300195 / H 04.3162
1 juni 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
DERDE ENKELVOUDIGE CIVIELE KAMER
VONNIS
1. A, wonende te ( woonplaats ),
2. B, wonende te ( woonplaats ),
3. C, wonende te ( woonplaats ),
4. D, wonende te ( woonplaats ),
eisers in de hoofdzaak bij dagvaarding van 25 augustus 2004,
verweerders in het incident,
procureur: mr. A.R. Filius,
de rechtspersoon naar het recht van de Bondsrepubliek Duitsland COMMERZBANK A.G.,
gevestigd te Frankfurt am Main (Bondsrepubliek Duitsland),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur: mr. R.M. Hermans.
Partijen worden hierna E en Commerzbank genoemd.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
In de hoofdzaak en in het incident
De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- dagvaarding van 25 augustus 2004;
- akte overlegging bewijsstukken aan de zijde van E;
- incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid aan de zijde van Commerzbank, met bewijsstukken;
- conclusie van antwoord in het incident aan de zijde van E;
- verzoek vonnis wijzen in het incident.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
In de hoofdzaak
In de hoofdzaak vorderen E – kort gezegd – de in de algemene voorwaarden van Commerzbank opgenomen forumkeuze nietig te verklaren en Commerzbank te veroordelen aan E schadevergoeding te betalen uit hoofde van wanprestatie dan wel onrechtmatige daad op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 februari 2003 en met veroordeling van Commerzbank in de kosten van deze procedure, inclusief de vaststelling van de schade en de buitengerechtelijke kosten.
In het incident
1. Commerzbank betwist de bevoegdheid van deze rechtbank. Zij stelt dat de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wetrac B.V. (hierna: Wetrac) en niet E contractspartij van Commerzbank is geweest. Gesteld dat E wel als contractspartij van Commerzbank moet worden beschouwd, dan zijn de overeenkomsten onder dezelfde voorwaarden tot stand gekomen als die tussen Commerzbank en Wetrac. In artikel 6 van de algemene bankvoorwaarden, zoals van toepassing op de overeenkomsten tot opening van een bank- en effectenrekening, is een forumkeuzebeding opgenomen waarin de Duitse rechter als bevoegde rechter is aangewezen. Ook in artikel VIII van de Custody Overeenkomsten is een zelfde forumkeuzebeding opgenomen. Deze forumkeuzebedingen hebben tot gevolg dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 23 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EEX-Vo) geen rechtsmacht heeft om van het onderhavige geschil kennis te nemen.
2. De in lid 5 van artikel 23 EEX-Vo opgenomen uitzondering voor consumentenovereenkomsten is in dit geval niet van toepassing. Gesteld dat E als contractspartij van Commerzbank moeten worden beschouwd, dan zijn E geen consumenten in de zin van artikel 15 EEX-Vo. Visser c.s hebben onder andere professionals op het gebied van de handel in genoteerde effecten in dienst gehad. Daarnaast is niet voldaan aan de overige vereisten van artikel 15 EEX-Vo.
3. Gesteld dat de forumkeuzebedingen geen gelding hebben, dan heeft - nu Commerzbank haar woonplaats in Duitsland heeft - de Duitse rechter ook op grond van artikel 2 lid 1 EEX-Vo rechtsmacht om van het onderhavige geschil kennis te nemen.
4. E voeren hier tegen aan dat niet Wetrac, maar E enerzijds en de leden van de Star Beleggingsclub anderzijds een contractuele relatie van lastgeving en/ of opdracht met Commerzbank zijn aangegaan. E zijn te beschouwen als consument in de zin van artikel 15 EEX-Vo, aangezien zij de twee overeenkomsten met Commerzbank hebben gesloten om hun pensioenvermogen in stand te houden. Het beleggen van privé vermogen kan volgens E niet als hun beroeps- of bedrijfsactiviteit worden beschouwd.
