ECLI:NL:RBAMS:2005:AT2547
Rechtbank Amsterdam
- Cassatie
- Sj.A. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Verzoek om medewerking aan bezoekregeling van hond afgewezen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 maart 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde, die in 2001 buiten gemeenschap van goederen met elkaar zijn gehuwd. De partijen zijn in oktober 2003 feitelijk uit elkaar gegaan, waarna gedaagde in Nederland is gaan wonen en eiser in Frankrijk is gebleven. De zaak draait om de eigendom van de hond Paco, een Rhodesian Ridgeback, die door partijen samen is aangeschaft en opgevoed. Eiser vordert dat gedaagde medewerking verleent aan een omgangsregeling met de hond, waarbij Paco om beurten bij hen verblijft.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eigendom van de hond bij gedaagde ligt, aangezien zij als eigenaar op de stamboom staat vermeld en de aanschaf van de hond uit haar eigen vermogen is betaald. De rechter oordeelt dat de eigendom van de hond meebrengt dat gedaagde het recht heeft om te bepalen wat er met Paco gebeurt. De voorzieningenrechter benadrukt dat de situatie met betrekking tot een hond niet vergelijkbaar is met die van kinderen, waarbij omgangsregelingen gebruikelijk zijn. De vordering van eiser wordt afgewezen, omdat er geen juridische grondslag is voor het afdwingen van een omgangsregeling met de hond.
De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan in het kader van een kort geding, waarbij de rechter de belangen van beide partijen heeft afgewogen en tot de conclusie is gekomen dat de weigering van gedaagde om een omgangsregeling te treffen niet onrechtmatig is.