reg. nr: Awb 05-1667
uitspraakdatum: 30 september 2005
RECHTBANK AMSTERDAM, sector bestuursrecht
nevenzittingsplaats Haarlem
enkelvoudige kamer
Orange Nederland N.V.,
gevestigd te 's Gravenhage,
eiseres,
gemachtigde: [gemachtigde],
het College van burgemeester en wethouders van Naarden,
verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
Bij besluit van 21 september 2004, verzonden 24 september 2004, heeft verweerder geweigerd eiseres een bouwvergunning te verlenen voor het plaatsen van een GSM antenne-installatie voor mobiele telefonie op het perceel Turfpoortstraat 3 te Naarden.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 18 oktober 2004 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 1 februari 2005, verzonden 11 februari 2005 heeft verweerder het advies van de commissie voor de bezwaarschriften van 17 januari 2005 gevolgd. Het bezwaar dat zich richt tot de totstandkoming van het welstandsadvies wordt gegrond verklaard. De overige bezwaren worden ongegrond verklaard. Verweerder handhaaft het besluit van 21 september 2004.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 24 maart 2005, aangevuld bij brieven van 31 maart 2005 en 30 juni 2005, beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 22 september 2005, alwaar eiseres is verschenen bij haar gemachtigde en verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door W.M. Blommestein.
2.1. Eiseres heeft op 23 juni 2004, door verweerder op 25 juni 2004 ontvangen, een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een lichte bouwvergunning voor het plaatsen van een antenne-installatie in de kerktoren op het perceel, plaatselijk bekend Turfpoort 3 te Naarden. In de begeleidende brief van dezelfde datum heeft eiseres haar aanvraag nader toegelicht.
2.2. Naarden-Vesting is een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
2.3. Volgens verweerder is het plaatsen van een antenne-installatie ten behoeve van mobiele telefonie in strijd met het geldende bestemmingsplan. Verweerder weigert vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan.
2.4. Eiseres stelt door het oprichten van een antenne-installatie binnen de vesting Naarden de bereikbaarheid van haar netwerk te kunnen verbeteren. Eiseres bestrijdt dat het oprichten van een antenne-installatie in de kerk aan de Turfpoort in strijd is met het bestemmingsplan. Plaatsing van de streetbox maakt volgens eiseres geen onderdeel uit van de aanvraag en is bovendien vergunningvrij. Verder stelt eiseres dat het beleid van verweerder met betrekking tot de oprichting van GSM antenne-installaties door de ontwikkelingen achterhaald is. Voorts zal plaatsing van de antenne-installatie niet leiden tot een zichtbare verandering van het stadsgezicht, omdat de antenne-installatie van buiten af onzichtbaar in de kerktoren kan worden geplaatst. Eiseres bestrijdt dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand.
2.5. In het bestreden besluit heeft verweerder verwezen naar het advies van commissie voor de bezwaarschriften van 17 januari 2005. In zijn advies is de commissie tot de conclusie gekomen dat het welstandsadvies tot stand is gekomen in strijd met de geldende verordening. De commissie heeft verweerder geadviseerd geen nieuw welstandsadvies in te winnen, omdat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan en verweerder geen vrijstelling van het bestemmingsplan wil verlenen. De commissie adviseert het bezwaar van eiseres op dit punt gegrond te verklaren. Nu verweerder dit advies in zijn geheel heeft overgenomen, stelt de rechtbank vast dat verweerder in het bestreden besluit de bouwvergunning niet heeft geweigerd op de grond dat het oprichten van de antenne-installatie in strijd is met redelijke eisen van welstand. De hiertegen gerichte beroepsgrond van eiseres behoeft derhalve niet te worden besproken.
