ECLI:NL:RBAMS:2005:AU5614

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
325621/HA RK 05-724
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating van OAO Yuganskneftegaz als belanghebbende in conservatoire beslagprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 november 2005 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van OAO Yuganskneftegaz (hierna: Yugansk) om als belanghebbende te worden toegelaten in een procedure met rekestnummer 320964. Yugansk had eerder conservatoir beslag gelegd op aandelen van Yukos Oil, en vorderde nu toegang tot de hoofdzaak waarin BNP Paribas en andere partijen betrokken waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake is van misbruik van procesrecht door Yugansk, ondanks dat zij het beslag op een later tijdstip had gelegd dan Moravel, een andere belanghebbende. De rechtbank oordeelde dat Yugansk dezelfde status heeft als Moravel en dat haar verzoek om als belanghebbende te worden toegelaten tijdig was ingediend, aangezien de mondelinge behandeling van de hoofdzaak nog niet was afgerond. De rechtbank heeft de beslissing genomen om Yugansk toe te laten als belanghebbende in de hoofdzaak, en heeft de griffier opgedragen om haar afschriften van de processtukken te verstrekken. De rechtbank heeft de verzoeken van de verweersters om het verzoek van Yugansk af te wijzen, niet gehonoreerd.

Uitspraak

RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE CIVIELE KAMER
BESCHIKKING
i n d e z a a k v a n:
de vennootschap naar vreemd recht
OAO YUGANSKNEFTEGAZ,
gevestigd te Nefteyugansk (Russische Federatie),
v e r z o e k s t e r,
procureur: mr. M. Deckers,
t e g e n:
1. de vennootschap naar Frans recht
BNP PARIBAS S.A.,
kantoorhoudende te Londen (Verenigd Koninkrijk),
2. de vennootschap naar het recht van de Staat van New York (Verenigde Staten) CITIBANK N.A.,
kantoorhoudende te Londen (Verenigd Koninkrijk),
3. de vennootschap naar Duits recht
COMMERZBANK AKTIENGESELLSCHAFT,
kantoorhoudende te Frankfurt am Main (Duitsland),
4. de vennootschap naar Frans recht
CALYON S.A.,
kantoorhoudende te Parijs (Frankrijk),
5. de vennootschap naar Duits recht
DEUTSCHE BANK AG,
kantoorhoudende te Amsterdam,
6. de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
7. de vennootschap naar Frans recht
SOCIÉTÉ GÉNÉRALE S.A.,
kantoorhoudende te Parijs (Frankrijk),
8. de vennootschap naar Belgisch recht
KBC BANK N.V.,
kantoorhoudende te Londen (Verenigd Koninkrijk),
9. de naamloze vennootschap
UFJ BANK NEDERLAND N.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
10. de vennootschap naar het recht van de Cayman Islands
HILLSIDE APEX FUND LIMITED,
kantoorhoudende te Londen (Verenigd Koninkrijk),
11. de vennootschap naar Iers recht
THAMES RIVER TRADITIONAL FUNDS PLC,
kantoorhoudende te Londen (Verenigd Koninkrijk),
12. de vennootschap naar het recht van de Cayman Islands
VR GLOBAL PARTNERS LP,
kantoorhoudende te Moskou (Rusland),
13. de vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden
SHEPHERD INVESTMENTS INTERNATIONAL LIMITED,
kantoorhoudende te Londen (Verenigd Koninkrijk),
14. de vennootschap naar het recht van de Staat van Wisconsin (Verenigde Staten)
STARK TRADING,
kantoorhoudende te Londen (Verenigd Koninkrijk),
procureur: mr. D.J. Oranje,
15. de vennootschap naar Russisch recht
OAO YUKOS OIL COMPANY,
kantoorhoudende te Moskou (Rusland),
16. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YUKOS FINANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
17. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: R.J. van Galen,
18. de vennootschap naar vreemd recht
MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol (Cyprus),
procureur: mr. A.A.H.J. Huizing,
verweersters.
Verzoekster wordt hierna Yugansk genoemd. Verweersters sub 1 tot en met 14 worden hierna gezamenlijk aangeduid als BNP Paribas c.s. Verweersters sub 15, 16 en 17 worden hierna gezamenlijk aangeduid als Yukos c.s. en voor zover zij afzonderlijk worden bedoeld worden zij Yukos Oil, Yukos Finance respectievelijk Yukos International genoemd. Verweerster sub 18 wordt hierna Moravel genoemd.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat Yugansk als belanghebbende in de procedure bij deze rechtbank bekend onder rekestnummer 320964 / HA RK 05-568 wordt toegelaten.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- verzoekschrift, met bewijsstukken, ingediend ter griffie op 28 september 2005;
- tussenbeschikking van 20 oktober 2005;
- proces verbaal van de mondelinge behandeling van 28 oktober 2005, waarvoor waren opgeroepen Yugansk, BNP Paribas c.s., Yukos c.s. en Moravel, met de daarin genoemde stukken.