5. Voorts heeft volgens E Commerzbank het initiatief genomen om E te benaderen om hun Duitse effecten bij Commerzbank onder te brengen. Hierbij ontplooide Commerzbank een commerciële activiteit in Nederland. Als gevolg van deze commerciële activiteit hebben E de overeenkomsten met Commerzbank gesloten. Hiermee is voldaan aan de vereisten van artikel 15 lid 1 aanhef en onder c EEX-Vo, zodat de Nederlandse rechter op grond van artikel 16 EEX-Vo bevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen.
6. Deze bevoegdheid kan op grond van het bepaalde in artikel 23 lid 5 EEX-Vo niet terzijde worden gesteld door een forumkeuzebeding in de algemene bankvoorwaarden van Commerzbank of in de Custody Overeenkomsten.
7. De rechtbank overweegt het volgende.
8. Beslissend voor de vraag welke rechter absoluut bevoegd is van een rechtsvordering kennis te nemen is de grondslag van de vordering zoals bij inleidende dagvaarding gesteld. Nu E aan hun vordering ten grondslag hebben gelegd dat zij als rekeninghouders en als contractspartij van Commerzbank dienen te worden beschouwd, behoort deze stelling het uitgangspunt te zijn bij de beoordeling van de vraag naar de absolute bevoegdheid.
9. Tussen partijen staat vast dat in artikel 6 van de algemene bankvoorwaarden van Commerzbank een forumkeuzebeding is opgenomen dat de Duitse rechter als enige bevoegde rechter aanwijst. In artikel VIII van de Custody Overeenkomsten wordt de Duitse rechter ook als de bevoegde rechter aangewezen.
10. E hebben aangevoerd dat de forumkeuzebedingen ingevolge de artikelen 23 lid 5 EEX-Vo juncto 17 EEX-Vo geen rechtsgevolgen hebben, omdat de tussen partijen gesloten overeenkomsten zijn te beschouwen als consumentenovereenkomsten in de zin van de artikel 15 EEX-Vo. Dit wordt door Commerzbank gemotiveerd betwist. Derhalve zal worden onderzocht of de onderhavige overeenkomsten tussen partijen zijn te beschouwen als consumentenovereenkomsten in de zin van dat artikel.
11. Onvoldoende betwist is dat E de overeenkomsten met Commerzbank hebben gesloten om hun pensioenvermogen in stand te houden. Rekening houdend met de aard en het doel van deze overeenkomsten is de rechtbank van oordeel dat deze overeenkomsten zijn aangegaan voor privé doeleinden en niet in het kader van hun beroep of bedrijf. E moeten daarom worden beschouwd als consumenten in de zin van artikel 15 EEX-Vo.
12. De overeenkomsten kunnen echter niet worden gekwalificeerd als overeenkomsten als bedoeld in artikel 15 lid 1 EEX-Vo. Van een actieve professionele wederpartij zoals in dit verband vereist is geen sprake geweest. Onbetwist staat vast dat de relatie tussen E en Commerzbank al bestond, zij het indirect, en dat deze niet het gevolg is geweest van wervende activiteiten van Commerzbank in Nederland. Het telefoongesprek dat eind september/ begin oktober 1995 tussen partijen is gevoerd, moet worden gezien als een uitvloeisel van de reeds tussen partijen bestaande relatie. Het is daarom niet doorslaggevend van wie het initiatief is uitgegaan de wederpartij telefonisch te benaderen.
13. Nu de forumkeuzebedingen waarin de Duitse rechter als enige bevoegde rechter is aangewezen rechtsgevolgen hebben, is deze rechtbank onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen.
In de hoofdzaak en in het incident
14. E zullen, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld, worden veroordeeld in de kosten van het geding.
in de hoofdzaak en in het incident:
- verklaart zich onbevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen;
- veroordeelt E in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Commerzbank begroot op € 241, - aan verschotten en € 452, - voor salaris procureur;
- verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. N.A. Aalbers, lid van genoemde kamer, en uitge-sproken ter openbare terecht-zitting van 1 juni 2005, in tegen-woordig-heid van de griffier.