ECLI:NL:RBAMS:2005:AU7314

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
328230 / KG 05-2159 AB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op verstoringsmaatregelen door de Gemeente Amsterdam tegen eiseres

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 1 december 2005 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres, een alleenstaande moeder van drie kinderen, en de Gemeente Amsterdam. Eiseres vorderde een verbod op de verstoringsmaatregelen die door de Gemeente tegen haar waren ingesteld. Deze maatregelen waren gebaseerd op vermoedens van radicalisering en mogelijke betrokkenheid bij extremistische activiteiten. Eiseres stelde dat de politie haar en haar kinderen onterecht verstoorde, wat leidde tot ernstige inbreuken op haar privéleven en dat van haar kinderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente Amsterdam de verstoringsmaatregelen niet langer mocht voortzetten, omdat deze inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eiseres niet gerechtvaardigd was. De rechter concludeerde dat de belangrijkste redenen voor de verstoring, zoals de aanwezigheid van explosieven en banden met extremisten, niet meer aanwezig waren. De rechter benadrukte dat de geloofsovertuiging van eiseres op zichzelf geen reden kon zijn voor verstoring en dat de voortzetting van de maatregelen buitenproportioneel en onrechtmatig was. Eiseres kreeg gelijk in haar vordering om de Gemeente te verbieden haar nog langer te verstoren, en de Gemeente werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

AB/JR
vonnis 1 december 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t n u m m e r s 328230 / KG 05-2159 AB v a n:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
e i s e r e s bij dagvaarding van 14 november 2005,
procureur mr. S.J.M. Jaasma,
t e g e n :
de publiekrechtelijke rechtspersoon DE GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelende te Amsterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. E.A. Minderhoud.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter terechtzitting van 22 november 2005 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat met instemming van beide partijen de gemeente Amsterdam eveneens geacht wordt te zijn verschenen voor de daarin aanvankelijk vermelde gedaagde sub 2, de Burgemeester van Amsterdam. Gedaagde, verder te noemen de Gemeente, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. Eiseres woont met haar drie kinderen van 5, 6 en 7 jaar oud in Amsterdam-Noord.
b. Op 12 augustus 2005 is eiseres, in aanwezigheid van haar drie kinderen, door een arrestatieteam van de politie Amsterdam-Amstelland bij een inval in haar woning aangehouden. Buiten de woning is door hetzelfde arrestatieteam [een kennis van eiseres], aangehouden. De inval vond plaats omdat de politie aanwijzingen had dat zich explosieven in de woning bevonden. Er zijn geen explosieven aangetroffen en eiseres is na korte tijd weer vrijgelaten.
c. In een door eiseres opgemaakt verslag van een gesprek op 7 oktober 2005 in haar woning tussen eiseres (in het verslag aangeduid als J) en de buurtregisseur (in het verslag aangeduid als P) staat onder meer:
“(...) P: we hebben de opdracht gekregen van minister Donner van Justitie en burgemeester Cohen; de politie gaat mij in de gaten houden.
We maken ons zorgen over J. J. word vanaf gisteren scherp in de gaten gehouden door de politie. We laten weten waar je bent, je word vaker aan de kant gezet met de auto, alles word gecontrolleerd..
J: ik wil weten waar dit vandaan komt, waar komt deze informatie vandaan (over mij)...
P: de mensen met wie je omgaat..
J: ik ga met niemand om..is echt discriminatie
Ik heb nog nooit iets crimineels oid gedaan in mijn leven
P: het komt van het Openbaar Ministerie, het gaat gebeuren, je kan er niets tegen doen
J: die aangifte die ik toen tegen mijn ex heb gedaan, concrete dingen wat hij heeft gedaan, daar word niets mee gedaan!
P: In onderzoeken komt jou naam voor, ze maken zich zorgen over jou snelle radicalisering..(...)”
d. In antwoord op een brief van de raadsman van eiseres aan de burgemeester van Amsterdam, heeft de burgemeester op 3 november 2005 – onder meer – geschreven:
“(...) Het is juist dat er jegens uw cliënte, [eiseres], verstoringsmaatregelen worden toegepast. Deze maatregelen worden uitgevoerd door de politie die daarbij onder mijn gezag optreedt, ter handhaving van de openbare orde. Anders dan u ben ik van mening dat dit optreden, dat in overeenstemming is met de landelijke lijn inzake het persoongericht verstoren, niet onrechtmatig is. (...)”