De beschikking is bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Vaststaande feiten
a. Yugansk heeft voor de Arbitrale Rechtbank in Moskou een procedure aanhangig gemaakt tegen Yukos Oil, in welke procedure zij betaling van Yukos Oil van een bedrag van 62.359.504.905,= roebel (ongeveer € 1,8 miljard) heeft gevorderd.
b. Op 19 mei 2005 heeft de onder 1.a. genoemde rechtbank de vordering van Yugansk toegewezen. De tegen die uitspraak aangewende rechtsmiddelen zijn ongegrond bevonden.
c. Op 15 september 2005 heeft Yugansk conservatoir beslag doen leggen op alle aandelen die Yukos Oil houdt in Yukos Finance.
d. Bij deze rechtbank is sinds 15 juli 2005 een verzoek aanhangig van BNP Paribas c.s. dat ertoe strekt dat de rechtbank zal bepalen dat en op welke wijze zal worden overgegaan tot de verkoop en overdracht van door BNP Paribas c.s. in beslag genomen aandelen, als bedoeld in artikel 474g juncto artikel 715 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Verweersters in deze zaak zijn Yukos c.s. en Moravel. Deze rekestprocedure is bij deze rechtbank bekend onder rekestnummer 320964 / HA RK 05-0568 (verder: de hoofdzaak).
e. In de onder 1.d. genoemde hoofdzaak heeft op 19 augustus 2005 een mondelinge behandeling plaatsgevonden.
f. Yugansk heeft bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank een kort geding geëntameerd tegen Yukos International, Yukos Finance en Stichting Administratiekantoor Yukos International (verder: Stichting AK). Dit kort geding dient op 9 november 2005. In conventie vordert Yugansk een verbod tot vervreemding op de door Yukos International gehouden aandelen in diverse vennootschappen. In reconventie vorderen Yukos c.s. opheffing van de door Yugansk gelegde beslagen, waaronder het onder 1.c. genoemde conservatoir beslag.
2. Het verzoek
2.1. Yugansk legt aan haar verzoek de volgende stellingen ten grondslag. Yugansk is net als Moravel conservatoir beslaglegger op de aandelen die Yukos Oil houdt in Yukos Finance en neemt derhalve dezelfde positie in als Moravel. Yugansk heeft er belang bij en, op grond van het bepaalde in artikel 474g lid 2 Rv, recht op mee te kunnen discussiëren over de wijze waarop de verkoop en overdracht van de beslagen aandelen zal plaatsvinden.
3. Het verweer
3.1. Het standpunt van verweersters wordt in het hiernavolgende weergegeven voorzover voor de beoordeling in de onderhavige procedure van belang.
3.2. Het verweer van Yukos c.s. en Moravel komt in hoofdlijnen op hetzelfde neer en zal hierna gezamenlijk worden besproken. Yukos c.s. en Moravel voeren tegen het verzoek van Yugansk aan dat Yugansk kan niet worden toegelaten als belanghebbende in de hoofdzaak, onder meer omdat het enige doel van Yugansk is de hoofdzaak te compliceren en te vertragen. Indien Yugansk mee zal doen in de hoofdzaak betekent dit dat het executierecht van de andere belanghebbenden in ernstige mate wordt geblokkeerd. Bovendien is het de vraag of Yugansk wel een vordering heeft op Yukos Oil. Deze vraag zal in het kort geding van 9 november 2005 (zie 1.f.) aan de orde komen. Yukos c.s. en Moravel verzoeken de rechtbank de beslissing in de onderhavige procedure aan te houden totdat zal zijn beslist over de vordering tot opheffing van het door Yugansk gelegde beslag.
3.3. BNP Paribas c.s. hebben tijdens de mondelinge behandeling meegedeeld dat zij zich refereren aan het oordeel van de rechtbank en dat zij hun stellingen handhaven voor zover deze niet zien op tussenkomst en verzet, aangezien Yugansk zich kennelijk niet langer hierop baseert. De rechtbank begrijpt het standpunt van BNP Paribas c.s. aldus dat zij zich op het standpunt stellen dat Yugansk op zichzelf als belanghebbende kan worden toegelaten, maar dat voor (de rechtsfiguur) tussenkomst of verzet geen plaats is.