2.6. Het standpunt van eiseres dat de streetbox geen deel uitmaakt van de aanvraag is onjuist, omdat de streetbox op de bij de aanvraag verstrekte tekeningen staat aangegeven en eiseres in de toelichting bij de aanvraag niet heeft aangegeven de streetbox te willen uitsluiten van de bouwaanvraag. Eveneens is onjuist het standpunt van eiseres dat de streetbox vergunningvrij is gelet op het bepaalde in artikel 3, eerste lid aanhef en onder h, van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb). Omdat het bouwen plaatsvindt in een beschermd stads- of dorpsgezicht is op grond van artikel 5, eerste lid aanhef en onder b, Bblb voor het bouwen bedoeld in artikel 3 een lichte bouwvergunning vereist. De weigering een bouwvergunning te verlenen voor het plaatsen van een antenne-installatie heeft derhalve ook betrekking op het plaatsen van de streetbox.
2.7. Ter plaatste is van kracht het bestemmingsplan "Naarden-Vesting 1999".
In artikel 1, vijfde lid onder g, van de bestemmingsplanvoorschriften is bepaald dat onder maatschappelijke doeleinden moet worden verstaan: sociale, culturele, religieuze en overheidsvoorzieningen, alsmede naar de aard daarmede gelijk te stellen voorzieningen, zulks met uitzondering van geluidsgevoelige objecten en zelfstandige horecavestigingen.
In artikel 10 ,onder 1.1, van de voorschriften is bepaald dat de op de kaart aangewezen gronden met de bestemming "maatschappelijke doeleinden I (M1)" bestemd zijn voor maatschappelijke doeleinden, met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en erven.
In artikel 10, tweede lid onder 2.1., van de voorschriften is bepaald dat realisering van de in het eerste lid genoemde bestemmingen dient te geschieden met inachtneming van het beleid dat gericht is op handhaving c.q. realisering van het bij het gebouw passend gebruik.
In artikel 12, eerste lid, van de voorschriften, is bepaald dat de op de kaart aangewezen gronden met de bestemming "Verblijfdoeleinden" bestemd zijn voor wegen, voet- en fietspaden, parkeerstroken, groenvoorzieningen, andere verkeersvoorzieningen en tuinen en onbebouwde erven bij de in de artikelen 4, 6 en 10 genoemde bestemmingen -W-, -C- en -M1-, met de daarbij behorende bouwwerken.
2.8. Op grond van de overgelegde stukken met betrekking tot het bestemmingsplan en bestudering van de bestemmingsplankaart ter zitting staat vast dat op het perceel van de kerktoren de bestemming "maatschappelijke doeleinden I (M1)" rust en dat op de plaats waar de zogenaamde streetbox volgens het bouwplan naast de kerktoren wordt geplaatst, de bestemming "Verblijfsdoeleinden (Vb)" van toepassing is.
2.9. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "Naarden-Vesting 1999". Anders dan eiseres meent vormt het gebruik van een antenne-installatie geen sociale, culturele, religieuze of overheidsvoorziening of een naar de aard daarmede gelijk te stellen voorziening als bedoeld in artikel 1, vijfde lid onder g, van de bestemmingsplanvoorschriften. Met name kan het exploiteren van een netwerk voor mobiele telefonie niet worden aangemerkt als een overheidsvoorziening. Dat in geval van calamiteiten voorzien is in een bepaalde taak voor deze netwerken maakt dit niet anders. Dat het gebruik van de kerk als religieuze voorziening door plaatsing van een antenne-installatie in de kerktoren niet wijzigt, zoals eiseres stelt, doet er niet aan af dat het beoogd gebruik van deze installatie in strijd is de bestemming die volgens het bestemmingsplan op de kerktoren rust.
2.10. Verweerder heeft onder verwijzing naar het 'Beleid GSM-installaties gemeente Naarden' geweigerd met toepassing van artikel 19, tweede lid, WRO vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan.