e. In een rapport, opgemaakt op 19 november 2005 door [commissaris van politie], is onder meer het volgende opgenomen:
“(...) Uit de mutaties en aangiften is te constateren dat [eiseres] verandert van een gereformeerde studente uit Zwolle tot een streng islamitische vrouw uit Amsterdam. Medio 2004 is zij zich steeds extremer gaan gedragen in de uitingen van haar geloof. (...) ,zo wordt in januari 2005 middels een mutatie in X-pol door de buurtregisseur melding gemaakt van het feit dat zij gekleed gaat in een lang gewaad waarbij alleen nog maar haar gezicht is te zien. Ook bleek dat vleselijk contact van vrouw tot man niet meer was toegestaan, hetgeen resulteerde in het geven van een hand aan de buurtregisseur met een doekje om het contact te vermijden. Na verloop van tijd werd in het geheel geen hand meer gegeven.
(...)
In de maand juli 2005 komt bij de Criminele Inlichtingen Eenheid van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland de volgende informatie binnen:
“Radicale moslimextremisten maken gebruik van een woning in Amsterdam-Noord. In deze woning zouden extremisten mogelijk bommen dan wel explosieven maken of hebben. Deze woning in Amsterdam-Noord zou moeten liggen op of nabij de Meeuwenlaan, tussen de rotonde en de pont over het IJ.”
Uit onderzoek bleek dat de mogelijkheid bestond dat dit de woning van [eiseres] betrof. Uit onderzoek (observatie politie) kwam ook naar voren dat haar kind(eren) met een auto naar school worden vervoerd. Als chauffeur treedt op [H. El J.] waarvan bekend is dat deze banden heeft met “De 12 van Arles” ofwel de Hofstadgroep. Overigens wordt deze [H. El J.] nog steeds aangemerkt als verdachte in dit onderzoek. Ook de heer [H. El J.] wordt momenteel verstoord door de politie. Op 12 augustus 2005 worden [eiseres] en [K. M. ] aangehouden in verband met mogelijke overtreding van de Wet Wapens en Munitie. (...) Bij de huiszoeking op 12 augustus 2005 zijn geen zaken aangetroffen die enige relatie vertonen met vorenstaande CIE-informatie. Wel zijn er documenten aangetroffen waaruit bleek dat [eiseres] (...) volgens de Sharia gehuwd is met [K. M. ] ( ...). Het huwelijk zou zijn gesloten op 03 oktober 2003 in de El Tawheed-moskee. Ook werden in de woning een tweetal cassettebandjes aangetroffen, waarvan een met opschrift “oproep tot de jihad”. Op dit bandje werd in de arabische taal o.a. gesproken over het doorsnijden van de keel van een persoon. Daar de doorzoeking op basis van de Wet Wapens en Munitie plaatsvond zijn beide tapes niet inbeslaggenomen.
(...)
Samengevat zijn de volgende indicaties met betrekking tot radicalisering en/of voorbereidingshandelingen van toepassing:
? Het veranderen van christelijk geloof naar islamitisch geloof
? Het veranderen van kleding
? Het aangaan van een islamitisch huwelijk
? Veranderen van moskee omdat de leer niet streng genoeg is
? Geen hand meer geven aan het andere geslacht
? Aantreffen cassettebandje met oproep tot Jihad en aanwijzingen voor het doorsnijden van de keel
? Contact met iemand die banden heeft met de Hofstadgroep
? De mogelijke aanwezigheid van explosieven
Besluitvorming verstoring
De informatie (documenten), feiten en resultaten uit het onderzoek, ingesteld naar aanleiding van de verkregen CIE-informatie, zijn geanalyseerd. Tevens is de betrouwbaarheid van de informatie gewogen. De dreigingsanalyse heeft er toe geleid dat er in het CTO (crisis en terrorisme overleg van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland) van 05 september 2005 is besloten om de Burgemeester te adviseren om [eiseres] te ‘verstoren’. Dit voorstel is vervolgens goedgekeurd door de burgemeester van Amsterdam. Gedurende het verstoren wordt in elk CTO wat heeft plaatsgevonden na 5 september 2005 tot op heden de stand van zaken omtrent het verstoren van [eiseres] bijgehouden. Indien daar sprake van is, wordt nieuwe informatie ingebracht ten einde proportionaliteit en subsidiariteit te waarborgen.
