ECLI:NL:RBAMS:2004:AT7585

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
13/061200-90
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • [voorzitter]
  • [rechters]
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van Wilhelm S.

Op 14 september 2004 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de terbeschikkingstelling van Wilhelm S. Deze terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 27 juli 1990 en werd laatstelijk verlengd op 15 september 2003 voor de duur van één jaar. De officier van justitie heeft op 26 juli 2004 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De rechtbank heeft de relevante stukken in de zaak bestudeerd, waaronder een advies van 16 juli 2004 dat een voorzichtige positieve tendens in het behandelverloop aangaf, maar ook een terugval in gedrag signaleerde. Tijdens de openbare raadkamer zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en een deskundige gehoord. De deskundige bevestigde het advies en gaf aan dat de kans op toekomstig gewelddadig gedrag op korte termijn als gering, maar op middellange en lange termijn als matig tot groot werd beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de terbeschikkingstelling niet voorwaardelijk kon worden beëindigd en dat de veiligheid van anderen eiste dat de termijn met één jaar werd verlengd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met de mogelijkheid voor de terbeschikkinggestelde om zijn voortgang te tonen in de volgende zitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/061200-90
BESCHIKKING
op de op 26 juli 2004 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam d.d. 26 juli 2004 in de zaak tegen:
[de terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
thans verpleegd in het [kliniek] te [woonplaats],
die bij vonnis van deze rechtbank d.d. 27 juli 1990 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beschikking van deze rechtbank d.d. 15 september 2003 voor de tijd van één jaar werd verlengd.
De inhoud van de vordering.
De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.
De procesgang.
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 16 juli 2004 op grond van artikel 509o, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
De rechtbank heeft op 14 september 2004 de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en diens [raadsman], advocaat te ‘s-Gravenhage, alsmede de[deskundige], als artspsychotherapeut verbonden aan het [kliniek], in openbare raadkamer gehoord.
De beoordeling.
Aan het advies ex artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering wordt het volgende ontleend.
In het verlengingsadvies d.d. 16 juli 2003 werd aangegeven dat gezien het behandelverloop tot dan toe sprake was van een voorzichtige positieve tendens. In de afgelopen zes maanden is geleidelijk sprake van minder initiatief tot contact, betrokkene is sterk op zichzelf, hij externaliseert en uit zich wantrouwend naar [kliniek]. Het is een relatieve terugval in gedrag dat hem bekend is: apathie, terugtrekgedrag, passieveagressie en sterk externaliseren. Het lukt betrokkene niet om het eerder geleerde in de terugvalpreventie te integreren in zijn verlofplan. Dat het behaalde behandelresultaat broos is wordt bevestigd. De kans op toekomstig gewelddadig gedrag in de maatschappij wordt op korte termijn als gering beoordeeld, op middellange termijn als matig en op lange termijn als matig tot groot. Ten aanzien van zijn toekomst zijn veel zaken onduidelijk dan wel instabiel: getrouwd met een vrouw met twee kinderen die hij sinds een jaar kent, impulsief drankgebruik en drugsgebruik in het afgelopen jaar, beperkte werkmotivatie en geen eigen sociaal netwerk. Hij vindt zelf dat hij geen behandeling meer nodig heeft. Ondanks alle behandelingsinspanningen tot nu toe blijft terugkerend sprake van een relatieve terugval in onaangepast en inadequaat gedrag. De genoemde apathie, het terugtrekgedrag en het passief-agressieve markeren het begin van de delictketen, waarin alcohol een belangrijk faciliterende werking heeft. Het delictgevaar is in onvoldoende mate gereduceerd.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van twee jaar.
De [deskundige] heeft ter terechtzitting het advies uit voornoemde rapportage bevestigd.
Gelet op voormeld advies, het verhandelde in raadkamer en artikel 38d Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat
- thans nog niet kan worden overgegaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. Het daartoe strekkende verzoek van de raadsman wordt dan ook afgewezen;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt daartoe nog het volgende. In het feit dat er in het verlengingsadvies d.d. 16 juli 2003 en door de [deskundige] op de vorige zitting werd aangegeven dat er, gezien het behandelverloop, tot dan toe sprake was van een voorzichtige positieve tendens en dat er op deze zitting door de deskundige naar voren is gebracht dat toegewerkt wordt naar de resocialisatie van betrokkene, ziet de rechtbank aanleiding om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. Betrokkene wordt hiermee de kans geboden de rechtbank na een jaar te laten zien wat zijn houding is ten aanzien van zijn dagbesteding en dagstructuur, wat zijn houding is ten aanzien van zijn alcoholgebruik en het medicijngebruik dienaangaande en hoe hij het eerder geleerde in de terugvalpreventie in zijn verlofplan kan integreren.
De rechtbank gaat er daarbij van uit dat het [kliniek] tijdens de volgende zitting met concrete informatie komt ten aanzien van de resocialisatie van betrokkene. De kliniek dient er tevens zorg voor te dragen dat de wettelijke aantekeningen op de volgende zitting compleet zijn.
Beslissing.
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] voornoemd met één jaar.
Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank en kamer door:
[voorzitter],
[rechters],
in tegenwoordigheid van [griffier]
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 september 2004.