ECLI:NL:RBAMS:2005:AU8009
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- M. van Hees
- L. Voetelink
- J.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Rechtsgevolgen van net-worth verklaring en faillissement van vennootschappen
In deze zaak, uitgesproken op 7 december 2005 door de Rechtbank Amsterdam, gaat het om de rechtsgevolgen van een door de bestuurders van een vennootschap afgegeven net-worth verklaring aan de bank, waarin zij een persoonlijke garantie geven voor het instandhouden van het eigen vermogen van de vennootschap. De zaak ontstond na het faillissement van de vennootschappen Night-Live B.V. en Night-Live Nijmegen B.V., waarbij de bank een vordering indiende tegen de bestuurders A en B. De bank stelde dat A en B hoofdelijk aansprakelijk waren voor een bedrag van € 712.057,77, dat onder andere bestond uit schadevergoeding wegens het niet nakomen van hun verplichtingen uit de verklaring. A en B voerden aan dat de verklaring nietig was omdat de toestemming van hun echtgenotes ontbrak, zoals vereist volgens artikel 1:88 BW. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaring rechtsgeldig was, omdat deze was afgegeven in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de vennootschappen. De rechtbank verwierp ook de stelling van A en B dat de bank niet tijdig had gereclameerd en dat de Staat niet-ontvankelijk was in haar vordering. Uiteindelijk werd A en B veroordeeld tot betaling van € 206.937,91 aan de bank, vermeerderd met rente en kosten, terwijl de vorderingen in reconventie van C en D werden afgewezen.