(...)”
2. Eiseres vordert thans het volgende:
1. de Gemeente te verbieden haar nog langer lastig te vallen, hinderlijk te volgen, onnodig voor de deur van haar woning post te vatten, haar onnodig aan te spreken, en de Gemeente te gebieden eenieder die rechtstreeks onder haar gezag staat te verbieden deze gedragingen te plegen;
2. de Gemeente te gebieden de informatie, op grond waarvan zij meent dat eiseres een gevaar voor de samenleving zou kunnen zijn, aan haar ter beschikking te stellen, zodat zij zich hiertegen kan verweren;
3. de Gemeente te gelasten haar eer en goede naam te zuiveren door in de straat waar zij woont huis aan huis een brief te verspreiden, waarin zal worden vermeld dat eiseres in het geheel geen gevaar voor de samenleving is en dat alle politieacties die tot nu toe plaatsgevonden hebben, berusten op een misverstand;
4. de Gemeente te veroordelen tot het betalen van een voorschot van € 2.500,= op een nader vast te stellen schadevergoeding vanwege het geestelijk leed dat haar en haar kinderen wordt berokkend.
3. Eiseres stelt hiertoe het volgende. Op 12 augustus 2005 is zij in haar eigen woning in het bijzijn van haar drie kinderen van 5, 6 en 7 jaar oud door een tien man sterk arrestatieteam van de politie met getrokken vuurwapens, met veel geweld aangehouden. Haar woning is daarbij onderzocht, maar er is terzake niets aangetroffen. Een en ander heeft plaatsgevonden op basis van de Wet Wapens en Munitie. Vervolgens is haar op 7 oktober 2005 door de buurtregisseur medegedeeld dat zij verstoord zou worden. Sindsdien is de politie minstens 70 keer met een politieauto bij haar langsgereden, waarbij zij dan enkele minuten met draaiende motor voor haar huis blijven staan en soms ook naar binnen kijken. Dit gebeurt ook vaak ’s nachts. Verder is het vaak voorgekomen dat een politieauto achter haar aan of naast haar rijdt. Personen die bij haar thuis op bezoek komen worden voor haar deur aangehouden en gecontroleerd. De politie belt haar vaak op, zowel op haar huistelefoon als op haar mobiele telefoon, waarbij haar dan gevraagd wordt waar ze is, als ze niet thuis is. De manier waarop de politie hier te werk gaat kan niet anders worden getypeerd dan als een inbreuk op haar privéleven en gezinsleven. Daarnaast is het tevens een inbreuk op haar recht op vrije beweging en de vrijheid en onaantastbaarheid van de eigen woning. Deze handelwijze van de politie is zeer traumatisch voor haar en haar kinderen. De Gemeente kan niet aantonen dat deze inbreuk in het gegeven geval noodzakelijk is. Zij is al in 1997 bekeerd tot de islam en draagt al sinds 2002 traditionele kleding. Van plotselinge radicalisering is dus geen sprake. De bewering van de politie dat zij een moskee bezoekt is onjuist. Zij heeft slechts enkele malen contact gehad met de imam in de periode dat zij problemen had met haar ex-man. Ook de bewering dat zij met [betrokkene 1] in de El Tawheed moskee getrouwd zou zijn, klopt niet. [H. El J.] is haar “waly”, hetgeen inhoudt dat hij – na haar echtscheiding – optreedt als een soort beschermheer. Hiervan is in de moskee een document opgemaakt, maar het betreft beslist geen huwelijk. De beweringen over de cassettebandjes kloppen ook niet. Zij heeft nooit Arabische cassettebandjes met oproepen tot jihad of keeldoorsnijden in haar bezit gehad. Haar kennis van de Arabische taal is bovendien zeer minimaal. Verder is de man die in de zomer haar kinderen een tijdje met de auto naar school heeft gebracht – en die volgens de politie banden heeft met leden van de Hofstadgroep – een vader van een ander kind op school. Sinds eiseres haar rijbewijs heeft, brengt zij haar kinderen zelf naar school en ze heeft deze man sindsdien dan ook niet meer gezien. De Gemeente handelt derhalve onrechtmatig jegens haar en haar kinderen door haar op onjuiste gronden te verstoren en dient hier dan ook onmiddellijk mee op te houden.
4. De Gemeente heeft gemotiveerd verweer gevoerd hetgeen hierna – voor zover van belang – bij de beoordeling van het geschil aan de orde zal komen.
