Pee/JR
vonnis 8 december 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t n u m m e r s 329784 / KG 05-2345 Pee v a n:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
e i s e r e s bij dagvaarding van 25 november 2005,
procureur mr. J.W. Versteeg,
de besloten vennootschap TELEGRAAF TIJDSCHRIFTEN GROEP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. M.P.H. Elffers.
Ter terechtzitting van 28 november 2005 heeft eiseres, verder te noemen [eiseres], gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, verder te noemen TTG, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. [eiseres] is de weduwe van de in 2004 overleden [zanger en entertainer A.H.].
b. TTG is uitgeefster van onder meer het entertainmentblad Privé.
c.[oud-voetballer] is een bekende oud-voetballer.
d. Op de voorpagina van Privé week 47 van 30 november 2005 is in de rechterbovenhoek een foto van [eiseres] geplaatst met daarnaast de tekst: “Exclusief [oud-voetballer]: ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’.
e. Op pagina twee van Privé staat een foto van [oud-voetballer], vergezeld van de tekst: “[oud-voetballer] ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’ “.
f. Op de pagina’s 12 tot en met 14 van Privé is een artikel geplaatst, gebaseerd op een interview met [oud-voetballer] en zijn echtgenote. Het artikel draagt de kop “Oud-voetballer ligt in scheiding. [oud-voetballer]: ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’ “. Bij het artikel is tevens een foto geplaatst van [eiseres] met haar twee kinderen. In dit artikel is onder meer geschreven: “Al lange tijd gaat het gerucht dat [oud-voetballer] een relatie heeft met [eiseres].(...) De verhalen over een verhouding bleven aanhouden en jullie huwelijk werd er niet beter op. Jullie gaan nu scheiden? [oud-voetballer]: ‘Dat klopt. Dat we niet meer bij elkaar zijn, komt ook zeker door de geruchten. Maar er was meer aan de hand, laten we daar duidelijk over zijn. Het [eiseres]-verhaal is de druppel geweest. (...) Stel dat ik wel wat met [eiseres] heb en het komt uit, dan mag je me aan de schandpaal nagelen. Er is gewoon niets. Nu niet en in het verleden niet. (...)”
g. In dagblad de Telegraaf van 21 november 2005 is een advertentie van Privé afgedrukt, waarin de voorpagina van het blad is afgebeeld. De voorpagina van het blad is eveneens afgebeeld op de internetsite van Privé.
h. Bij brief van 21 november 2005 heeft de raadsman van [eiseres] TTG – kort gezegd – gesommeerd tot het plaatsen van een rectificatie.
i. In een brief van 22 november 2005 van TTG, concern juridische zaken, aan de raadsman van [eiseres] heeft TTG laten weten niet aan het verzoek tot het plaatsen van een rectificatie te zullen voldoen.
2. [eiseres] vordert thans – kort gezegd – TTG te veroordelen in het eerste nummer van Privé dat verschijnt na dit vonnis een aankondiging van rectificatie op de voorpagina te plaatsen en op pagina 3 een rectificatie op te nemen van een halve pagina groot, een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,= voor iedere week dat TTG nalaat hieraan te voldoen.
Tevens vordert [eiseres] een voorschot op schadevergoeding van € 7.500,= en veroordeling van TTG in de kosten van dit geding.
3. Daartoe heeft [eiseres] – samengevat weergegeven – gesteld dat de inhoud van de twee aankondigingen en de kop bij het artikel onjuist is en niet wordt gerechtvaardigd door het betreffende interview. De tekst ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’ wekt ten onrechte de suggestie dat [eiseres] het huwelijk van de [oud-voetballer] zou hebben stukgemaakt door een relatie met hem aan te gaan, terwijl uit het artikel juist blijkt dat dit niet het geval is. TTG was zich bovendien zeer bewust van de onjuistheid van deze geruchten. Zij heeft reeds in 2004 een publicatie gewijd aan het feit dat deze roddel niet waar was. Het feit dat de aankondiging in citaatvorm wordt weergegeven doet voorts aan de onrechtmatigheid niet af. De aankondiging is immers op zodanige wijze op de voorpagina opgenomen dat de lezer wel de indruk moet krijgen dat sprake is van vaststaande feiten. Door de onrechtmatige publicatie heeft [eiseres] schade geleden, die enigszins kan worden beperkt door een rectificatie. Zij lijdt immateriële schade, doordat zij door deze onrechtmatige publicatie ernstig is aangetast in haar privacy en haar eer en goede naam.
