht Augsburg, gedateerd 15 september 2004, en betreft de verdenking van afpersing, waarvoor naar Duits recht een vrijheidsstraf van ten minste drie jaren kan worden opgelegd.
Tijdens de openbare zitting op 12 november 2004 zijn de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. R. Malewicz, gehoord. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat hij de Duitse nationaliteit heeft en dat zijn personalia correct zijn. De raadsman heeft verweer gevoerd tegen de overlevering, stellende dat het EAB niet voldoet aan het specialiteitsbeginsel zoals bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Overleveringswet. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de belangen van de opgeëiste persoon voldoende zijn beschermd, aangezien hij in Duitsland alleen zal worden vervolgd voor het feit waarvoor de overlevering wordt gevraagd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat aan alle eisen van de Overleveringswet is voldaan en heeft derhalve besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door de negenvoudige kamer van de Rechtbank Amsterdam, waarbij de oudste en jongste rechter buiten staat waren om de uitspraak te ondertekenen. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.