De beoordeling van het geschil:
5. Vaststaat dat eiseres sinds 19 oktober 2005 op gezag van de burgemeester van Amsterdam wordt verstoord. Dit persoonlijk verstoren houdt in dat bij haar woning enkele malen per dag opvallend, dat wil zeggen met als zodanig herkenbare voertuigen van de politie, wordt gesurveilleerd. Daarnaast belt de politie haar regelmatig op en wordt ook wel bij haar aangebeld. Namens de Gemeente is hierover ter zitting verklaard dat de politie eiseres geregeld opbelt en bij haar aanbelt, om zodoende met haar in gesprek te blijven, onder meer met het doel om haar op andere – minder radicale – gedachten te brengen. Eiseres heeft een uitgebreid overzicht overgelegd van de verstorende acties die de politie tot aan de zittingsdatum heeft ondernomen. De Gemeente heeft niet betwist dat dit overzicht in grote lijnen juist is. Het komt erop neer dat 3 tot 5 maal per dag opvallend is gesurveilleerd, waarbij de politie gemiddeld vijf minuten bleef. Dat gebeurde ook ‘s nachts.
6. Anders dan de Gemeente heeft betoogd, vormen deze verstoringsmaatregelen een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eiseres, zoals beschermd door artikel 8 van het EVRM. Van politie-surveillances zal in het algemeen een geruststellende werking uitgaan, maar hier wordt deze bevoegdheid ingezet om iemand dicht op de huid te zitten door met grote regelmaat op willekeurige tijdstippen indringend te controleren. Aannemelijk is dat deze maatregelen bij de “verstoorde” tot grote psychische druk leiden, mede omdat het voortdurende politie-optreden ook de buurt niet kan ontgaan. Daar komt bij dat eiseres als gescheiden moeder de zorg heeft voor drie jonge kinderen, die de inval van het arrestatieteam van de politie, met het geweld vandien, en het afvoeren van hun moeder nog vers in het geheugen hebben. Aannemelijk is dat de kinderen inderdaad angstig reageren op de telkens voor de woning verschijnende politie-auto’s.
7. Artikel 8 lid 2 van het EVRM bepaalt dat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer gerechtvaardigd is, voor zover is voldaan aan de in die bepaling omschreven voorwaarden. In de eerste plaats dient de inbreuk bij de wet te zijn voorzien. De Gemeente heeft in dat kader aangevoerd dat de bevoegdheid van de burgemeester tot het geven van een aanwijzing tot verstoren voortvloeit uit artikel 12 Politiewet, dat hem de bevoegdheid geeft om aanwijzingen te geven aan de onder zijn gezag staande politie ten behoeve van de ordehandhaving. De grondslag moet klaarblijkelijk worden gevonden in de algemene bevoegdheden van de burgemeester. Specifieke gepubliceerde beleidsregels over verstoren ontbreken. Weliswaar verwijst de burgemeester in zijn brief aan de raadsman van eiseres van 3 november 2005 naar ‘de landelijke lijn inzake het persoongericht verstoren’, maar een dergelijk stuk is niet door de Gemeente overgelegd en zij heeft zich daarop ook niet beroepen. Desgevraagd heeft de Gemeente verklaard dat de aanwijzing tot het verstoren van eiseres geen besluit is in de zin van de Awb en dat het kort geding het enige rechtsmiddel is voor een burger, die meent dat hij of zij ten onrechte wordt verstoord. Het is de vraag of hiermee is voldaan aan het vereiste van aanwezigheid van juridische procedures om vermeend willekeurige inbreuken op fundamentele rechten aan te vechten en of dus kan worden gezegd dat deze inbreuk afdoende bij de wet is voorzien.
8. De tweede voorwaarde waaraan volgens artikel 8 lid 2 van het EVRM dient te zijn voldaan om de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer te rechtvaardigen, is dat de inbreuk een legitiem doel dient. Naar mag worden aangenomen probeert de Gemeente met de verstoringsmaatregelen de in artikel 8 lid 2 EVRM vermelde doelen te dienen, zoals het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid en het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten. Aan deze voorwaarde is dan ook voldaan.