4. TTG heeft – samengevat weergegeven – ter afwering van de vordering aangevoerd dat zij een citaat van [oud-voetballer] heeft gebruikt in de aankondiging van het artikel over het stuklopen van het huwelijk van [oud-voetballer]. Het citaat is ingekort, aangezien de voorpagina slechts beperkte ruimte biedt. Bovendien worden aan aankondigingen op de voorpagina en koppen minder hoge eisen gesteld: de wervende kracht is daarbij belangrijker dan de nuancering. Lezers weten dat de aankondigingen op weekbladen als Privé met een korrel zout genomen moeten worden. TTG zal in het Privé nummer 48 in het hoofdredactioneel commentaar nogmaals duidelijk zeggen dat geen sprake is van een relatie tussen [eiseres] en [oud-voetballer]. De tekst van dit hoofdredactioneel commentaar is aan [eiseres] overgelegd. Zij heeft dus geen belang meer bij een rectificatie. Bovendien heeft TTG haar een interview in Privé aangeboden. Tenslotte heeft [eiseres] niet gesteld, laat staan aangetoond dat zij een spoedeisend belang zou hebben bij toekenning van een voorschot op schadevergoeding.
De beoordeling van het geschil:
5. Bij de beoordeling van de vordering dient het belang van [eiseres] bij de bescherming van haar persoonlijke levenssfeer en haar belang om niet op onrechtmatige wijze door publicaties te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen te worden afgewogen tegen de commerciële belangen van TTG en het belang van TTG bij vrijheid van meningsuiting.
6. Door TTG is toegegeven dat, voor zover haar bekend, [eiseres] nooit een verhouding met [oud-voetballer] heeft gehad. Dit blijkt ook uit het artikel waar de aankondigingen op de voorpagina en op pagina 2 van het blad betrekking op hebben. In het artikel, dat gebaseerd is op een interview met [oud-voetballer] en zijn echtgenote, vertelt [oud-voetballer] dat de – onjuiste – geruchten over hem en [eiseres] weliswaar problemen hebben veroorzaakt in zijn huwelijk, maar dat dit niet de enige reden is dat zijn huwelijk is gestrand. De tekst ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’ is dan ook in strijd met de waarheid en misleidend. Aan TTG kan weliswaar worden toegegeven dat van koppen en aankondigingen op de voorpagina van entertainmentbladen minder nuancering verwacht hoeft te worden dan van artikelen zelf, maar dit betekent niet dat een dergelijke kop of aankondiging volstrekte onwaarheden mag bevatten. Het verweer van TTG dat de litigieuze tekst een citaat betreft van [oud-voetballer], dat zij ten behoeve van de beschikbare ruimte heeft moeten inkorten, gaat niet op. Het citaat zelf is immers niet terug te vinden in het artikel en de inhoud van het citaat komt evenmin in de buurt van de inhoud van het artikel. Het citaat is op een zodanige wijze op de voorpagina afgedrukt en nogmaals op pagina 2 en bij het artikel zelf dat de lezer wel de indruk moet krijgen dat [eiseres] door het aangaan van een relatie met [oud-voetballer] zijn huwelijk heeft verwoest. Het citaat is derhalve verzonnen en daarmee misleidend. Dit is grievend en beschadigend voor [eiseres], omdat daarmee bij een groot publiek de indruk wordt gewekt dat zij het huwelijk van [oud-voetballer] zou hebben verwoest, terwijl dit niet waar is en ook niet door [oud-voetballer] in het artikel wordt gezegd. Dit vormt een onaanvaardbare inbreuk op haar eer, goede naam en reputatie. Daar komt bij dat TTG reeds lange tijd op de hoogte was van het feit dat geruchten over [eiseres] en [oud-voetballer] niet op de waarheid berusten en dat zij hier reeds in 2004 een publicatie aan heeft gewijd op verzoek van de toenmalige raadsman van [eiseres]. Dat TTG desondanks door een publicatie dit gerucht opnieuw de wereld in brengt, dient haar dan ook zwaar te worden aangerekend.