2.11. Op 28 januari 2002 heeft verweerder het 'Beleid GSM-installaties gemeente Naarden' vastgesteld dat op 12 februari 2002 bekend is gemaakt. In deze beleidsregels is vastgesteld dat de gemeente Naarden zeer terughoudend is inzake het verlenen van medewerking tot het bouwen van GSM installaties omdat deze installaties nog niet maatschappelijk aanvaard zijn en er geen inzicht is welke effecten zij hebben op de gezondheid op de lange termijn. Daarnaast kan plaatsing leiden tot ernstige horizonvervuiling. Voor het deelgebied Naarden-Vesting waarbinnen de kerktoren staat, is vastgelegd dat in het geldende bestemmingsplan geen mogelijkheden zijn geboden om GSM installaties te bouwen. Het beleid is om geen medewerking te geven aan enig verzoek tot vrijstelling of bouwvergunning voor deze installaties. Voor zover dit beleid gericht is op het tegengaan van horizonvervuiling is het niet kennelijk onredelijk gelet op het feit dat Naarden-Vesting is aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.
2.12. Verweerder heeft echter ten onrechte geen bijzonder geval aanwezig geacht op grond waarvan afwijking van het 'Beleid GSM-installaties gemeente Naarden' gerechtvaardigd zou kunnen zijn. Er is sprake van een bijzonder geval, omdat de antenne-installatie inpandig in de kerktoren zal worden geplaatst en aannemelijk is dat de antenne-installatie van buitenaf niet zichtbaar zal zijn. Gelet op de inhoud van het 'Beleid GSM-installaties gemeente Naarden' moet worden aangenomen dat bij het opstellen van het beleid niet is gedacht aan een situatie waarbij van horizonvervuiling geen sprake is, omdat de antenne-installatie inpandig en van buitenaf niet zichtbaar wordt aangebracht.
2.13. Verweerder stelt ten onrechte dat de antennes van buitenaf, tenminste vanaf de grond, wel zichtbaar zijn. Uit de tekening en de toelichting die eiseres bij de bouwaanvraag heeft verstrekt, blijkt dat de antennes in de nissen van de toren achter de galmborden worden geplaatst. De galmborden onttrekken de antennes nagenoeg geheel aan het zicht. Voor zover de antennes tussen de galmborden door nog zichtbaar zouden zijn, is van belang dat eiseres op de hoorzitting in bezwaar heeft aangegeven dat de antennes donker van kleur zijn. Zichtbaarheid van de antennes, zelfs vanaf de grond dichtbij de kerktoren, is onder deze omstandigheden niet voorstelbaar. Plaatsing van de antennes leidt derhalve niet tot horizonvervuiling.
2.14. Dat antenne-installaties maatschappelijk niet zijn aanvaard en dat geen inzicht bestaat in de gezondheidseffecten van GSM-antennes op de lange termijn levert geen grond op om in dit bijzondere geval niet van het 'Beleid GSM-installaties gemeente Naarden' af te wijken. Aan deze aspecten mag verweerder namelijk niet zonder meer doorslaggevende betekenis toekennen, omdat het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken er in voorziet dat antenne-installaties als de onderhavige in beginsel vergunningvrij kunnen worden opgericht. Aldus heeft de wetgever in dit besluit tot uitdrukking gebracht dat het belang van het oprichten van antenne-installaties zwaarder weegt dan mogelijke maatschappelijke onrust en eventuele gezondheidsschade op de lange termijn. Voor wat betreft mogelijke gezondheidsschade in verband met de plaatsing van de onderhavige antenne-installatie heeft verweerder zijn standpunt bovendien niet onderbouwd, terwijl eiseres onweersproken heeft gesteld dat de antenne-installatie voldoet aan de geldende normen voor blootstelling aan straling.
2.15. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht.
2.16. Verweerder zal opnieuw dienen te beslissen op het bezwaar van eiseres en zich daarbij dienen te buigen over de vraag of dit bijzondere geval, waarbij plaatsing van de antenne-installatie van buitenaf niet zichtbaar in de kerktoren kan plaatsvinden, afwijking rechtvaardigt van het 'Beleid GSM-installaties gemeente Naarden'.
3.1. verklaart het beroep gegrond;
3.2. vernietigt het bestreden besluit van 1 februari 2005;
3.3. gelast dat de gemeente Naarden het door eiseres betaalde griffierecht van € 276,-- aan haar vergoedt;
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J. van Brussel, rechter, in tegenwoordigheid van B.E. Willems, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 30 september 2005.
RECHTSMIDDEL
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.