9. Tenslotte dient de inmenging in de persoonlijke levenssfeer krachtens het bepaalde in artikel 8 lid 2 van het EVRM noodzakelijk te zijn in een democratische samenleving. Daarbij geldt dat de inbreuk noodzakelijk dient te zijn en dat de daartoe aangevoerde rechtvaardigingsgronden relevant en toereikend moeten zijn. Verder dient de inbreuk proportioneel te zijn.
10. Volgens de Gemeente maakt de politie een zodanig gebruik van haar bevoegdheden en instrumenten dat het de verstoorde persoon en zijn omgeving duidelijk wordt dat hij of zij de bijzondere aandacht heeft van de politie. Dat heeft enerzijds tot doel om die persoon weinig gelegenheid te bieden activiteiten te verrichten die een bedreiging vormen voor de openbare orde en anderzijds om de aantrekkelijkheid en het gewicht van die persoon binnen een netwerk te verminderen.
11. De Projectleider Verstoren en de Chef van de Dienst Centrale Recherche van de politie Amsterdam-Amstelland hebben ter zitting verklaard dat aan het besluit om eiseres te verstoren een aantal feiten en omstandigheden ten grondslag ligt, die puntsgewijs zijn opgenomen in het rapport van de commissaris van politie (hiervoor opgenomen onder 1 e.). Namens de Gemeente is uitdrukkelijk verklaard dat met dat rapport alle feiten en omstandigheden die tot de aanwijzing tot verstoren hebben geleid, aan de voorzieningenrechter zijn voorgelegd. Op basis van deze acht punten, die in onderlinge samenhang moeten worden bezien, wordt wekelijks geëvalueerd of de aanwijzing om eiseres te verstoren dient te worden ingetrokken of voortgezet, dan wel of er aanleiding is tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek. Deze wekelijkse evaluatie heeft tot nu toe niet geleid tot een wijziging van de verstoringsmaatregelen jegens eiseres.
12. Vooropgesteld wordt dat de eerste vijf punten betrekking hebben op de geloofsovertuiging van eiseres, te weten:
? Het veranderen van christelijk geloof naar islamitisch geloof
? Het veranderen van kleding
? Het aangaan van een islamitisch huwelijk
? Veranderen van moskee omdat de leer niet streng genoeg is
? Geen hand meer geven aan het andere geslacht.
Dergelijke punten kunnen uiteraard slechts als bijkomende omstandigheden worden beschouwd en zullen op zichzelf geen aanleiding kunnen zijn om tot verstoring over te gaan. Of eiseres nu wel of niet een islamitisch huwelijk is aangegaan en wel of niet regelmatig een moskee bezoekt doet dan ook minder terzake. Overigens kan dat in het kader van dit kort geding niet worden vastgesteld.
13. De overige drie punten die blijkens het rapport van de commissaris van politie aanleiding vormden om tot verstoring over te gaan, betreffen:
? De mogelijke aanwezigheid van explosieven
? Aantreffen cassettebandje met oproep tot Jihad en aanwijzingen voor het doorsnijden van de keel
? Contact met iemand die banden heeft met de Hofstadgroep.
14. Vaststaat dat bij de inval door de politie in de woning van eiseres op 12 augustus 2005 geen explosieven zijn aangetroffen en dat uit hetgeen de Gemeente ter zitting naar voren heeft gebracht niet is gebleken dat zich op dit punt nadien nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan. Er loopt volgens de Gemeente thans geen strafrechtelijk onderzoek tegen eiseres, dus het is ook niet waarschijnlijk dat hierin binnen afzienbare tijd verandering zal komen. Hierin kan derhalve geen aanleiding worden gevonden om de verstoring jegens eiseres voort te zetten.
15. De cassettebandjes zijn volgens mededeling ter zitting van de Projectleider Verstoren tijdens de inval op 12 augustus 2005 in de woning van eiseres aangetroffen. Ze zijn vervolgens ter plekke door een door de politie meegebrachte tolk Arabisch afgeluisterd, maar niet in beslag genomen en in de woning achtergelaten. Een proces verbaal waarin iets over het aantreffen van deze cassettebandjes is vermeld, is niet overgelegd. Eiseres heeft ontkend dat zij ooit in het bezit is geweest van dergelijke cassettebandjes en heeft verder verklaard de Arabische taal niet goed te beheersen. Of deze cassettebandjes tijdens de inval op 12 augustus 2005 in de woning van eiseres zijn gevonden, kan in het kader van dit kort geding niet worden vastgesteld. Nu ze echter niet in beslag zijn genomen en eiseres ontkent dat ze er ooit zijn geweest, vallen ook op dit punt geen nieuwe ontwikkelingen te verwachten. Ook dit kan geen aanleiding zijn om de verstoring jegens eiseres voort te laten duren.