7. De publicatie van de aankondiging op de voorpagina, op pagina 2 en van de kop bij het artikel is dan ook onrechtmatig jegens [eiseres] en rechtvaardigt een rectificatie, als na te melden. Deze rectificatie kan slechts haar doel bereiken, indien deze – evenals de litigieuze aankondiging op de voorpagina – wordt aangekondigd op de voorpagina van de Privé waarin de rectificatie zal worden geplaatst. Echter, om te voorkomen dat de aankondiging “RECTIFICATIE [eiseres]” op de voorpagina zal opgaan in de overige aankondigingen en foto’s, zal deze in een wit kader van dezelfde grootte als het kader waarin de litigieuze aankondiging is geplaatst met zwarte letters in dezelfde grootte als de letters van de litigieuze aankondiging geplaatst moeten worden. Verder zal op pagina 3 een rectificatie dienen te worden geplaatst met een tekst als na te melden. Deze tekst zal dienen te worden afgedrukt in zwarte letters op een witte achtergrond. De gevorderde dwangsom komt redelijk voor en zal worden toegewezen, met dien verstande dat de dwangsom wordt gemaximeerd als na te melden.
8. Hetgeen [eiseres] heeft gesteld ten aanzien van de onrechtmatigheid van de publicatie van de foto’s waarop zij en haar kinderen zijn afgebeeld, behoeft geen nadere bespreking, nu zij ten aanzien van dit punt geen vordering heeft ingesteld in het petitum van haar dagvaarding.
9. Tenslotte heeft [eiseres] een voorschot op schadevergoeding gevorderd. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoen aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen en indien van de eisende partij niet gevergd kan worden dat hij of zij de afloop van de bodemprocedure afwacht. Aan dit criterium is hier voldaan.
10. Voldoende aannemelijk is dat de rechter in een eventuele bodemprocedure zal oordelen dat [eiseres] door de onrechtmatige publicatie immateriële schade heeft geleden. Een bedrag van € 2.500,= als voorschot op vergoeding van deze schade wordt voorshands als redelijk aangemerkt en zal dan ook worden toegewezen. Daarbij is in aanmerking genomen dat de rectificatie de schade al voor een groot deel zal opheffen.
11. TTG wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure.
BESLISSING IN KORT GEDING
1. Veroordeelt TTG in het eerstvolgende nummer van Privé dat verschijnt na betekening van dit vonnis, zonder enig toegevoegd commentaar in of bij de tekst of op een andere plek, op de voorpagina te plaatsen in zwarte letters in gelijke grootte als de aankondiging op de voorpagina van Privé, week 47 van 30 november 2005, op een witte achtergrond, de tekst:
“RECTIFICATIE [eiseres] PAGINA 3”
en tevens op pagina 3 van hetzelfde nummer van Privé een rectificatie zonder commentaar of weerwoord te plaatsen in een kader van 12 x 12 cm op een witte achtergrond in zwarte letters met de navolgende tekst:
“RECTIFICATIE [eiseres]
In Privé, nummer 47 van 30 november 2005, hebben wij een artikel gepubliceerd, gebaseerd op een interview met [oud-voetballer] en [vrouw oud-voetballer]. Dit artikel is op de voorpagina aangekondigd met de tekst “Exclusief [oud-voetballer]: ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’”. Daarnaast publiceerden wij op pagina 2 de aankondiging “[oud-voetballer] ‘[eiseres] kostte mij m’n huwelijk’” en op pagina 12 en 13 bij het artikel de kop “[oud-voetballer]: [eiseres] kostte mij m’n huwelijk”. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 8 december 2005 geoordeeld dat deze publicaties onrechtmatig zijn jegens [eiseres], omdat hierdoor ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat zij een rol zou hebben gespeeld bij de echtscheiding van [oud-voetballer] en [vrouw oud-voetballer]. Dit is uitdrukkelijk niet het geval, hetgeen ook blijkt uit het betreffende artikel. Het citaat is dan ook onjuist. De voorzieningenrechter heeft ons veroordeeld tot het plaatsen van deze rectificatie. De hoofdredactie “
zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,= per editie dat TTG geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft om de hiervoor gegeven veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,=.
2. Veroordeelt TTG tot betaling aan [eiseres] van € 2.500, (tweeduizend vijfhonderd euro).
3. Veroordeelt TTG in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
- € 85,60 aan explootkosten,
- € 244,= aan vastrecht en
- € 816,= aan salaris procureur.
4. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
5. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door de vice-president mr. J.A.J. Peeters, voorzieningenrechter in kort geding in de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 8 december 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.