4. De beoordeling
4.1. Yugansk heeft tijdens de mondelinge behandeling haar verzoek toegelicht. Naar de rechtbank begrijpt, moet het verzoek thans zo worden begrepen dat Yugansk zich baseert op de eerste zin van artikel 474g lid 2 Rv en dat zij niet langer wenst tussen te komen dan wel in verzet wenst te komen als bedoeld in de tweede zin van genoemd artikellid. In de onderhavige zaak gaat het derhalve alleen nog om de vraag of Yugansk kan worden toegelaten als belanghebbende in de hoofdzaak.
4.2. Ten aanzien van het standpunt van Yukos c.s. en Moravel dat Yugansk geen vordering heeft op Yukos Oil, geldt dat het oordeel over de aan het conservatoir beslag ten grondslag liggende vordering is overgelaten aan de voorzieningenrechter, die over deze vordering in kort geding heeft te oordelen. De rechtbank ziet geen termen om de beslissing in de onderhavige procedure aan te houden tot ná het kort geding van 9 november 2005 heeft plaatsgevonden dan wel totdat dat in de kort geding-procedure een beslissing is genomen.
4.3. Voorzover verweersters zich op het standpunt stellen dat het verzoek van Yugansk is te kwalificeren als misbruik van procesrecht, is de rechtbank van oordeel dat hiervan geen sprake is.
Voorop wordt gesteld dat Yugansk, als conservatoir beslaglegger, dezelfde status heeft als Moravel. De omstandigheid dat Yugansk het conservatoir beslag op een later tijdstip heeft gelegd dan Moravel doet hieraan niet af, nu dit de positie van Yugansk ten opzichte van de geëxecuteerde Yukos Oil en de beslagene Yukos Finance en haar positie ten opzichte van de executoriale beslagleggers BNP Paribas c.s. niet anders maakt dan die van Moravel. Onder deze omstandigheden kan dan ook niet worden geoordeeld dat Yugansk door gebruik te maken van een haar toekomend recht om als belanghebbende te worden toegelaten tot de hoofdzaak, misbruik van dit recht zou maken, een en ander als bedoeld in artikel 3:13 BW. Omstandigheden die dit anders maken zijn niet gesteld of gebleken.
Yugansk dient derhalve in beginsel, op dezelfde voet als Moravel, als belanghebbende in de hoofdzaak te worden aangemerkt.
4.4. Daarmee komt aan de orde de vraag of Yugansk haar verzoek om in de hoofdzaak als belanghebbende te worden toegelaten tijdig heeft ingediend. Immers, als uitgangspunt heeft te gelden het bepaalde in het eerste lid van artikel 282 Rv, te weten dat iedere belanghebbende tot de aanvang van de behandeling of, indien de rechter dit toestaat, in de loop van de behandeling een verweerschrift kan indienen. Met behandeling wordt blijkens de parlementaire geschiedenis bij voormeld artikel (Kamerstukken II 1963/64, 7753, nr. 3, p. 6) bedoeld de mondelinge behandeling, hetgeen met zich brengt dat het in beginsel niet mogelijk is om nadát een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden alsnog een verweerschrift in te dienen.
In aanmerking genomen dat op 19 augustus 2005 een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden en dat de rechtbank voorts bij tussenbeschikking in de hoofdzaak van heden een nieuwe mondelinge behandeling heeft bepaald, zal Yugansk alsnog vanaf heden, en in de stand waarin de hoofdzaak zich thans bevindt, als belanghebbende in de hoofdzaak kunnen gelden. Gelet hierop zal haar verzoekschrift in de onderhavige zaak worden beschouwd als een verweerschrift in de hoofdzaak in de zin van artikel 282 Rv. Het verzoek van Yugansk ligt dan ook op na te noemen wijze voor toewijzing gereed. Hetgeen verweersters verder nog tegen het verzoek hebben aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel.
4.5. Nu Yugansk zal worden toegelaten tot de hoofdzaak, zal de griffier ervoor dienen zorg te dragen dat Yugansk afschriften van de tot dusverre in het geding gebrachte processtukken ontvangt.
4.6. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
BESLISSING
De rechtbank:
- verstaat dat Yugansk zal worden toegelaten als belanghebbende in de procedure met rekestnummer 320964 / H 05-0568;
- draagt de griffier van deze rechtbank op om Yugansk afschrift van het procesdossier van bovenvermelde zaak toe te zenden;
- wijst af het anders of meer verzochte.
Aldus gegeven door mrs. C.J. Laurentius-Kooter, R.H.C. van Harmelen en Q.R.M. Falger, leden van genoemde kamer, en uitge-sproken ter openbare terechtzit-ting 3 november 2005 in tegenwoor-digheid van de griffier.