16. Tenslotte is door de politie geconstateerd dat de kinderen van eiseres gedurende een bepaalde periode met de auto naar school zijn gebracht door een zekere [H. El. J.], die volgens de politie banden heeft met leden van de Hofstadgroep. Eiseres heeft op dit punt verklaard dat zij sinds het behalen van haar rijbewijs zelf haar kinderen per auto naar school brengt, dat zij sinds augustus 2005 geen contact meer heeft met deze persoon en dat zij – behalve dat hij de vader is van een kind van school – niets van deze persoon weet. Namens de Gemeente is ter zitting erkend dat dit wegbrengen plaatsvond vóór augustus 2005 en dat deze persoon sindsdien niet meer bij eiseres is gesignaleerd. Dit betekent dat zich ook in dit opzicht na de aanwijzing om eiseres te gaan verstoren geen nieuwe feiten of omstandigheden meer hebben voorgedaan. Sinds eiseres zelf een rijbewijs heeft, valt dit soort contacten ook niet meer te verwachten. Derhalve kan ook dit punt geen aanleiding zijn om de verstoring thans nog voort te zetten.
17. In het midden kan blijven of de burgemeester op grond van de destijds bekende feiten in redelijkheid tot verstoring van eiseres kon besluiten. Op dit moment komt het er echter op neer dat de belangrijkste redenen waarop het besluit om eiseres te verstoren is gebaseerd zich niet meer voordoen en dat er ook geen concrete aanwijzingen zijn dat daarin binnen afzienbare tijd verandering zal komen. De streng islamitische geloofsovertuiging kan zoals gezegd alleen een bijkomende omstandigheid vormen en mag op zichzelf geen reden tot verstoring zijn. Bij deze stand van zaken valt niet in te zien wat eiseres anders kan doen om een einde aan de verstoring te maken dan haar streng islamitisch geloof af te zweren. Dit betekent dat het verder verstoren van eiseres niet noodzakelijk moet worden geacht in een democratische samenleving. Voortzetting van de verstoring is buitenproportioneel en daarmee onrechtmatig. In de huidige omstandigheden kan de Gemeente daartoe in redelijkheid dan ook niet besluiten. De vordering van eiseres om de Gemeente te verbieden haar nog langer te verstoren is dan ook toewijsbaar, als hierna is vermeld.
18. Verder heeft eiseres gevorderd om de Gemeente te gebieden alle informatie te verschaffen op grond waarvan gemeend wordt dat zij een gevaar zou kunnen zijn voor de samenleving. Deze vordering wordt afgewezen, aangezien die informatie in het kader van deze procedure door de Gemeente ter beschikking is gesteld, zodat eiseres geacht wordt daarbij geen belang meer te hebben.
19. De vordering van eiseres om de Gemeente te gebieden huis aan huis een brief te verspreiden in haar straat, waarin zal worden vermeld dat eiseres in het geheel geen gevaar voor de samenleving is en dat alle politieacties die tot nu toe hebben plaatsgevonden, berusten op een misverstand, zal eveneens worden afgewezen. Het vergt immers een nader onderzoek naar de feiten, waarvoor dit kort geding zich niet leent, om een en ander vast te kunnen stellen.
20. De vordering van eiseres tot vergoeding van de schade vanwege het geestelijk leed dat haar en haar kinderen is berokkend zal tenslotte eveneens worden afgewezen. Ook daarvoor is nader onderzoek nodig, waarvoor dit kort geding zich niet leent.
21. De Gemeente zal als op het hoofdpunt in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
BESLISSING IN KORT GEDING
De voorzieningenrechter:
1. Verbiedt de Gemeente de verstoringsmaatregelen jegens eiseres na betekening van dit vonnis voor te zetten.
2. Veroordeelt de Gemeente in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van eiseres begroot op en te voldoen als volgt:
? aan eiseres
€ 61,= aan de bij eiseres gevallen kosten van vastrecht, en
? aan de griffier van deze rechtbank:
€ 183,= aan overig vastrecht,
€ 85,60 aan explootkosten, en
€ 816,= aan salaris procureur.
3. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
4. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door de vice-president mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter in kort geding in de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 1 december 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: